Preek over Deuteronomium 15:1-11

2016-08-07 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Een royale, niet berekenende levenshouding

Liturgie:

♪ Psalm 33: 7, 8 + E41
♪ E4 – Als alles duister is
♪ E180 - We are one in the spirit
♪ Opw 705 -Toon mijn liefde
Deuteronomium 15: 1-11
♪ Psalm 112: 3
Daniël 9: 8 en 1 Korintiërs 6: 11
♪ Opw 615 - Waardig is het Lam
♪ SVG: Met open armen
♪ Opw 378 - Ik wil jou van harte dienen
♪ E133 – Machtig God, sterke rots

Een lening niet terugbetaald…

Deze preek gaat over geld, en over de bereidheid om er afstand van te doen ten gunste van de armen. De wet van Deuteronomium 15:1-3 (toegelicht door het vervolg, vers 4-11), bepaalt namelijk dat armen niet tot hun door achtervolgd worden door de plicht tot afbetaling van leningen. Ik geef een voorbeeld. Stel, je leent af en toe geld aan een gezin, dat zelf de eindjes niet aan elkaar kan knopen. In 2016 is er geld nodig voor een tweedehands koelkast en een damesfietsfiets - €75. In 2017 maak je € 125 over voor schoolboeken. In 2018 € 150 voor een tweedehands wasmachine. In 6 jaar bij elkaar opgeteld leen je € 585. Men doet zijn best af te lossen, maar verder dan € 140 euro komt men niet. En dan, na zeven jaar, in 2022: dan wordt er een streep gehaald door de schuld. Dat is niet omdat jij zo ruimhartig bent, maar omdat dat in de wet staat. Het gezin is volgens de wet vrijgesteld van het terugbetalen van de overige € 445.

Adem scheppen

Wat betekent dat, gezien vanuit het perspectief van dat arme gezin? Een enorme opluchting! Want ga maar na. De schulden stapelden zich op. Tot nu toe leende men zonder rente. Maar blijft dat zo? En wat als straks de kinderen meer gaan kosten? En er een forse huurverhoging komt? Het is om wakker van te liggen. En dan is er een wet die zegt: in het zevende jaar wordt er een streep door gehaald. Het gezin krijgt weer lucht, net als op de sabbat, de zevende dag. Die is ingesteld om de mensen op adem te laten komen, Exodus 31:17. Nadrukkelijk zegt de wet, dat dat óók van slaven geldt, Exodus 20:10. Vergelijk dat eens met de Romeinse wetgeving. Die kende ook vrije dagen, maar die waren beslist niet voor slaven bestemd. Nee, dan God de HEER: Hij gunt ook slaven rust op de zevende dag. En daarbij laat Hij het dus niet. Hij breidt de sabbatswet uit tot een wet die ook in het ritme van de jaren voorziet in momenten van opademen. Eens in de zeven jaar kunnen de armen opgelucht adem halen, dankzij deze wet van de kwijtschelding. En ze hoeven zich niet bezwaard te voelen tegenover de schuldeiser. Want die wist waar hij aan begon. Het staat zo in de wet!

Gedrocht

Terug naar de schuldeiser. Hoe zou die zich voelen? Begint ie er eigenlijk wel aan, aan lenen, als het zo staat (vgl. 15:9)? Vanuit het perspectief van de arme is het een fantastische wet. Maar menigeen die leningen verstrekt zal ‘m ervaren als een gedrocht. Een sociale houding wordt zo lelijk afgestraft. En bovendien: wat doet dit met de eigen verantwoordelijkheid van de hulpontvanger? Deze wet maakt het armen wel heel makkelijk om te lenen en het zo nauw niet te nemen… 

Drie argumenten

Er is discussie over geweest of deze wet ooit gefunctioneerd heeft in Israël. Of is het een onwerkelijk ideaal? Of is ie te radicaal en pásten de mensen ervoor deze wet in praktijk te brengen? Uit Jeremia 34:8-22 blijkt, dat men er weinig zin in had om een vergelijkbare wet – Deuteronomium 15:12 – uit te voeren. Het gaat ook werkelijk ver, wat de God de HEER hier bepaalt. Kan Hij dit echt zo bedoeld hebben? Wil Hij dit echt van ons? Ik denk uiteindelijk: ja. Drie argumenten. 1. Als het om het kwijtschelden van zonden gaat is er geen twijfel mogelijk: God scheldt schulden kwijt. Het is perfect in lijn daarmee dat Hij ook de kwijtschelding van materiële schulden gebiedt. 2. God is zelf tegenover ons zo onuitsprekelijk gul. Hij geeft ons oneindig veel meer dan Hij van ons terugkrijgt. Hij laat ons gratis en voor niets wonen in zijn schepping, zorgt voor massa’s voedsel (meer dan voldoende voor zeven miljard mensen), heeft zelf zijn eigen Zoon voor ons prijsgegeven. Het is perfect in lijn daarmee dat Hij ons oproept meer aan armen te geven dan we van hen terugkrijgen. 3. De sabbat is een van de harde kernen van Israëls wetgeving. Dat mensen, ook slaven, regelmatig lucht krijgen, dat is het fundament van Israëls wetgeving. Het is perfect in lijn met het sabbatsgebod dat God wil dat regelmatig een streep wordt gehaald door schulden die als een molensteen om de hals van armen hangen. Vandaar ook 15:4: “Het zal toch niet zo zijn dat iemand van u in armoede zal leven!” God haat armoede.

Vervreemding van God

Als je dit alles overweegt  kun je niet anders dan onder de indruk komen van de vervreemding van onze samenleving van deze God. Niks geen sabbat – mensen leven onder de knoet van een vierentwintig-uurs-economie. Het belang van mensen wordt steeds meer ondergeschikt gemaakt aan geld verdienen. Wat proef je bij ontzettend veel Nederlanders een angst om er ook maar iets bij in te schieten. En dan al die wetten die de belangen van de rijke landen veilig stellen en niet die van de arme landen. O, het schandaal van de armoede. De VN hebben berekend dat In Libanon met zijn 1,5 miljoen vluchtelingen op 4,5 miljoen staatsburgers voor dit jaar alleen al een bedrag van $ 1,7 miljard nodig is voor opvang. Wat er tot nu toe is binnengekomen van de kant van de donoren? Nog geen kwart… (Carolien Roelants in NRC Handelsblad 23 meri 2016). En dan maar praten over ‘opvang in de regio’. Wat is onze wereld ook in dit opzicht ontzaglijk vervreemd van God. En wat kun je je ook als christen op die vervreemding betrappen, wanneer je merkt dat je toch wel erg gehecht bent aan je geld, en aan een kloppende rekening, en armen toch ook met een zeker wantrouwen beziet: “Kunnen ze er nu zelf echt niet een beetje harder aan trekken?” We hebben reden tot schuldbelijdenis.

♦ ♦ ♦ ♦ ♦

De gemeente doet schuldbelijdenis aan de hand van Daniël 9:8

En hoewel het bijna te mooi is om waar te zijn, mogen we toch geloven dat God ons ook deze schuld om Christus’ wil grootmoedig kwijtscheldt. 

            De voorganger leest Mattheüs 26:28 bij wijze van genadeverkondiging.
 
♦ ♦ ♦ ♦ ♦

‘Geven maakt gelukkiger dan ontvangen’

En zo lokt God ons op de weg van zijn rechtvaardige geboden. Ons eigen leven is gebaseerd op kwijtschelding, en op het vertrouwen daarop. Zullen we dan niet durven ook als het om deze wet gaat God te vertrouwen en te doen wat Hij zegt? Dan zullen we merken dat het niet waar is dat deze wet voor diegenen die geld uitlenen een gedrocht is. Vertrouw erop dat wat Christus zegt waar is: “Geven maakt gelukkiger dan ontvangen.” (Handelingen 20:35). Op zijn gezag ga ik u warm maken voor een royale, niet berekenende levenshouding. Hij gaat ons op die weg voor, en het is zaak dat we Hem op die weg volgen, en afstand nemen tot de trend in onze samenleving om ons eigen financiële belang voorop te stellen. Of dat ook in het groot kan, op de schaal van landelijke economieën – het is niet aan mij om dat te beoordelen. Laten christelijke economen maar zeggen wat we met deze wet kunnen in het economisch leven, en of het haalbaar, of zelfs gezond is om landen hun schulden kwijt te schelden, of toch niet. Maar in elk geval kunnen we op de schaal van ons kleine individuele leven ons een gulle levensstijl inoefenen. Wees niet te bang om er bij in te schieten als je iets betekenen kunt voor een ander. Zeker - mensen kunnen misbruik maken van je goedheid. Als iemand daar alles van af weet, dan God. Maar het weerhoudt Hem er niet van mensen te gunnen dat ze weer lucht krijgen. Laten wij zo ook het belang van de ander, dat die weer lucht krijgt, voorop stellen. Maak je geld ondergeschikt aan het sociale, en niet omgekeerd. Neem die afwasbeurt van je broer toch eens over, of het eerlijk is of niet. Wanneer wij recht doen aan hen die tekort dreigen te komen, zullen we er zelf gelukkiger van worden – zo belooft onze Heer!

 Amen.

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.