Preek over Psalmen 99:4,6

2016-07-31 v.m.

Ds. A. van der Dussen

God bemint het recht

Liturgie:

♪ Psalm 138: 1, 4 + E41
♪ E11 – Bless the Lord, my soul
Jacobus 3: 2 en Romeinen 8: 32, 34b
♪ Liedboek. Zingen en Bidden in Huis en Kerk 574: 2, 3
Psalmen 99
♪ Psalm 99
♪ E188 – Wij eren en aanbidden U
♪ Liedboek. Zingen en Bidden in Huis en Kerk 344

Recht doen

Je hoort het mensen wel eens zeggen: “ Ik kan niet tegen onrecht!”  Wat hier van God de HEER gezegd wordt is positiever: Hij is een machtige koning die het recht bemint. God houdt van recht doen. Denk daarbij niet enkel aan een rechtszaal, aan een rechter die een toga aan heeft. Dat hoort er zeker bij, maar ‘recht doen’  gaat in de Bijbel verder. Het houdt óók in dat daadwerkelijk ‘voor slachtoffers van onrecht wordt opgekomen. Een mooi voorbeeld is het verhaal van Abraham en Sara in Genesis 16. Nadat Sara’s slavin Hagar – op voorstel van Sara zelf - van Abraham zwanger was geworden, doet Sara bij Abraham haar beklag over Hagar: die verloor elk respect voor haar meesteres. Abraham is daarvoor verantwoordelijk, en daarom eist Sara van hem dat hij daar wat aan zal doen. Zij neemt hem mee naar de hoogste Rechter:

Laat de HEER maar beoordelen wie er in zijn recht staat: ik of jij. (Genesis 16:5)

Dat boezemt Abraham ontzag in; het verhaal eindigt ermee dat hij het voor zijn vrouw Sara opneemt en haar toestaat Hagar weg te sturen, Genesis 16:6. Tegenover de HEER, die het recht bemint, weet hij zich gehouden om zijn vrouw eerherstel te brengen. Zo mogen wij geloven dat God ook voor ons recht opkomt. Is dat niet om blij mee te zijn? Dat Hij het er niet bij laat zitten als ons onrecht gedaan wordt? Dat het Hem ter harte gaat als jouw eer in het geding is en dat Hij dan voor jou in de bres wil springen?

Het recht van de armen

Iemand ‘recht doen’ heeft dus alles te maken met ‘voor iemand opkomen’, ‘iemand bijstaan’. Toch zegt de uitdrukking ‘recht doen’ net iets meer. Je kunt iemand immers ook bijstaan uit pure vriendelijkheid. Maar als je iemand recht doet, geef je hem waar hij recht op heeft. Zo gaat het in de Bijbel vaak over de rechten van de armen, Exodus 23:6, van weduwen en wezen, Deuteronomium 10:18. Een arme helpen is in de Bijbel niet een kwestie van vriendelijkheid, maar van hem geven wat hem toekomt! Daarnaar verwijst het vervolg van psalm 99:4:

de HEER stelde rechtvaardige wetten vast.

Dat wil zeggen: de HEER heeft vastgelegd wat - bijvoorbeeld - de armen toekomt. Ook dat is een kant van zijn liefde voor het recht. Hij heeft er een behagen in om orde te brengen in de samenleving, zodat niemand tekort komt. Maakt dat God niet tot Iemand om veel van te houden?

Voorbede

Zeker, maar het omgekeerde geldt ook. Als zo onze God is, kunnen wij alleen maar bij Hem horen als wij zijn liefde voor het recht delen. God liefhebben, een relatie met Hem hebben, en je niet druk maken om het recht in de samenleving – dat kan niet. Toch is dat in Israël veel gebeurd. Zou het daarom zijn dat even verder in de psalm gewezen wordt op de priesterlijke voorbede van Mozes en Samuël, en op Gods vergeving, vers 6,8? De vorming van het volk Israël was wat God betreft bedoeld om een oase van recht te creëren in deze wereld vol onrecht. Zie vers 4b:

Recht en gerechtigheid in Jakob: ze zijn uw werk.

Maar hoe weinig hebben de Israëlieten zijn liefde voor het recht gedeeld. De profeten hebben Israël daarom aangeklaagd:

Waar eens recht heerste en gerechtigheid woonde, daar huizen nu moordenaars.
Je vorsten zijn schurken, ze houden het met dieven,
ze denken alleen aan geschenken en steekpenningen.
Wezen bieden ze geen bescherming, het lot van weduwen laat hen koud. (Jesaja 1:21,23)

Werkelijk: Gods volk heeft de priesterlijke voorbede hard nodig. Dat geldt ook van ons. Als God ook ons niet echt meekrijgt in zijn liefde voor het recht – hoe zouden wij kunnen bestaan als er niet het offer en de priesterlijke voorbede waren van Christus voor ons? Daar leven wij van, wij, die ook in dit opzicht vaak struikelen (Jakobus 3:2).

God is heilig

Dat is geruststellend. Maar ga nu niet over tot de orde van de dag. Want de God die zo genadig is om naar de priesterlijke voorbede te luisteren, is wel een heilige God. Driemaal staat het in deze psalm:

Heilig is Hij! ( vers 3, 5, 9 – vgl. het drie-maal ‘heilig’ in Jesaja 6:3)

Dat wil zeggen: groot en geducht is Hij, vers 3, en het past ons om ons voor Hem neer te buigen, vers 9. Maar dan is ook zijn liefde voor het recht heilig. Het wil in ons hart gegrift worden: God bekommert zich om het recht van de armen. Ook dáárom is zijn Zoon naar de aarde gekomen: om blinde bedelaars bij te staan, arme weduwen, de melaatsen voor wie de samenleving zijn neus ophaalde. Zijn bemoeienis met hen heeft alles te maken met Gods wil, dat aan zulke verschoppelingen recht wordt gedaan. Dus: als u een goede relatie met God wilt hebben volg Christus dan na in zijn zorg voor de gedupeerden in de samenleving. En om die grote woorden ‘recht doen’ te vertalen in iets dat binnen uw bereik ligt: let eens op, of er iemand in uw omgeving is die minder krijgt dan hem toekomt. Let wel: dat is niet hetzelfde als iemand die vindt dat hij minder krijgt dan hem toekomt. Nee, ik doe een appel op jouw gevoel voor recht. Zie jij iemand die naar jouw oordeel minder aandacht, minder support, minder eer krijgt dan hem toekomt? Heb dan het recht lief, door zelf die ander wat tijd en aandacht te geven, support (eventueel geldelijke), een compliment misschien. Niet omdat die ander zielig is, maar omdat dat hem toekomt. Ik beloof je: als je dat doet, zal het je relatie met God ten goede komen. Amen.

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.