Preek over Jesaja 55:7, 12

2016-04-24 n.m.

Ds. A. van der Dussen

Vergeving en redding

Liturgie:

♪ Zingen en bidden in huis en kerk lied 150a
♪ Gezang 409: 1, 2, 4
Jesaja 55
♪ Psalm 86: 2, 5
♪ Hemelhoog lied 523 (= Geloofsbelijdenis)
♪ Psalm 36: 2
♪ E131 – Hem die op de troon gezeten is

Eigen schuld, dikke bult

Vanmiddag wil ik u vanuit Jesaja 55 laten zien hoe Gods vergeving altijd uitloopt op zijn redding. Kijk maar, hoe vers 12 volgt op vers 7:

Laat de goddeloze … terugkeren naar onze God,
die hem ruimhartig zal vergeven. (55:7b)
 
Vol vreugde zullen jullie uittrekken
en in vrede zul je huiswaarts keren (55:12a)
 
Eerst is er de vergeving voor de mensen die schandelijke dingen hebben gedaan. Dan is er hun vrolijke thuiskomen. Het blijft er dus niet bij dat God mensen hun zonden vergeeft. Daarop volgt vroeg of laat dat Hij hun te hulp schiet en het goed met hen maakt. En dus hoef je er niet bang voor te zijn dat je voor altijd moet opdraaien voor de gevolgen van foute keuzes. Er wordt een streep gehaald door het gezegde “Eigenschuld, dikke bult.” Zo’n volkswijsheid brengt kernachtig onder woorden wat de ervaring leert: je hebt jezelf ermee als je het verkeerde kiest. Er zit ook iets van schouderophalen in: ”Had je maar niet zo stom moeten zijn.” Als ik me niet vergis wordt dat ook steeds meer het klimaat in onze samenleving. We worden teruggeworpen op onze eigen inzet en verantwoordelijkheid. “Leun niet op een ander, maar maak zelf iets van je leven. Je kunt het!” Maar dan ook omgekeerd: “Ik heb je gewaarschuwd. Je bent stom bezig geweest. Nou moet je het zelf maar uitzoeken.” En dus moet iemand die stug blijft doorroken er niet gek van opkijken als de ziektekostenverzekering daardoor flink duurder uitpakt. Je dacht toch zeker niet dat anderen daarvoor opdraaien?

God jouwe vriend

Daar zit iets in. Ervan uitgaan dat anderen automatisch de vervelende gevolgen opvangen van jouw onverstand, dat is te gemakkelijk. Het hoort bij de opvoeding tot volwassenheid dat een mens zijn verantwoordelijkheid neemt, ook voor z’n ongeluk dat hij zelf veroorzaakt heeft. Toch kan dit, christelijk gesproken, het laatste woord niet zijn. Want God is anders! Hij doorbreekt dat noodlottige mechanisme dat je zelf opdraait voor de gevolgen van een verkeerde keuze. Want Hij wil ‘ruimhartig vergeven’ (Jesaja 55:7) En die vergeving blijft niet beperkt tot een vriendelijke gezindheid. In zijn vergeving wordt God je vriend, die jou niet aan je lot overlaat, al heb je het er nog zo naar gemaakt. Er komt altijd heilzame actie van als God vergeeft. Moeten in onze samenleving mensen steeds meer opdraaien voor de gevolgen van hun misstappen – onze God is bereid mensen te hulp te schieten, zelfs als zij willens en wetens het kwade hebben gekozen.

Jesaja 55

Het kwade, ja. Want in Jesaja 55 gaat het om ergere dingen dan om zo iets onverstandigs als te veel roken. Dit is een profetie voor de Israëlieten in ballingschap. Het is de afsluiting van het gedeelte van dit Bijbelboek dat begint met hoofdstuk 40, het beroemde hoofdstuk dat troost belooft aan de ballingen in Babel. Hier, in Jesaja 55, kun je ook duidelijk dat stralende begin terughoren. Zo correspondeert 55: 11 met 40: 8: wat God zegt zal gebeuren! De oproep aan de goddelozen om terug te keren tot de HEER, 55:7, is dus gericht tot Israëls ballingen. Zij waren inderdaad goddeloos geweest, dat wil zeggen: ze hadden verdorven gehandeld, 13:11, en hadden onbegrijpelijk hardleers volhard in het kwaad doen, 26:10. Niet zomaar was hun land van hen afgepakt. Ze hadden het ernaar gemaakt. Ze waren het na eeuwen wangedrag niet meer waard geweest in het land van melk en honing te wonen. De stad Jeruzalem en de tempel lagen ook niet zomaar in puin. Israël had God de HEER zó hardnekkig genegeerd, dat Hij uiteindelijk had gezegd: “OK, dan trek Ik me wel terug. Dan mogen jullie naar hartenlust tempels van andere goden bezoeken (vgl. Jeremia 16:11-13).” Met andere woorden: eigen schuld, dikke bult. Zie Jesaja 3:11:

Wee de goddeloze, het gaat hem slecht,
al wat hij doet wordt hem vergolden.
 
Maar daar blijft het dus niet bij. Het ongelooflijke is, dat God zich toch weer ontfermt over die goddeloze bende. De HEER belooft hier dat die ballingen, die moesten boeten voor hun goddeloosheid, terug zullen keren naar huis. Stralend klinkt het in vers 12:

Vol vreugde zullen jullie uittrekken
en in vrede zul je huiswaarts keren.

In verrukkelijke beeldspraak wordt eraan toegevoegd:

Bergen en heuvels zullen je juichend begroeten,
en alle bomen zullen in de handen klappen.

Dat is nog eens thuiskomen! Wat een warm onthaal is dit! En zie nu goed dat deze belofte gekoppeld is aan Gods aanbod van vergeving, 55:7:
 
Laat de goddeloze terugkeren naar onze God,
die hem ruimhartig zal vergeven.

Dus ook als je door je eigen foute keuze misère over je heen hebt gehaald, heb je alle reden om naar God toe te gaan. Zeg niet: “Hij zal me zien aankomen.” Er is bij Hem ‘ruimhartige vergeving’. Mooi, dat woord ‘ruimhartig’. Er is volop ruimte in Gods hart voor jou, ook als je stom en boos bezig bent geweest. Letterlijk staat er: “Hij vergeeft menigvuldig.” Dus: steeds weer opnieuw. Zeventig maal zeven maal (vgl. Matteüs 18:22). Dezelfde woorden worden gebruikt in psalm 86:

Ja, tot U hef ik mijn leven,
Gij zijt mild om te vergeven,
rijk in goedertierenheid. (berijming couplet 2)

En dan kun je er ook van op aan dat God zijn schouders onder je leven zet. Dan heb je ook een echte vriend aan Hem. Steeds weer valt in de Bijbel daar nadruk op, dat God – mag ik het in alle eerbied zeggen – een doener is. Dat ruime hart van Hem zet Hem ertoe aan ons te hulp te schieten.

Gij doet wonderen aan ons leven.
Gij zijt God, ja Gij alleen,
goedertieren om ons heen. (Psalm 86:5 berijming)

Avondmaal

Zo zit er dus ook een verstrekkende belofte in, als God ons aan het avondmaal in brood en wijn zijn vergeving aanbeidt. In feite biedt Hij ons daarmee zijn vriendschap aan, en dan ook: zijn hulp. Bij het avondmaal komen Goede Vrijdag en Pasen samen. Goede Vrijdag: vergeving van de zonden. Pasen: redding van de dood. Vertrouw daarop voor heel je leven. Blijf niet hangen in het gevoel, dat je dingen verkeerd hebt gedaan en dat je zult moeten leven met de gevolgen daarvan. Denk niet te zuinig van God, alsof je geen aanspraak meer kunt maken op zijn hulp wanneer je de verkeerde weg hebt gekozen. Nee, God is anders – wonder boven wonder. Daarom wil de viering van het avondmaal je vertrouwen in Hem aanwakkeren. Aan het avondmaal belooft Hij je niet alleen dat Hij je ruimhartig vergeeft, steeds opnieuw. Het gaat nog verder: Hij belooft je ook dat je op Hem kunt rekenen. Omdat Hij een God van vergeving is gaat Hij vast en zeker de schouders onder je leven zetten. Daar mag je op rekenen.

Amen.

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.