Preek over Jeremia 31:2-9 en Jeremia 31:31-34

2015-09-20 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Gods verbond (3) - vernieuwing

Liturgie:

♪ Psalm 25a (Liedboek 2013)
♪ E73 – Here der heren
♪ Hemelhoog 594 – Hij is verheerlijkt
Jeremia 31: 2-9, 31-34
Verkondiging – Een nieuw verbond
♪ Psalm 78: 3, 4
♪ Hemelhoog lied 298 – Genade zo oneindig groot (Amazing grace)
♪ E62 – Heer, doorgrond mijn hart
♪ E105 – Jezus vol liefde
Geloofsbelijdenis

Nieuw

Als u geïnteresseerd bent in nieuwe dingen en  in technische innovaties, let dan op deze tekst over een nieuw verbond. Het is een opmerkelijke tekst. Het Oude Testament is namelijk karig in het gebruik van het woord ‘nieuw’. Als het een keer gebruikt wordt, kun je er zeker van zijn dat het gaat om iets totaal nieuws, iets ongehoords. Zo trekt deze belofte de aandacht: God de HEER zal zijn verbond met zijn volk totaal vernieuwen! Dat deze tekst bijzonder is blijkt ook hieruit, dat ze voluit geciteerd wordt in het Nieuwe Testament, zie Hebreeën 8:8-12. Er is zelfs geen langer citaat uit het Oude Testament in het Nieuwe dan dit! We hebben dus alle reden om onze oren te spitsen en te vragen: “Wat is dan dat nieuwe, dat ongehoorde?” Het antwoord op die vraag is glashelder. Het radicaal nieuwe dat God tot stand gaat brengen is dit: dat mensen eindelijk gaan doen wat Hij in zijn wet van hen vraagt. En dan niet, omdat ze bang zijn anders straf te krijgen, of omdat ze in de hemel willen komen, of omdat ze daardoor een goed gevoel willen krijgen. Nee, het nieuwe en ongehoorde is, dat mensen straks naar de wil van God zullen leven, eenvoudig omdat ze het op hun hart hebben. De HEER zegt:

Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven. (31:33)

Weet je wat dat betekent? Dit;


Wat is er met ze gebeurd? Vanuit hun binnenste willen ze de dingen die God wil.

Machtigen

Dit is bijzonder. Extra bijzonder is, dat dat zal gelden van de meest verschillende mensen. Zie  vers 34:

Men zal elkaar niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden: “Leer de HEER kennen,” want iedereen, van groot tot klein, kent mij dan al.

Let op die woorden ‘van groot tot klein’. Die moeten hier worden uitgelegd als ‘van de topmannen en –vrouwen, de machthebbers dus, tot u en mij, de gewone man in de straat’. Vgl. Jeremia 6:13. Iedereen, van welke maatschappelijke status ook, zal de HEER kennen. Bedenk daarbij, dat dat woord ‘kennen’ meer omvat dan het enkele ‘weet hebben van’. Wie God kent is vertrouwd met Hem, heeft omgang met Hem, luistert naar Hem, erkent Hem als Heer en Meester. Het ‘kennen’ van God heeft alles te maken met dat ‘doen wat Hij vraagt’. Wat God hier belooft is dus dat ook mensen met een hoge positie met heel hun hart op God de HEER gericht zullen zijn en willen doen wat Hij vraagt. Dat is zo opmerkelijk, omdat zulke mensen de neiging hebben om zichzelf centraal te stellen en om hun eigen ding te doen. Zij hebben immers de macht! Omgekeerd zijn zij niet gewoon om hun eigen beperktheid te zien en te accepteren, en om te erkennen: “Dit kan ik misschien niet. Dit weet ik niet zo goed.” Daarom is het voor mensen met macht een hele klus om God te erkennen, in bescheidenheid op Hem een beroep te doen, en zich op zijn wil te richten. Het is werkelijk iets bijzonders als álle mensen, van zeer machtig tot heel onbeduidend, dicht bij God leven, en met heel hun hart zijn wil willen doen.

Vluchtelingen

Hoe ongehoord het is als dat gebeurt, kun je beseffen als je er een concrete voorstelling van maakt. Ik denk aan de problematiek die ons in deze tijd zo bezig houdt: het gegeven dat Europa overspoeld wordt door vluchtelingen. Wat een drama is dat. Die hemelschreiende nood schreeuwt om een oplossing. Alleen – die oplossing is er niet. Daarvoor is de problematiek veel te ingewikkeld en te groot. Er zou pas echt een oplossing komen als de oorlog in Syrië en de dictatuur in Eritrea beëindigd zouden worden. Zolang geen mens kans ziet daarop effectief aan te sturen, zullen die enorme vluchtelingenstromen Europa blijven overspoelen. Dat betekent dat de Europese regeringsleiders blijven improviseren, zo goed en zo slecht als dat gaat. Soms gaat het slecht: in sommige landen zie je het beleid ontsporen. Het loopt de machthebbers daar boven het hoofd; ze weten het ook niet meer. Dat is geen schande. Een schande is het pas, wanneer politici lak hebben aan Gods geboden en bijvoorbeeld hard schreeuwen dat er een hek om Europa moet en dat die vluchtelingen het zelf maar moeten uitzoeken. Dan haal je niet alleen je schouders op over Gods gebod om je naaste lief te hebben; dan overschreeuw je ook je eigen beperktheid, en suggereer je een veiligheid die niet bestaat. Politici die doen alsof ze de oplossing wél weten en suggereren dat zij de zaak volkomen onder controle hebben, zijn laakbaar. Ten onrechte doen ze alsof ze met hun macht in staat zijn ook deze klus te klaren. Zet daar nu eens het nieuwe verbond tegenover. Als gebeurt wat God de HEER belooft, dan erkennen we allemaal samen, de machtigen en de man in de straat, dat God onze Heer en Meester is. Dan richten we ons op Hem en zijn wil, juist als we te maken hebben met een probleem dat onze ménselijke krachten te boven gaat. Dan eindigt een troonrede met de smeekbede: “Willen jullie alsjeblieft voor ons bidden. Wij willen bij de HEER te rade gaan, want onze wijsheid schiet te kort.” Dan laten ook de gewone mensen zich niet aanpraten dat er simpele oplossingen zijn, en durven zij een kwetsbaar Europa aan, omdat zij hun vertrouwen niet stellen op menselijke veiligheid maar op God. Maar hoort u hoe onwerkelijk dit klinkt? Zo gaat het niet in de wereld. Nee, het is ongehoord nieuw wat de HEER in het vooruitzicht stelt.

Zeven opmerkingen

Ik ga nu nog wat dieper op de tekst in. Ik maak zeven opmerkingen.

1.    U kunt in vers 33 de verbondsformule herkennen:

Dan zal ik hun God zijn en zij mijn volk.
 
Ik verwijs naar wat ik hierover zei in mijn tweede preek over Gods verbond, die over Zacharia 8.

2.    God sluit zijn nieuwe verbond in eerste instantie met het volk van de Joden. De christenen uit de heidenen zijn er later bij gekomen. Weer verwijs ik naar mijn preek over Zacharia 8.

3.    De HEER wijst een groot pijnpunt aan: het verbond dat Hij met Israël gesloten had werkte niet doordat de mensen onverbeterlijk waren. Het is echt een pijnpunt: vol liefde en zorg had Hij hen bij de hand genomen (zo letterlijk in vers b32!) om hen uit Egypte weg te leiden. Maar de Israëlieten waren niet van Hem gediend – “Zij hebben dat verbond verbroken.” Het wordt van Israël gezegd, maar het raakt ons niet minder. Wat is dat toch, dat wij mensen het zo moeilijk vinden om dichtbij God te blijven, om te doen wat Hij zegt, om in alles met Hem te rekenen en op Hem te vertrouwen, om minder op onszelf gericht te zijn, om – te veranderen? Laten wij het niet gewoon gaan vinden. Het is een drama, dat Gods verbond met ons niet werkt. Het is erg, en het past ons als Christus’ gemeente om uit te spreken dat ook wij dat erg vinden. Laten wij daarom nu in een moment van verootmoediging zingen psalm 78:3 en 4, met die onthutsende slotregels:

Op Gods verbond werd niet door hen gelet,
zij weigerden te wandelen in zijn wet.

♦ ♦ ♦ ♦ ♦

4.    God had kunnen zeggen: “Ik laat de mensen uitsterven en maak wel een mooie nieuwe wereld zonder mensen.” Maar dat doet Hij niet. Hij blijft vasthouden aan die mensen, die Hem zo teleurgesteld hebben en met wie niets te beginnen valt.  Dat spreekt allerminst vanzelf. Dat is alleen maar mogelijk dankzij Gods vergevingsgezindheid. Met zoveel woorden zegt de HEER het:

Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan. (31:344)

Indrukwekkend is dat. Het is om je diep over te verbazen. Laat ik er nog eens aan herinneren dat in onze traditie doelbewust wordt gesproken over Gods ‘genadeverbond’. Het getuigt werkelijk van genade dat God zijn verbond met ons mensen wil vernieuwen. Besef, dat dit perspectief er niet zou zijn zonder zijn genadige vergeving.

5.    God gaat er voor zorgen dat het goed komt met de wereld, doordat het goed komt met de mensen. Dat nodigt uit tot hoopvol leven. Denkt u wel eens: “Het komt nooit meer goed?” Het zou niet vreemd zijn. Het is om somber van te worden, dat de geschiedenis van de mensheid er menselijkerwijs een is van totale onverbeterlijkheid. Het gevoel kan je bekruipen, dat er altijd is gemoord en gestolen en dat dat zo wel zal blijven... “Nee!” zegt de HEER. “Ik ga iets nieuws maken!” Wel, daarvoor zit u in de kerk vanmorgen, om uit de somberte te komen over wat erin de wereld gebeurt. Knoop het in uw oren: onze God gaat zijn verbond volledig vernieuwen. Heb daarom hoop!

6.    Wat er van deze belofte terecht komt? Dit: onze Heer Jezus is gekomen. De Jood Jezus. In hem wordt deze belofte vervuld. Want van Hem geldt, dat Hij ononderbroken dicht bij God leeft, en op zijn hart heeft om de wil van de Vader te doen en niet die van Hemzelf. Denk aan zijn gebed in Getsemane:
 
Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt. (Matteüs 26:39)

De vervulling van de belofte van het nieuwe verbond is historische werkelijkheid geworden in Jezus van Nazaret. Heb daarom hoop. Het begin is er! Het wordt echt wat met deze belofte.

7.    En wijzelf? Door de Geest wil God ons al nauwer verbinden met onze Heer Jezus. Door de Geest wil Hij ons tot nieuwe mensen maken (Efeziërs 4:24)  – mensen van het nieuwe verbond. Treffend is de manier waarop Paulus het aanduidt:

niet het verbond van een geschreven wet, maar dat van zijn Geest. Want de letter doodt, maar de Geest maakt levend. (2 Korintiërs 3:6)

Dankzij de uitstorting van de Heilige Geest krijgt het nieuwe verbond dus ook voor ons een begin van realisering. Zet daar je hart op. Wil dat. Ga door de kracht van de Geest als discipel leven. God belooft dat het van lieverlee je eigen zal worden, het innerlijk verlangen om de wil van God te doen. Amen.

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.