Preek over Marcus 3:1-6

2015-03-15 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Voor jou gaat de Heer aan het kruis

Liturgie:

Welkom
♪ Psalm 84: 1, 2
Groet
♪ E38: 4 – In de Heer vind ik heel mijn sterkte
Nel de Waal vertelt een verhaal
♪ E45 – Gij hebt uw vrienden eens bijeen geroepen
♪ E121 – Komt tot mij
Gebed
Marcus 3: 1-6
Preek over Marcus 3: 1-6
♪ E77 – Hij kwam bij ons heel gewoon
♪ E65 – Heer ik prijs uw grote naam
Lezing van Gods geboden
♪ E157 – Trouwe Vader in de hemel
Geloofsbelijdenis
De jongeren van de Oekraïne-reis stellen zich voor
Dankgebed en voorbede
♪ Psalm 42: 7

Bekeken

Daar staat ie dan, die man met die verschrompelde hand. We weten niet hoe hij heet, maar hij staat ineens in het middelpunt van de belangstelling. Iedereen kijkt naar hem. En nu ziet iedereen die hand. Die is ‘verschrompeld’. Letterlijk weergegeven (zo doet de Statenvertaling het): ‘verdord’. Het is niet meteen duidelijk wat je je daar bij moet voorstellen. Maar ongetwijfeld moet het een akelig gezicht zijn geweest. Het viel Jezus in elk geval meteen op. En als de man door Hem dan midden in de kring wordt geplaatst, wordt de blik van alle omstanders op die rare hand gericht. Ze stoten elkaar aan. “Zie je die hand?” Zo doen wij dat ook wel eens. Er loopt iemand met een rare bult op zijn rug voorbij en dan kijken we om en stoten we elkaar aan. “Zag je dat?” Wat kun je je bekeken voelen, om die bult. Of om die domme pukkels op je gezicht. Vreselijk, als ze daar dan aandachtig naar kijken.

Straf

En dan te bedenken dat in de Bijbel alleen mensen die iets verkeerds gedaan hadden een verschrompelde hand hadden! In het Oude Testament lezen we twee keer over iemand met een ‘verschrompelde’, ‘verdorde’ hand. Beide keren betreft het een straf van God. De eerste keer gaat het om een koning die iets verkeerds deed, koning Jerobeam, de opvolger van Salomo. Hij regeerde over de tien Noordelijke stammen en organiseerde een tempeldienst waardoor het volk ‘tot zonde verviel’, 1 Koningen 12:26-30. De HEER stuurde daarom een profeet op hem af die hem het oordeel moest aanzeggen, 1 Koningen 13:2,3. Jerobeam werd woedend op de man en  wilde hem laten arresteren. En toen gebeurde het. Hij wees met zijn hand naar de profeet en zei:

“’Grijp hem!’ Maar zijn uitgestrekte arm verstijfde (Statenvertaling: verdorde), hij kon hem niet meer naar zich toe bewegen.” (1 Koningen 13:4)

Nu weten we meteen meer: een ‘verschrompelde’ hand hebben betekent kennelijk dat hij volkomen verstijfd is. Wat de koning hij ook doet – hij krijgt er geen beweging in. Hij weet niets anders te doen dan de profeet die hij wilde laten arresteren, smeken om voor hem te bidden:

Bid voor mij en probeer de HEER uw God te vermurwen, zodat ik mijn arm weer kan bewegen.”(1 Koningen 13:6)

Het is wel de opperste ironie: de koning dacht die profeet wel even te kunnen uitschakelen. Maar in werkelijkheid is hij volkomen van hem afhankelijk. En alleen dankzij Gods genade hoeft hij niet de rest van zijn leven met een verstijfde, verdorde’ hand te lopen. Dat is anders bij de man die onze Heer Jezus op de sabbat midden in de kring plaatst. Die loopt blijvend met deze afschuwelijke handicap rond. Je ziet de Joden, die het verhaal van koning Jerobeam ongetwijfeld kenden, al denken: “Dan zal ook hij wel iets op zijn kerfstok hebben.” Trouwens – ik zei het al – er staat nog een keer in de Bijbel dat iemands hand voor straf verdorde, zie Zacharia 11:15-17. Ook daar gaat het om een leider die door de profeet bestraft wordt vanwege zijn wangedrag:

Wee de nietsnut van een herder
die de kudde in de steek laat.
Moge zijn arm verschrompelen (verdorren, Statenvertaling)
en het licht in zijn oog doven. (Zacharia 11:14)

De keuze voor het kruis

Nee, we weten verder niets af van die man met die verschrompelde hand. Maar het kan wel haast niet anders of hij had de ellende aan zichzelf te wijten. Daar staat hij, midden in de kring. Bekeken. En geminacht. Ga er maar van uit dat alles aan hem nietig en onbeduidend was. Want met zo’n hand zal deze man nooit hebben kunnen werken. ’t Zal wel een arme sloeber geweest zijn, een bedelaar misschien. En nu zeg ik u dit: “Onze Heer Jezus gaat voor die man aan het kruis.” Ja, zie hem maar goed staan, die loser, onaanzienlijk en veracht als wij was. En laat het tot u doordringen: voor zo’n man ging de Heer aan het kruis. En dus zeg ik tegen jou: “Hoe je er ook uit ziet; hoe stompzinnig je jezelf ook voelt; hoe dom je ook bent geweest in je leven; hoe wiebelig je geloof ook is; hoezeer je ook door de grond gaat als je de blikken van mensen en van God op je gevestigd voelt – weet dit: voor jou gaat Jezus aan het kruis.”

Een levensgevaarlijke keuze

Ja, ik weet het, ik ga te snel. Want wat in dit verhaal staat is dat onze Heer Jezus die man geneest. Dat ik dat nou toch oversla! Is er iets mooier dan dat? Ja, het is prachtig, dat Jezus die man midden in de kring plaatst, niet om hem belachelijk te maken of aan te klagen maar om hem te genezen. Wat een weldaad is dat voor die man. Ineens krijgt hij toekomst, en baadt hij in het licht van Gods goedheid. Prachtig, inderdaad. En toch is nog één ding prachtiger. Dat is dat Jezus wist dat het zijn dood zou worden als hij die man zou genezen, en het desondanks doet. Lees maar vers 6:

De Farizeeën gingen meteen overleggen hoe ze hem uit de weg zouden kunnen ruimen.

Vanwaar deze giftige reactie van de Farizeeën? Heel eenvoudig:  deze genezing vond plaats op de sabbat. Ik zei nu wel dat iedereen naar die man met zijn verdorde hand keek. Maar volgens Marcus 3:2 hielden ze vóór alles de Heer Jezus scherp in de gaten. Want het was sabbatdag, en al eerder had Hij op de sabbatdag een schandaal veroorzaakt, Marcus 2:23,24. Zou Hij ook deze keer het sabbatsgebod met voeten treden? Vol spanning kijken ze toe hoe Jezus die arme sloeber midden in de kring plaatst. En als Hij hem dan inderdaad geneest weten ze genoeg. Ze hebben te maken met iemand die stelselmatig ingaat tegen het gebod om de sabbat te heiligen. Daarop stond de doodstraf, Exodus 31:14. Onze Heer wist dat natuurlijk heel goed. Hij wist dat Hij, door de man op de sabbatdag te genezen, een levensgevaarlijke keuze maakte.

Niet herkend

Het is verleidelijk om af te geven op die boosaardige en kleingeestige Farizeeën. Maar het zou zo maar kunnen dat we onszelf daarmee verstrikken in al te simpele wijsheden en hun onrecht doen. Want het gaat hier allerminst om de tegenstelling tussen  bekrompen letterknechten en verlichte geesten. En het had zomaar gekund dat wij in hun plaats precies dezelfde aanstoot aan Jezus hadden genomen. Aan de orde is de heilige wet van God, die van generatie op generatie onder de Joden in ere was. Iemand die meent met die traditie te kunnen breken en op de plaats van Mozes zelf te gaan zitten – dat is toch pure revolutie? Want dat is het wat Jezus doet: 1. Hij breekt met een heilige traditie en 2. Hij gaat op de stoel van Mozes zitten.

1.    Door iemand op de sabbatdag te genezen breekt Hij met de heilige, eeuwenoude traditie, die teruggaat op het vierde van de tien geboden:

Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is ene rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. (Exodus 20:8-10)

Bedenk daarbij, dat het om zo te zeggen Jezus’ dagelijks werk was om zieken te genezen, vgl. Marcus 1:34. Hoe uitdagend is het dus van Hem om daarmee gewoon door te gaan, en zo het verschil tussen de zevende dag van de week en de andere dagen te laten vervagen. Hij had toch ook tegen de man kunnen zeggen: “Kom morgenochtend om kwart over zeven maar terug!”? Dan was er geen vuiltje aan de lucht geweest. Maar Hij zet de zaak op scherp door doelbewust de man op de sabbatdag te genezen. Wie denkt Hij wel dat Hij is?

2.    Door de verantwoording die Hij van zijn daad geeft gaat Hij als het ware op de stoel van Mozes zitten. Hij komt de Joden wel even vertellen waar het om gaat op de sabbatdag:
 
“Wat mag men op sabbat doen: goed of kwaad? Een leven redden of vernietigen?” (Marcus 3:4)

Maar daarmee weet hij het beter dan Mozes. Volgens Mozes was de vraag of je op de sabbat mocht werken. Jezus lijkt het beter te weten. Volgens Hem is de vraag of je op de sabbat goed mag doen. Nog eens: wie denkt Hij wel dat Hij is?

Werkelijk, hier staat niet een ruimhartig denkend mens tegenover types die zich alleen maar angstvallig aan de regeltjes houden. Hier staat iemand met de pretentie dat Hij mag afwijken van wat Mozes gezegd heeft, vgl. Marcus 10:3-9. En dus stonden de Farizeeën voor de keus om hetzij Jezus te veroordelen, hetzij Hem te erkennen als groter dan Mozes – als de Messias. Dat laatste komt kennelijk in hun hoofd niet op. En laten we eerlijk zijn: zou het toen in ons hoofd wel zijn opgekomen? Maar dat is dan ook de vreselijke inhoud van hun besluit om Jezus te doden: ze hebben Hem niet herkend als de Messias, en Hem verworpen. Zo zijn ze in al hun ijver voor de wet even hardleers als hun voorgeslacht, de Joden die in hun ijver voor de wet de profeten doodden, vgl. Jeremia 11:9; 18:18. Vandaar dat Jezus hen “boos” aankeek, maar ook “diepbedroefd vanwege hun hardleersheid”, Marcus 3:5. Hem wijzen ze af, in zijn levenreddende aanwezigheid als de Messias van Israël.

Geloven in de Messias

Daarom zei ik: “Jezus gaat voor die man, en voor jou, aan het kruis.” Hij heeft trouw willen zijn aan zijn opdracht, en daaraan zijn eigen leven ondergeschikt gemaakt. Hij heeft bewust de hoogste prijs betaald voor het redden van die arme sloeber: Hij heeft zichzelf laten verwerpen. “Alzo lief heeft God de wereld gehad… ´(Johannes 3:16) En nu nog één ding: heb dus het hart niet om neer te zien op mensen die er raar uitzien, om die mensen te kleineren, of zelfs te pesten. Jezus vraagt van ons dat wij Hem volgen op deze weg. Hoe? Door net als Hij deed het vierkant op te nemen voor mensen, voor wie anderen misschien geen dubbeltje geven. Als je gelooft in deze Messias, kan het niet anders of je volgt Hem na in zijn erbarmen over nietige en nietswaardige zondaren.  Amen.

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.