Preek over Psalmen 111:1

2014-07-06 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Dankbaarheid

Liturgie:

♪ Gezang 460
♪ Psalm 100
♪ E 71: 2 – Heer, ‘k wil komen in uw nabijheid
Psalmen 111
♪ Psalm 111: 1, 6
♪ E17 – Dank U voor de wonderen die gebeuren
♪ E13 – Breng dank aan de Eeuwige

Waarom je óók naar de kerk gaat

Een van de redenen die je kunt hebben om naar de kerk te gaan is dat je een preek wilt horen, om zo als het ware aan de voeten van de Here Jezus te gaan zitten. Er zijn ook mensen die zeggen: “Ik vind het fijn om naar de kerk te gaan, omdat ik daar mijn vrienden ontmoet en de broeders en zusters die mij lief zijn.” Sommigen zeggen: “Ik ga naar de kerk om de zegen van God te ontvangen!” En u, en jij? Is er onder u misschien iemand die zegt: “En ik ga naar de kerk om God te prijzen!”? In elk geval is dat een motivatie die je kunt ontlenen aan psalm 111. Want dat is een loflied van een man die er bewust voor gekozen heeft om de HEER lof toe te zwaaien. Zie vers 1:

Ik wil de HEER loven met heel mijn hart.

Dit is geen aansporing, maar een voornemen. Deze man besluit ertoe. Hij kiest ervoor om zich aan te sluiten bij de lofprijzende gemeente:

Ik wil de HEER loven met heel mijn hart in de grote kring van oprechten.
De grote kring van oprechten: daarmee wordt Gods volk bedoeld, de gemeente. (vgl. Ezechiël 13:9: de kring van mijn volk) De dichter van psalm 111 zegt dus: “Ik doe mee. Ik sluit me bij ze aan. Ik ga er bij staan, bij die lofprijzende gemeente.” Hoort u? Ook zó kun je gemotiveerd zijn om naar de kerk te gaan. In de kerk is Christus’ gemeente bijeen om God de lof te zingen en jij voegt je daarbij.

Waarom God loven?

Maar waarom eigenlijk: God loven? Het is opvallend, zoveel en zo vaak als in de Bijbel de loftrompet op de Here God wordt gestoken. Waar is dat goed voor? Zou Hij dat niet een keer moe worden, alsmaar horen hoe goed en groot Hij is? Wel, ik zou denken dat die nooit eindigende ‘ode aan God’ geboren wordt uit de verrassende ervaring dat God het echt waard is om geloofd te worden. Nog wat aangescherpt: het loflied is een medicijn tegen mopperen. Het is het fundament onder een dankbare levenshouding. Ik zal dat in deze preek uitwerken.

De wereld loven?

Het beslissende punt is dat je op de wereld en op de mensen nooit zonder reserve de loftrompet kunt steken. Natuurlijk, er is veel dat ons in vervoering brengt.
  • Wat een fantastische zonsondergang was dat!
  • Geweldig, zoals die arend daar boven de rotsen zweeft!
  • Wat een kei ben jij in voetballen!
  • Wat een mooi meisje is dat!
Als je zulke dingen zegt, ben je aan het loven. Maar er zijn altijd dingen waardoor die lof je in de keel blijft steken. De zee kan prachtig kleuren bij een zonsondergang, maar in diezelfde zee kun je verdrinken. Je kunt helemaal weg zijn van een fantastisch snelle auto, maar in diezelfde auto kun je verongelukken. Mensen kun je hoog hebben en liefhebben en bewonderen, maar diezelfde mensen kunnen je bedriegen en zeer doen. De wereld waarin wij leven heeft altijd twee kanten: een mooie, en een zwarte kant. Soms is de wereld ronduit afgrijselijk. Denk aan de oorlog in Syrië, de mensonwaardige omstandigheden in vluchtelingenkampen, het brute onrecht, de walgelijke verwording om je heen. Ik hoor mensen daarom nog wel eens zeggen: ‘Wat leven we eigenlijk in een rot wereld.” Er wordt niet voor niets veel gemopperd. Sommige mensen lopen tegen dingen aan te schoppen, uit machteloze woede en frustratie. Deze wereld loven? Het is zeer betrekkelijk. In de Bijbel kom je het dan ook niet of nauwelijks tegen. Mij dunkt: daarom is er het loven van God, vanuit het diepe besef dat alleen God enkel goedheid is en dat er alleen reden is om zonder enig voorbehoud op Hem de loftrompet te steken. Want God valt niet samen met deze wereld. Hij staat er niet los van, maar Hij is er ook van te onderscheiden. God is in geen enkel opzicht verantwoordelijk te stellen voor de zonde in de wereld. Daarom kan God wél geloofd worden met heel je hart, zonder enige reserve. Johannes zegt het prachtig:

God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis (I Johannes 2:5)

Dat betekent niet dat God niet hard kan optreden. Hij kan zich tegenover ons opstellen. Hij kan ons beproeven. Hij kan ons zijn ontzagwekkende kant laten zien. Soms begrijpen wij Gd niet, en doet of laat Hij dingenwaar wij geen raad mee weten. En toch – de Bijbel houdt het erop dat in dat alles nooit ook maar een greintje kwaadaardigheid zit. Ook als God onbegrijpelijk groot is en kritisch tegenover ons gaat staan, is Hij puur licht. Zelfs in zijn toorn is Hij genadig. Daarom is God, zo heel anders dan de mensenwereld, zonder reserve te loven te loven. En daarom kiest de dichter van psalm 111 ervoor om dat te doen. Wie God looft, kiest ervoor om zich niet blind te staren op de afgrijselijke kanten van deze wereld. God loven is HET alternatief voor mopperen en schoppen. Wie God looft, zakt niet weg in de poel van ontevredenheid en opstandigheid. Wie God looft, besluit om zich op het positieve te richten. Dat is dus ook waartoe de bijbel ons hartstochtelijk oproept. Richt je op het puur positieve! Let op Hem die het loven echt waard is!

Gods verbond

In psalm 111 wordt inderdaad zonder terughoudendheid God lof toegezwaaid. De psalm eindigt niet toevallig met de verzekering dat er nooit een einde zal komen aan de lof op Hem, vers 10:

Zijn roem houdt stand voor eeuwig.

Met andere woorden: op God raak je nooit uitgekeken. Nooit zal zijn glans verbleken. Hij is echt enkel licht, waard om ongeremd de loftrompet op te steken. Er worden heel wat dingen opgesomd die enthousiast maken:
  • Machtig zijn de werken van de HEER. Zijn daden hebben glans en glorie.
  • Eeuwig gedenkt Hij zijn verbond.
  • Hij toonde zijn volk de kracht van zijn daden.
  • Waarheid en recht zijn het werk van zijn handen.
  • Hij heeft zijn volk verlossing gebracht,
    voor eeuwig zijn verbond ingesteld.
Ik wijs erop dat het in deze ‘ode aan God’ niet zozeer gaat over zijn scheppingswerk, maar vooral over zijn inzet voor zijn volk Israël. Natuurlijk, met die ‘machtige werken’ van de HEER zal ook bedoeld zijn dat Hij de wereld zo indrukwekkend gemaakt heeft. Maar het accent valt op zijn verbond met Israël (vers 5, 9). God heeft het besluit genomen om zich in liefde aan dat ene volk te verbinden. Daaruit vloeit voor Israël ontzaglijk veel goeds voort:

Hij toonde zijn volk de kracht van zijn daden (vers 6) → Hij heeft Israël uit Egypte verlost.
Hij gaf voedsel aan wie Hem vrezen (vers 5)→ in de woestijn kwamen zij niets tekort.
Hij gaf hun land van andere volken (vers 6) → onder leiding van Jozua mocht Israël het beloofd eland in bezit nemen.

Dat alles heeft ermee te maken dat God zich verbond aan dit volk. En dat is nu waarom Israël niet moe wordt zijn God te prijzen: de HEER heeft zich vol liefde aan zijn volk verbonden en komt daar nooit op terug.

Hij heeft zijn verbond voor eeuwig ingesteld (vers 9) → Nooit zal Hij zijn volk laten vallen.
Waarheid en recht zijn het werk van zijn handen (vers 7, vgl. de vertaling van dezelfde uitdrukking in Zacharia 8:16: eerlijke en rechtvaardige rechtspraak) → God spreekt eerlijk recht. Hij komt op voor de zwakken (David) en leert de hoogmoedigen een toontje lager te zingen (Saul).

Let erop, dat de dichter van psalm 111 God dus niet looft vanwege de dingen die hij persoonlijk met God heeft meegemaakt. Het gaat hem om het grote geheel, het totaalplaatje. Ook als je in je eigen leven niet of nog niet verrast bent door de daden van God, is er reden om Hem lof toe te zwaaien. Het gaat erom, dat deze wereld en heel ons menselijk bestaan omvat worden door de God die met mensen een verbond sluit waar hij nooit op terugkomt! Ja, want de lijn van psalm 111 wordt in het Nieuwe Testament doorgetrokken. In Christus delen nu alle volken in Gods zorg voor en verbond met hen. God laat ons niet aan ons lot over. Hij strekt zijn handen naar heel de wereld uit, ook naar ons. Hij heeft een eeuwig verbond met ons gesloten in het bloed van Christus! Beter dan ooit is nu zichtbaar dat in God geen spoor van duisternis is. Je kunt zijn handen herkennen in de handen van Christus.

Aanvaarding van het leven

Zo helpt deze psalm ons om antwoord te geven op de vraag of je blij bent dat je leeft – ondanks alles. Die vraag zal door sommigen zonder veel nadenken worden beantwoord. “Natuurlijk ben ik blij dat ik leef. Het leven is toch leuk?!” Maar anderen, die veel moeilijke dingen meemaken, zullen zich wellicht afvragen of het leven voor hen letterlijk ‘de moeite waard’ is. Kun je blij zijn dat je leeft, ook wanneer tegenslagen en rampen je treffen? Mij dunkt: dat God er is om te loven, dat maakt alles uit. Of het leven je nu toelacht, dan wel dat je in een verpleegtehuis bent aangewezen op intensieve zorg; of je bruisend van energie in de startblokken staat om naar Oekraïne te gaan, dan wel moe en verzadigd aan het eind van je leven staat – wij leven ons leven ten overstaan van de God die zijn handen naar ons uitstrekt om ook in ons leven en in onze wereld zijn machtige werken te doen, trouw aan zijn verbond. Dát maakt het leven de moeite waard. Dat geeft reden tot aanvaarding van het leven en de wereld. De dichter van psalm 111 heeft een positieve levenshouding gevonden, staande op het fundament van de lof van God die nooit meer zal eindigen (vers 10). Zo spoort hij ook ons aan om een halt toe te roepen aan het mopperen en het hem na te zeggen:

Ik wil de HEER loven met heel mijn hart in de grote kring van oprechten.

Amen.

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.