Preek over

2013-09-22 v.m.

Ds. A. van der Dussen

De reis van je leven (4): Uw Koninkrijk kome

Liturgie:

♪ E158 – U bent mijn schuilplaats, Heer
♪ Psalm 97: 1, 3, 6
Exodus 15: 1-6, 18 en Lucas 11: 14-20
♪ E25: 1, 2, 3, 6 – De koning van Egypteland
♪ Gezang 294: 1, 4, 6, 8
♪ Psalm 139: 14
♪ : E73 – Heer der Heren

Monddood gemaakt

Met de bede ‘Uw koninkrijk kome’ leert Jezus ons niet erom vragen, dat wij na ons sterven in de hemel komen. Het is Hem er zelfs niet in de eerste plaats om te doen dat wij bidden om zijn wederkomst. Hij roept ons op erom te bidden, dat God machtig in deze wereld ingrijpt. Want dat is de betekenis van de uitdrukking ‘Koninkrijk van God’. Die duidt de actie aan die past bij Gods koningschap. Dat blijkt uit wat verhaald wordt in Lucas 11, over de genezing van een stomme. Als Jezus een demon heeft verjaagd zodat de stomme weer kan spreken, zegt Hij:

Als Ik dankzij een kracht die van God komt demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God bij jullie gekomen. (Lucas 11:20)

Zo concreet is het koninkrijk van God: het is dat God sterker is dan zijn vijanden, en dat Hij mensen redt van verdrukking en terreur. ‘Verdrukking’ en ‘terreur’: die woorden gebruik ik doelbewust, juist naar aanleiding van het verhaal van de genezing van die man (of vrouw) die niet kan praten. Want niet toevallig vindt die genezing plaats doordat Jezus een demon verjaagt. Daarmee wordt aangeduid, dat die man die niet kan praten niet zomaar een gebrek heeft, maar geterroriseerd wordt. ‘Niet kunnen praten’ heeft immers grote sociale gevolgen. Er zijn machten en krachten die tegen deze man of vrouw zeggen: “Jij houdt je mond, je hele leven lang. Jij mag niets zeggen.” En zo wordt zo’n ‘stomme’ in de marge gedrukt. Hij mag niets zeggen. Zij telt niet mee. Ik moet denken aan al die mannen,vrouwen en kinderen die in Bangla Desh werken in textielfabrieken. Dit voorjaar was er een afschuwelijke ramp, waarbij meer dan duizend arbeiders om het leven kwamen, doordat de veiligheidsvoorzieningen niet in orde waren. Het was die werknemers verboden zich te organiseren in vakbonden. Daardoor waren ze niet in de positie om te protesteren. Ze waren monddood gemaakt. Zwijgend voegen ze zich in hun rampzalige leven. Werkelijk, er zijn machten en krachten die mensen met stomheid slaan en volkomen onmondig maken. Het Koninkrijk van God is dat Jezus de aanval opent op die demonen en mensen bevrijdt. Zij mogen iets zeggen! Zij mogen meepraten. Zij worden gehoord! Zo is Jezus rondgegaan door het land, en heeft Hij “iedereen genezen die in de macht van de duivel was.” (Handelingen 10:38)

De vinger Gods

Jezus zegt: “Als Ik dankzij een kracht die van God komt demonen uitdrijf…” De vorige vertaling (NBG 1951) gaf deze uitspraak meer letterlijk weer: “Als Ik door de vinger Gods de boze geesten uitdrijf….”Dat is een zinspeling op wat in het verhaal over de plagen in Egypte verteld wordt. Bij de plaag van de muggen zeggen de geleerden van de farao: “Dit is Gods vinger.” (Exodus 8:15) En zo plaatst Jezus zijn eigen optreden in lijn met Gods overwinning van de farao van Egypte. Ook toen was er terreur. Ook toen greep God in om zijn geterroriseerde volk te verlossen. Vandaar dat het lied van Mozes eindigt met:

De HEER is koning voor eeuwig en altijd. (Exodus 15:20)

Het Koninkrijk van God is dat het met de terreur gedaan is en dat Gods volk blij en in vrede onder zijn hoede leeft. Als Jezus ons leert bidden ‘Uw koninkrijk kome’ dan leert Hij ons er dus om vragen dat de hemelse Vader zijn volk in Noord-Korea redt en dat afschuwelijke schrikbewind ten val brengt, en dat de zijn volk in Syrië verlost wordt van de terreur van Assad, en de terreur van moslimfundamentalisten.

Een dieper niveau

Zo gek is het dus niet dat Jezus’ tijdgenoten er op wachtten dat Jezus de strijd zou aanbinden met de Romeinse bezetter. Het was geheel in lijn met de overwinning op de farao van Egypte, om van de Messias te verwachten dat Hij Israël nú zou verlossen van de keizer van Rome! Ook dat was een macht die het volk terroriseerde. Daarom was het voor velen een diepe teleurstelling dat Jezus de Romeinen niet het land uitzette. De Joodse leiders trokken daarom de conclusie: “Dan is Hij niet de Messias. Dan is niet het Koninkrijk van God gekomen.” Nee, Jezus heeft de Romeinen niet verjaagd. Hij voerde een andere strijd: die tegen de demonen. Je zou kunnen zeggen: Jezus bracht het Koninkrijk van God een niveau dieper. Hij wist dat het kwaad waardoor mensen geterroriseerd worden heel diep zit. Zeker, het zijn mensen die hun medemensen terroriseren. Daarvoor dragen zij de volle verantwoordelijkheid. En toch is er meer van te zeggen. In het kwaad van onderdrukking en terreur manifesteert zich een diepere macht – een demonische macht. Daardoor steekt het kwaad steeds opnieuw de kop, op, en ben je er niet met het uitschakelen van tirannen en onderdrukkers. De geschiedenis van revoluties is daarvan een illustratie. Wanneer tirannen verjaagd worden, breekt niet zelden daarna nieuwe terreur los. Denk eens aan de Arabische Lente. Groot was de vreugde in Egypte toen het bewind van dictator Moebarak omver werd geworpen. Toen kwam de democratisch gekozen president Morsi. Maar die ontpopte zich als het tegendeel van en democraat. Hij diende het land niet, maar gebruikte zijn macht om zijn eigen partij meer macht te geven. Vijftien miljoen mensen kwamen vervolgens tegen hem in opstand. Groot was de vreugde enkele maanden geleden, toen Morsi ten val was gebracht. Maar wat was het resultaat? Weer nieuwe bloedbaden. Het is om wanhopig van te worden. Als je het monster de kop afhakt, komen er zeven nieuwe drakenkoppen voor in de plaats. Dat is een van de donkere raadsels van de geschiedenis. Het kwaad lijkt wel onuitroeibaar. Het is om die reden dat Jezus zich niet richt op de strijd tegen de Romeinen. Hij weet dat het omverwerpen van diens bewind niets oplost. Het kwaad zit dieper. Er zit demonie in de wereld…. Daarom houdt het koninkrijk van God in, dat Jezus de strijd op dat niveau aangaat. Om ons te verlossen zoekt Hij die ongrijpbare en onvoorstelbaar machtige tegenstander van God op.

Leid ons niet in verzoeking…

Daarmee gaat Jezus niet alleen dieper, maar Hij doorbreekt ook zwart-wit-tegenstellingen in de wereld. Gods volk, Israël, goed, en de Romeinen, de wereld, slecht? “Nee,” zegt Jezus, “zo simpel is het niet.” In de wereld kom je immers niet alleen demonie tegen. God zelf laat zich immers in de wereld niet onbetuigd! Een prachtige aanduiding daarvan geven Paulus en Barnabas in een toespraak tot de inwoners van Lystra, Handelingen 14:16,17. Niet alleen de demonen roeren zich in de wereld, maar er zijn ook goede krachten werkzaam. Zie bijvoorbeeld Handelingen 28:2, waar melding wordt gemaakt van de buitengewone vriendelijkheid van de heidense inwoners van Malta. Omgekeerd zag Jezus de demonen en de duivel ook in zijn eigen volk aan het werk. Tegen zijn volksgenoten zegt Jezus:

Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. (Johannes 8:44)

Jezus zag de duivel en de demonen zelfs te midden van zijn eigen discipelen opdoemen. Als Judas op pad gaat om Jezus te verraden wordt van hem gezegd,:

Toen nam Satan bezit van Judas. (Lucas 22:3)

En als Petrus Jezus ervan langs geeft omdat Hij over het kruis begint, zegt Jezus tegen hem:

Ga terug, achter mij, Satan! Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen. (Marcus 8:33)

En ja, ook van de kerk kunnen de demonen bezit nemen. Ik weet van Nederlands Gereformeerde kerken waar alles pais en vree was, en ineens slaat de vlam in de pan; de dominee krijgt haatmails; broeders en zusters staan als kemphanen tegenover elkaar; de kerk wordt een slagveld…En ach – kijk eens naar jezelf. Jezus leert ons niet voor niets ook bidden: ”Verlos ons van de boze en leidt ons niet in verzoeking…” Zomaar kunnen de demonen ook ons in hun greep krijgen. Dan denken we meer aan wat de mensen willen dan aan wat God wil… Dan staan we niet naast Jezus, maar tegenover Hem. Wat is die vijand van God dus machtig en taai. Als zelfs in het leven van ons, Jezus’ leerlingen, de demonen zich kunnen binnendringen, hoeveel te meer is dan de terreur in de wereld onuitroeibaar?

Bidden

Zo komen wij dus bij dit gebed uit. Het komt met deze wereld echt niet goed, tenzij God zelf een vinger uitsteekt. En dat heeft Hij gedaan, in de komst van Jezus. Het koninkrijk van God is gekomen, toen Hij de demonen verjoeg. En het koninkrijk van God zal komen, want de Heer heeft door zijn dood “definitief afgerekend met de heerser over de dood, de duivel.” (Hebreeën 2:14) God belooft, dat Hij, de God van de vrede, Satan spoedig zal vertrappen. (Romeinen 16:20) Ja, God belooft ons dat de grote dag zal komen, de dag van de opstanding, als Christus het koningschap overdraagt aan de Vader, opdat God over alles en allen zal regeren, 1 Korintiërs 15:28. Dat, broeders en zusters, is onze enige hoop. Alleen daardoor zal het goed komen met onszelf, en de kerk en de wereld. Daarom is niets belangrijker om voor te bidden dan dit. Maar geen misverstand: ons gebed om het Koninkrijk van God richt zich niet alleen op die grote toekomst. Het is werkelijk ook een gebed om de uitwerking van Gods koningschap nú. Prachtig komt dat tot uitdrukking in het antwoord dat de Heidelberger Catechismus geeft op de vraag wat de bede ‘Uw koninkrijk kome’ inhoudt (zondag 47):

Regeer ons zo door uw Woord en Geest, dat wij ons steeds meer aan U onderwerpen;

bewaar en vermeerder uw kerk;

vernietig de werken van de duivel en elke macht die zich tegen U verheft., evenals alle boze plannen die tegen uw heilig Woord beraamd worden;

totdat uw Rijk in volmaaktheid komt, waarin Gij alles zult zijn in allen.

Amen.

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.