Preek over Amos 1 en Amos 2

2013-04-14 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Een kritische God

Liturgie:

♪ E186 – Wie op de HEER vertrouwen
♪ Psalm 99: 1, 2, 3, 4
Amos 1: 1-11, 13; 2: 1, 4-16
♪ Psalm 75: 1, 2, 4
Efeziërs 4: 26, 27
♪ Psalm 19: 6
♪ E17 – Dank U voor de wond’ren die gebeuren

Gods kritiek en de onze

In deze preek wil ik u aansporen, contact te maken met uw gevoelens van boosheid en verontwaardiging over onrecht. Niet dat het in Amos 1 en 2 over die gevoelens van óns gaat. In deze hoofdstukken spreekt de HERE Gód uit dat Hij zeer kritisch staat tegenover de wereld zoals Amos hem meemaakte. Maar om het evangelie, de goede boodschap, in Amos 1 en 2 op te merken, helpt het om je bewust te maken van de verontwaardiging die je zelf kunt voelen over onrecht in deze wereld.

Machteloze woede

Een voorbeeld. Wat kun je een machteloze woede voelen bij de verhalen uit Syrië. Zowel regering als rebellen doen de meest vreselijke dingen. Onschuldige burgers, in het bijzonder veel kinderen, worden de dupe. Hun leven is verwoest. O, wat zou je graag willen dat de internationale gemeenschap orde op zaken stelt. Maar de VN zijn hopeloos verdeeld. En zo gaat het geweld van die bloedige burgeroorlog maar door. Regeringsmilitairen en rebellen stapelen daar ‘misdaad op misdaad’, om met Amos 1 en 2 te spreken. Dit is maar één voorbeeld. Misschien bent u zelf bezig met heel andere misstanden in de wereld of in ons eigen land. Vult u zelf dan in welke feiten en ontwikkelingen u dat gevoel van machteloze woede geven. En lees vervolgens met aandacht Amos 1 en 2, waar de HEER zegt: “Dit kan en wil Ik niet tolereren. Nu gaan ze te ver. Nu grijp Ik in. Dit moet afgelopen zijn.”

Doorslaan in tolerantie

Eigenlijk doet de HERE God in Amos 1 en 2 precies datgene, wat wij graag zouden willen dat de VN-veiligheidsraad doet: die misdaden stoppen. Daarom behelzen deze hoofdstukken goed nieuws. Het is goed nieuws dat de HERE God grenzen trekt en dingen niet tolereert. Wij merken in onze samenleving dat tolerantie te ver kan gaan. We hebben een lange periode achter de rug dat álles moest kunnen. Wij komen daar op terug. We zijn er achter gekomen dat je sommige dingen niet mág tolereren als samenleving. Er zijn grenzen, en de overheid verzaakt haar plicht als ze die grenzen niet bewaakt. Ook op de kleine schaal van gezin en school is veel mensen duidelijk geworden dat die eindeloze toegeeflijkheid zich tegen ons keert. Kinderen hebben baat bij ouders die niet alles pikken. Leerlingen zijn toe aan leraren die ingrijpen als de klas het te gortig maakt. Zou het bij God alles zijn? Onze ervaring met een maatschappij die doorslaat in tolerantie kan helpen om in te zien, dat we pas een goed beeld van God hebben als we oog hebben voor zijn kritische kant, zoals die in Amos 1 en 2 naar voren komt. In ons woord ‘kritiek’ zit het Griekse woord voor ‘oordeel’, voor ‘recht spreken’. In die zin is onze God een kritische God. Juist omdat God liefde is, velt Hij zijn oordelen en grijpt Hij in als mensen misdaad op misdaad stapelen. Ik onderstreep wat in I Johannes 4:8,16 staat: “God is liefde.” Maar maak daar niet van dat God lievig is. Echte liefde is nooit sentimenteel. God kan een vuist maken, en dat is maar goed ook. “God heeft de wereld lief” staat in Johannes 3:16. Maar maak daar niet van dat God alles maar goed vindt wat in de wereld gebeurt. God staat kritisch tegenover de wereld die Hij liefheeft.

Gods oordelen

Nu wordt in Amos 1 en 2 niet het beeld geschetst van een God die er woedend op los slaat. God laat zijn oordeel niet losbreken bij de eerste de beste wandaad.De steeds terugkerende uitdrukking ‘misdaad op misdaad’ geeft aan, dat het punt is bereikt waarop de maat vol is. Hij is een lankmoedige God, dat wil zeggen: het duurt lang voor Hij boos wordt. Maar als mensen maar doorgaan met kwaad doen, en het onrecht zich opstapelt, dán komt het moment dat ook die lankmoedige God zegt: “En nu is het genoeg.” Genoemd worden om zo te zeggen de druppels die de emmer doen overlopen:

- De HEER tolereert niet dat Damascus nu ook nog een spoor van verwoesting trekt door Gilead. (Amos 1:3)
- Hij accepteert niet dat Gaza het bestaat een heel volk in ballingschap te drijven. (Amos 1:6)
- Hij pakt Amon aan omdat het zover gaat zwangere vrouwen de buik open te rijten, enkel en alleen omdat het zijn gebied wilde vergroten. (Amos 1:13)

De HEER is een geduchte God. Als mensen te ver gaan en hun goddeloosheid ten hemel schreit, grijpt Hij in. Zo maakt Hij duidelijk dat voor zulke misdaden in zijn Koninkrijk geen ruimte is. Gelukkig niet. Zo gezien is het een zegen dat God een kritische God is, die als het moet als rechter oordeelt en vonnissen velt. In Psalm 105:5 worden we dan ook opgeroepen Gods oordelen in ere te houden:

Gedenk de wonderen die Hij heeft gedaan,
de oordelen die Hij heeft uitgesproken.

Dat is niet exclusief iets van het Oude Testament. In het Nieuwe Testament wordt niet wezenlijk anders over God worden gesproken. De martelaren van Openbaring 6 bidden zelfs om God rechtvaardig oordeel:

O, heilige en betrouwbare Heer, wanneer zult U de mensen die op aarde leven eindelijk straffen en ons bloed op hen wreken? (Openbaring 6:10)

In dat gebed klinkt ongeduld door: het duurt zo lang voordat God ingrijpt. Duurt het niet té lang? In elk geval is dat wel het gevoel dat veel mensen in deze tijd hebben: het onrecht schreit ten hemel en God grijpt maar niet in… Je kunt daarover boos je beklag doen. De Bijbelse weg is om te gaan bidden, bidden om het oordeel… Onderdruk daarom, broeders en zusters, uw boosheid over onrecht niet. Ga met die boosheid naar God toe. Bid Hem om in te grijpen in Syrië, en op al die plekken in de wereld waar de maat van het kwaad meer dan vol lijkt. Besef, dat ook in het gebed om een nieuwe hemel en een nieuwe aarde het gebed om het oordeel besloten ligt. Immers, God brengt die nieuwe hemel en aarde tot stand door het louteringsvuur heen, II Petrus 3:7. Naarmate wij in ons geloof meer contact maken met onze gevoelens van boosheid over onrecht, zullen we dit bidden meer naar waarde leren schatten, en zullen we de profetieën van Amos 1 en 2 als goed nieuws kunnen opvatten.

Oordeel en genade

Er is nog een reden waarom de profetieën van Amos goed nieuws behelzen. Dat is deze: dat God zelf aan het onrecht een halt toeroept, en dat niet aan ons mensen overlaat. Ik bedoel dit: onze menselijke kritiek kan zo genadeloos zijn... Ik hoor dat soms van mensen in de kerk: ze doen hun best, maar laten een steek vallen, en dan – dan kunnen ze de volle laag krijgen. Wat gaat het dan genadeloos toe. Maar wat kun je ook op jezelf een genadeloze kritiek hebben. Zelfkritiek – sommige mensen hebben er te weinig van. Maar wat zijn er ook veel mensen die zichzelf genadeloos de grond inboren. Vreselijk is dat. Wat kan ook maatschappijkritiek genadeloos zijn. Ik denk aan een man als Lenin. Hij trof in de Russische maatschappij een door en door verrot systeem aan. Terecht was hij kritisch. Maar in zijn kritiek was hij genadeloos, en ontketende hij een nietsontziende terreur. En wat dacht u van de roep die vandaag de dag overal op klinkt om strenger te gaan straffen? In het licht van de ontdekking dat we in de maatschappij al te tolerant bezig zijn geweest, kun je dat begrijpen. Tegelijk kun je je hart vasthouden: wat zit er ook vaak ongenadige wraakzucht in dat aandringen op de harde aanpak. Niet voor niets wordt in het Nieuwe Testament gewaarschuwd om terughoudend te zijn in oordelen (zie bijvoorbeeld Matteüs 7:1-5). Onze kritiek is voor je het weet eenzijdig en genadeloos. Bij God is dat anders. Hij combineert op een voor ons vaak ondoorgrondelijke wijze zijn oordeel met zijn genade. Gods oordelen liegen er niet om in Amos 1 en 2. In Amos 2 spitst zijn kritiek zich zelfs toe op zijn eigen volk, en daaraan is de rest van dit dreigende Bijbelboek zelfs geheel gewijd. Geheel? Nee,dat toch niet. Het boek eindigt met een heilsprofetie voor Israël, zie 9:11-15! Ook in zijn relatie met de volken die genoemd worden verloochent de HEER zijn genade niet. Denk aan Naäman de Syriër: hij was een hooggeplaatste Arameeër, en is dus een representant van het volk waarop de HEER in Amos 1:3-5 zulke zware kritiek heeft. Toch vindt hij genade bij de God van Israël! (II Koningen 5). Werkelijk: de kritiek is bij God onze Heer in goede handen, omdat Hij in zijn kritiek nooit zijn genade verloochent. In het nieuwe Testament wordt dat nog sterker benadrukt. Daar heet het dat Hij de wereld komt oordelen in Christus (Handelingen 10:42). Zo staat het ook in de Apostolische Geloofsbelijdenis: het oordeel is in handen gegeven van Jezus onze Heer. We leggen bij het leze daarvan vaak de nadruk op het woord ‘oordelen’:

Die zal weerkomen om te oordelen de levenden en de doden.

Maar doe dat nu eens zó:

Hij, Christus, zal weerkomen om te oordelen de levenden en de doden.

Kan het geruststellender? De Heer die zijn leven gegeven heeft om de wereld te verzoenen met God – je kunt je geen rechtvaardiger en genadiger rechter wensen dan Hij. Daarom: de vervaarlijke profetie van Amos 1 en 2 behelst ook in die zin goed nieuws, dat God het uiteindelijk niet overlaat aan ons mensen, met onze menselijke gevoelens van boosheid over onrecht, om in deze wereld het recht te handhaven en oordelen uit te spreken. Hij zelf neemt die taak op zich, en dat is een grote zegen. Mocht ú zich niettemin geroepen voelen om kritiek te oefenen – hoed u dan voor genadeloosheid! En tel tot tien voor u meent iets te moeten zeggen! Of dan alles maar moet kunnen, en of we alles maar goed moeten vinden in de kerk? Verre van dat. We hebben een kritische God, en dat betekent dat we ook in de kerk niet alles kunnen tolereren. Maar laat zijn genadige kritiek dan toch de toon zetten. Stop dus ook met die genadeloze zelfkritiek. Vertrouw het oordeel over uw leven aan Jezus toe. Dan komt het goed.
Amen.

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.