Preek over Marcus 11:1-11

2013-03-24 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Hosanna!

Liturgie:

♪ Gezang 173: 1, 2, 5
Marcus 10: 46-11: 11
♪ E85 – Hosanna in de hoge
♪ E143 : 1, 2, 3 - Mon âme se repose
♪ Opwekking 145 : 1, 2, 3 – U zal ik loven, Heer
♪ Gezang 87
♪ Psalm 133 : 1
♪ Gezang 442

De HEER redt!

“Hosanna!” Luidkeels roepen de mensen het bij Jezus’ intocht in Jeruzalem. Ooit was het een gebed:

Och, HEER, geef toch uitkomst! (zie Psalm 118:25)

Maar nu is het een vrolijke uitroep:

“De HEER redt! De HEER geeft uitkomst!”

Veel mensen denken: “Ik wou dat ik dat kon zeggen, maar ik merk er niets van dat de Heer redt en bevrijdt.” Vanwaar dan dat Hosanna-geroep bij de intocht in Jeruzalem? Wat gebeurde er, dat die juichende mensen zo zeker wisten dat de Here God werkelijk uitkomst bracht? Het heeft er overduidelijk mee te maken dat Jezus op een ezel Jeruzalem binnenrijdt. Dat is de gebeurtenis die ze zo vrolijk maakt. Wat ze voor ogen zien is een koninklijke intocht. Die juichende mensen zien in Jezus de beloofde koning, de zoon (= nakomeling) van David (11:10). God had beloofd dat Hij een man zou sturen die redding zou brengen. Die man is nu gekomen. Ze spreiden hun mantels voor Hem uit en bedekken de weg met de takken die ze van de bomen rukken, 11:8. Dat is een gebaar van eerbetoon; zo brengen zij de nieuwe koning hulde (vgl. II Koningen 9:13). Wacht eens: zien wij te midden van die juichende mensen niet een bekende? Jazeker: daar loopt Bartimeüs, die blind is geweest. Die had als eerste Jezus als ‘Zoon van David’ begroet en zijn hoop op Hem gevestigd (10:47,48). Hij had ook al eerder zijn mantel afgegooid, 10:50. Ja, Bartimeüs loopt luidkeels ‘Hosanna’ te roepen. Maar daar naast hem? Is dat niet de man die zo meteen gedoopt gaat worden? Jazeker! Dat is onze dopeling. Maar die was toch moslim? Ja, was. Maar dat is voorbij. Ook hij gelooft nu met hart en ziel dat God redt door Jezus. En jij? Roep jij ook ‘Hosanna’? Geloof ook jij dat God redt door Jezus? Loop ook jij tussen die juichende mensen? Of houd jij afstand?

Koninklijk?

Ja, er zijn mensen die afstand houden. Zij staan langs de kant van de weg en kijken een beetje spottend. Ze roepen zeker geen hosanna. Ze hadden de verhalen gehoord van de intocht in Jeruzalem van Alexander de Grote. Dat was al meer dan drie eeuwen geleden, maar indrukwekkend… Dát was pas een intocht. Een koets met witte paarden ervoor. Massa’s ruiters. En in de stoet liepen slaven mee, en krijgsgevangenen. Je hoefde niet te vragen of daar een koning reed. Heel anders dan Jezus. Die zit op een ezel. Zie jij het al: Willem Alexander die op 30 april een rijtoer maakt in een 7 jaar oude Volkswagen Golf? Geen kwaaie auto hoor, niks mis mee, maar koninklijk? En weet je dat die ezel niet eens van Hemzelf is? Hij schijnt ‘m geleend te hebben. En die Bartimeüs die daar zo enthousiast ‘Hosanna!’ roept: dat was gisteren nog een vieze bedelaar. Echt koninklijk is dit natuurlijk niet. Het lijkt erop dat die mensen langs de kant van de weg gelijk krijgen. Want een paar dagen later is het afgelopen met het spel. De autoriteiten grijpen in: er is maar één koning en dat is de keizer. En Jezus? Dat is een nep-koning. “Kruisig ‘m!” God redt helemaal niet door Jezus. Kijk, daar hangt Hij te bloeden aan een kruis. “Als je de Koning bent, red dan jezelf…” (14:31,32)

Ezel

Ja, het verdere verhaal kennende zou je gaan denken dat deze ‘hosanna’ roepende mensen zich alleen maar door hun emoties hebben laten meeslepen. Soms, als de aanvechting toeslaat, kun je als christen ook dat boze vermoeden krijgen, dat het geloof niet veel meer is dan dat je je laat meeslepen door de emotie. Geconfronteerd met de harde, nuchtere werkelijkheid kom je tot bezinning en blijkt het slechts een luchtbel te zijn… Menige psycholoog suggereert ons dat we als gelovigen alleen maar aan projectie doen. Maar als het om het verhaalde in Marcus 14 gaat is dat toch te kort door de bocht. Er zijn echt feiten die aanleiding geven tot dat ‘Hosanna!-geroep. Preciezer gezegd: er is één opmerkelijk feit, het feit dat Jezus zelf het initiatief tot deze Koninklijke intocht neemt. Dat is werkelijk opmerkelijk. Want als er één ding door het evangelie van Markus benadrukt wordt, dan wel dat Jezus zo terughoudend is met aandacht vragen voor zichzelf. Steeds als mensen willen rond bazuinen hoe bijzonder zijn daden zijn, verbiedt hij ze dat ten strengste (5:43; 7:36; 8:26 enzovoorts). En nu maakt Hij ineens een statement dat er niet om liegt. Hij presenteert zichzelf als de beloofde koning. De wijze waarop Hij aan de ezel komt onderstreept dat. Let er allereerst op dat Hij die ezel claimt. “De Heer heeft het nodig.” (11:3) Dit is koninklijk gedrag. Een koning mag dat doen: eigendom in beslag nemen (I Samuël 8:17). En dan: nog nooit had iemand op die ezel gereden, 11:2. Dat wil zeggen: die ezel was niet voor gewone mensen bestemd. Hij was voor God (vgl. I Samuël 6:7). Er hoeft ook niet naar die ezel gezocht te worden. Het beest is als het ware voor Jezus klaar gezet. Hier hebben niet mensen de regie. Hier heeft God de regie. En het allerwonderlijkste: de profeet had aangekondigd dat de Messias op een ezelsveulen zou rijden (Zacharia 9:9) Het statement van Jezus is: “Ik ben die komende Messias.” Inderdaad: Jezus is geen Alexander de Grote. Verre van dat. Heel bewust ensceneert Hij een totaal andere intocht dan die van de grote veroveraar Alexander. Jezus maakt duidelijk dat Hij geen oorlogskoning is. Hij is een man die vrede brengt. Het klopt: geen paarden, geen wagens, geen vechtmachine, geen krijgsgevangenen. Wel mensen als Bartimeüs: gered uit de verlorenheid. Het statement van Jezus is werkelijk niet mis te verstaan:
Nederig komt Hij aanrijden op een ezel,

Hij zal vrede stichten tussen de volken. (Zacharia 9:09,10)

De afgelopen weken maakte paus Franciscus enthousiasme los, juist doordat hij ging voor soberheid. Geen pauselijke dienstauto, maar gewoon met de taxi. Dat heeft iets losgemaakt in de wereld. We hebben immers langzamerhand onze bekomst van de dikdoeners en de geweldenaars. Paus Franciscus toonde hiermee als het ware de weerkaatsing van het optreden van Jezus. Door zich zo te onderscheiden van Alexander de Grote maakt Jezus duidelijk dat Gods redding niet gebaseerd is op wereldse macht en op overweldiging, maar op de krachten van liefde en vrede. De mensen die daar zo opgetogen ‘Hosanna!’ riepen zullen moeten daar iets van vermoed hebben. Inderdaad: de HEER brengt uitkomst. Maar niet op de ons vertrouwde manier, met overweldigende macht en pracht en praal. Jezus vertegenwoordigt een God die zijn heiligheid en grootheid bewijst in zijn liefde. God brengt uitkomst, in zoverre Hij zondige en gebrekkige mensen op de been helpt. Hij komt in de Naam van een God die redt door te vergeven, door verzoening aan te bieden, door de minste te willen zijn. In de Kerstpreek heb ik Augustinus aangehaald; “God is nederig.” Nu zien wij het voor ons. Jezus bestijgt als koning een ezel. Nederig rijdt Hij Jerualem binnen. Zó redt God. Door een Koning op een ezel, een Koning aan een kruis.

Rijkdom in armoede

De HEEER redt. De HEER bevrijdt. Werkelijk waar. Maar anders dan je zou denken. Als je je God voorstelt als een soort super-Alexander, zul je Hem niet vinden en zijn redding niet gewaar worden. God kiest de stijl van de koning op de ezel, de koning aan het kruis. Daar kun je van zeggen: “Zie je wel, het stelt allemaal niets voor.” Dat is de sceptische reactie op Jezus. Maar het evangelie stimuleert ons om gelovig op Hem te reageren. Alleen in het geloof zul je in de man op de ezel de Redder van de wereld opmerken. Diepzinnig is wat Luther zegt:

Wie in Christus gelooft moet rijkdom in armoede vinden, eer in schande, vreugde in zorg, leven in dood.

In dát geloof roepen wij in de kerk ‘Hosanna!’ Het enthousiasme van de dopeling van vanmorgen kan aanstekelijk werken. Maar laten we ons vooral één met hem weten in ons geloof. Ja, in de kerk zijn we onder de indruk van het statement van Jezus. Hij voert een niet mis te verstane pretentie: hier rijdt de Messias ons tegemoet. Maar Hij is eveneens op een niet mis te verstane wijze anders. Wij verwachten ons heil van zijn kruis, onze redding van zijn liefde en genade, de overwinning van zijn nederigheid, ons leven van zijn dood. Dat vraagt geloof. Laten wij samen in het geloof achter Jezus aan gaan, ook, juist, als Hij op weg gaat naar het kruis. Want dát is de weg naar de overwinning, de opstanding, het leven.
Amen.

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.