Preek over Psalmen 30:6b

2012-04-08 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Juichend opstaan!

Liturgie:

♪ E42 – Er is een dag
♪ Gezang 220: 1, 8, 9
♪ Projectlied: Jezus is nieuw leven
Paasevangelie (kinderen)
Schriftlezing: Psalmen 30 en Matteüs 28
♪ E46 – Gij wachters van Jeruzalem
♪ Psalm 30: 1, 5
♪ E122 – ‘k Stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God
♪ E26 – Heer, ik kom tot U
♪ E71 – Heer, uw licht en uw liefde schijnen
♪ E9 – Apostolische Geloofsbelijdenis

Toeleven naar de avond

Het was op een avond in het late voorjaar dat ik in de Eindhovense binnenstad liep. Het was bij negenen. Verkopers haalden de rekken met kleding die buiten stonden naar binnen. Ratelend zakten de rolluiken. Vlaggen werden neergehaald. De straten werden leger en leger. Op dat moment maakte een zekere melancholie zich van mij meester. De dag was ten einde. De vrolijkheid ebde weg. Het werd stil en donker. Het werd ook koud. Het werd nacht… Er zijn mensen voor wie de nacht ook weer gezelligheid en vrolijkheid in petto heeft. Er is immers ook zo iets als het nachtleven. Maar ik werd op dat moment intens gewaar waarom de avond een symbool is van het naderende sterven. Voor oude mensen is ooit een dagboek geschreven onder de titel: Als de schaduwen langer worden. Als je oud bent, verkeer je in je levensavond. Ook op kosmische schaal geldt dit. Eens, zo is de prognose, komt aan de ster die ‘zon’ heet een einde. Dan zal het gedaan zijn met het leven op aarde. Dan, in de verre, verre toekomst, zal de zon voorgoed ondergaan en wordt het nacht, voorgoed. Het is werkelijk een melancholisch levensgevoel als dat het perspectief is: dat het leven uitloopt op de avond, de nacht. Maar hoeveel mensen leven niet in dit perspectief? Jij misschien ook??

Toeleven naar de morgen

Zet daar nu eens psalm 30 tegenover. Hier is het perspectief heel anders. Hier loopt het leven niet uit op de avond, maar op de morgen, vers 6b:

Met tranen slapen we ’s avonds in,
’s morgens staan we juichend op.

De combinaties zijn sprekend: de avond gaat samen met tranen, de morgen met gejuich. Typerend voor psalm 30 is, dat deze overgang van treurigheid naar vrolijkheid wordt onderstreept door een hele reeks tegenstellingen:

HEER, U trok mij uit het dodenrijk omhoog, ik daalde af in het graf, maar U hield mij in leven, vers 4.
Zijn woede duurt een oogwenk, zijn liefde een leven lang, vers 6a.
U hebt mijn klacht veranderd in een dans, vers 12a.
Mijn rouwkleed weggenomen, mij in vreugde gehuld, vers 12b.

Als dit toch eens waar zou zijn: dat wij niet toeleven op de avond, maar op de morgen. Als dit het perspectief zou zijn waarin wij leven, dat het laatste woord niet aan de klacht is, maar aan de dans! Als dit eens waar zou zijn? De boodschap van Pasen is dat dit waar is! ’s Avonds, na de kruisiging, gingen de discipelen en de vrouwen treurend slapen. ’s Morgens in alle vroegte veranderde de stemming als bij toverslag: juichend stonden ze op omdat de Heer was opgestaan!

Vallen en opstaan

Ga ik te snel als ik het evangelie van Pasen in Psalm 30 lees? Nou, er is in elk geval een tussenstap nodig. Daarvoor moet je letten op het opschrift boven deze psalm:

“Wat? Komt dit verhaal op paaszaterdag in de krant? Wederopstanding? Herboren? Ha, nee, zo heb ik mijn herstel niet ervaren. Hooguit kun je zeggen dat ik mijn come back heb gemaakt.” (Jos Goos, NRC 7 april 2012 blz 16)

Maar hij eindigt met de woorden:

“Het probleem van het ontbrekende stofje in mijn hoofd lijkt opgelost. Maar blijft dat zo? Blijf ik overeind wanneer er iets vreselijks gebeurt met een van mijn kinderen of kleinkinderen? Nooit kun je dat zeker weten.”

Nee, het kan daarna alsnog misgaan. Israël is teruggekeerd uit Babel en heeft de tempel herbouwd. Maar in het jaar 70 werd die opnieuw verwoest. Je kunt van je ziekte genezen, maar daarna opnieuw ziek worden. Het is waar: na het vallen komt het opstaan. Maar daarna weer vallen. En daarna: weer opstaan? En dan weer vallen? Wat is het laatste? Komt er na elke avond een morgen, of komt er na elke morgen een avond? Hoe eindigt het?
Het is niet toevallig dat in Psalm 30 het opstaan en de vreugde het laatste woord hebben. Want het zit diep in het Oude Testament verankerd, dat na de avond de morgen komt. Denk aan het refrein in Genesis 1:

Het werd avond en het werd morgen.

En veelzeggend is wat in Psalm 30 over Gód gezegd wordt:

Zijn woede duurt een oogwenk, zijn liefde een leven lang.

Geeft dit accent op Gods goedheid niet aanleiding om te geloven dat de morgen, het opstaan écht het laatste woord heeft?

Pasen

Je zou kunnen zeggen dat in het nieuwe Testament het pleit wordt beslecht. Want dat verkondigt dat Jezus is opgestaan uit de dood. Daarmee is bezegeld dat wij toeleven naar de morgen, en niet naar de avond. Vanuit het Nieuwe Testament mogen wij Psalm 30 lezen als de psalm die alles ziet uitlopen op de opstanding. Werkelijk, we gaan van de avond naar de morgen, van de dood naar het leven, van de tranen naar het gejuich, van de klacht naar de dans. Niet de avond en de nacht zijn het einde, maar de Grote Morgen.

Opstaan uit de melancholie

Troostrijk is dit voor hen die rouwen. Bemoedigend is dit voor hen die blij zijn met de geboorte van een kind. Dit mag hét houvast zijn voor iedereen die zich bang afvraagt waar alles op uit loopt. Dáárvoor doe je belijdenis, om van dit houvast te getuigen. Wat kan dit je leven doorgloeien, wat kan dit een basisgevoel van opluchting geven. “God zij dank: we leven op het morgenlicht toe.” Dan kun je veel aan in het leven, over veel hobbels heen komen, ellende dragen, zelfs de dood onder de ogen zien. Wat een perspectief is dit. Wat een geschenk als je dit geloven kunt en mag. Daarvoor vieren wij het Paasfeest. God gunt het ons dat wij opstaan uit de melancholie en het stof van de treurigheid van ons af schudden, dat wij door de tranen heen de hemel afspeuren naar het morgenlicht. O, wat gunt God ons dat. Daarvoor liet Hij het voor zijn Zoon midden op de dag aardedonker worden – om ons in het morgenlicht te plaatsen. Vergeet het niet: “De Heer is waarlijk opgestaan.”
Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.