Preek over Psalmen 22:2

2012-04-06

Ds. A. van der Dussen

Het lijdensevangelie naar Matteus en de Psalmen

Liturgie:

♪ Evangelische Liedbundel 117
♪ Psalm 103:1,3,4
♪ Gezang 181
♪ Gezang 192
♪ Gezang 195
♪ Psalm 22:1,9,12

Een psalm van mensen in doodsangst

Psalm 22 als een psalm van een psychiatrisch patiënt, of van een gemartelde arrestant: zo kennen we ‘m niet. We kennen psalm 22 vooral als de psalm van Jezus, vanwege dat kruiswoord dat Hij aan de opening van de psalm ontleent:

Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?

Maar psalm 22 werd ook gelezen op het Joodse Purim-feest, dat gevierd werd ter herinnering aan de uitredding van de Joden toen de antisemiet Haman het volk met uitroeiing bedreigde. Menige bedreigde Jood herkende zich in dit klaaglied over Godverlatenheid ten tijde van grote nood. En zo is het niet vreemd dat psalm 22 ook de psalm is geworden van onder andere asielzoekers en gemartelde arrestanten. Ik lees u de aangrijpende bewerking voor van de priester en dichter Ernest Cardenal uit Nicaragua:

Mijn God mijn God waarom hebt Gij mij verlaten?
een karikatuur ben ik en geen mens
mikpunt van spot
in alle kranten wordt om mij gelachen

Tanks rondom
mitrailleurs die naar mij wijzen
en overal prikkeldraad
prikkeldraad onder stroom

ik ben een naam in hun papieren
ik kreeg een nummer in mijn huid
gefotografeerd achter prikkeldraad
als op een röntgenfoto zijn al mijn beenderen te tellen
ik ben niemand meer
naakt word ik naar de gas kamer gedreven
ze verdelen mijn kleren en mijn schoenen
ik schreeuw om morfine niemand hoort me
ik schreeuw in mijn dwangbuis
ik schreeuw heel de nacht in het asiel voor gestoorden
de zaal voor ongeneeslijke zieken
het paviljoen voor besmettelijke zieken
het gesticht voor de ouden van dagen
ik vecht met de dood in de psychiatrische kliniek
ik stik onder de zuurstofkap
ik schrei op het politiebureau
in de rechtszaal
de folterkamer
het weeshuis
ik ben radioactief besmet
iedereen is bang en ontwijkt me

Maar eens zal ik mijn broeders over U verhalen
ik zal U prijzen op onze bijeenkomst
mijn liederen klinken op uit een groot volk
de armen gaan aan tafel
ons volk viert feest
het nieuwe volk dat wordt geboren

Uitzonderlijke duisternis

Toch is Jezus meer dan een van de velen die zich in psalm 22 herkend hebben. Dat ook Hij zo klaagt is om twee redenen uitzonderlijk. In de eerste plaats is Hij niet zomaar ‘een van de velen’. Hij is door God aan Israël geschonken als de Messias, de koning van de Joden (Matteüs 27:37), de Zoon van God (Matteüs 27:40). Wat is er aan de hand, als de Zoon van God er zo ellendig aan toe is dat Hij zich herkent in de doodsnood van psalm 22? Als Hij werkelijk de Koning van de Joden is, kan het toch niet waar zijn dat God Hem verlaten heeft? In de tweede plaats was Jezus zijn hele leven lang perfect afgestemd op God. Hij was wat dat betreft uniek. Elk mens, hoe gelovig en spiritueel ook, kent momenten of tijden dat er verwijdering tot God ontstaat. Door heftige gebeurtenissen, of juist een sluipend proces, kan afstand groeien tot God. Daarvan is bij Jezus nooit sprake geweest. Onafgebroken leefde Hij zijn leven met de Vader in de hemel, in een betrokkenheid en liefde die op geen enkel moment verslapte. Maar juist daardoor is het zo onbegrijpelijk dat ook Hij de godverlatenheid ervaart die in Psalm 22 tot uitdrukking komt. Wanneer een mens zich uit eigen beweging verwijdert van God, is het niet vreemd dat hij of zij de duistere schaduw over het leven ziet vallen waarin God ver weg is. Maar voor Jezus was die schaduw ongekend. Dat maakt de godverlatenheid die Hij aan het kruis ervaart voor Hem tot een unieke ervaring. Die is ook geheel in strijd met de belofte van God, dat Hij trouw zal zijn aan wie hem trouw is. Vergelijk Spreuken 15:29:

De HEER is ver verwijderd van de goddelozen,
Het gebed van de rechtvaardige hoort Hij.

Als ooit deze regel op zou moeten gaan, dan in de situatie van Jezus. Hij is de rechtvaardige. Geen mens is er geweest die meer reden had om Gods bescherming te verwachten dan Hij. Toch heeft de HEER ook Hem verlaten. Daarmee is Jezus’ godverlatenheid de meest verschrikkelijke en onbegrijpelijke die er is. Het fysieke en mentale lijden; de angst die Hij doormaakte; de vreselijke en onrechtvaardige uitzichtloosheid – die zijn voor Jezus niet groter geweest dan voor anderen die zich in psalm 22 herkenden. Maar vanwege zijn positie als Messias en zijn levensloop van permanente intimiteit met God, heeft Jezus een duisternis meegemaakt die wij zo niet gekend hebben en ook nooit zullen kennen. In zijn lijden en Godverlatenheid is Jezus uniek.

Uitzonderlijke trouw

Des te wonderlijker is, dat Hij ook in deze verlatenheid God trouw is gebleven. Hij klaagt hevig over zijn verlatenheid door God, maar spreekt niet verwijtend. Al helemaal niet laat Jezus zich cynisch tegenover God uit, of opstandig. Dat blijkt daaruit, dat Hij God aanspreekt met ‘mijn God’, en dat maar liefst twee maal. Daarmee spreekt Hij God aan op de band die Hij altijd met Hem gehad heeft. Zie vers 11:

Van de moederschoot af bent U mijn God.

Zelfs op dit vreselijke moment verslapt die band niet. Hij blijft aan God vasthouden, hoewel het ver weg zijn van God voor niemand zo schrijnend en onbegrijpelijk is geweest en zal zijn als voor Hem. Hij grijpt óók naar de woorden van psalm 22 om zijn onveranderde aanhankelijkheid aan God uit te spreken. Jezus geeft God niet op. God heeft Hem verlaten – Hij verlaat God niet. Daarin overtreft Jezus al zijn medemensen. Een tweede getuigenis van zo volkomen trouw en Godvrezendheid is in heel de mensenwereld niet te vinden.

Pasen

Heeft Jezus deze klacht van psalm 22 tot de zijne gemaakt, in het vertrouwen dat de uitredding waar deze psalm eveneens vol van is ook Hém ten deel zou vallen? Is ook het blijmoedige vervolg van de psalm door zijn hoofd gegaan terwijl Hij aan het kruis hing? Want blijmoedig is Psalm 22 vanaf vers 23. Weg is de duisternis en de radeloosheid. God is terug, in zijn trouw aan de zwakke en vernederde, krachtig reagerend op diens hulpgeroep (vers 25). De psalm eindigt vrolijk en dankbaar, vers 32:

Hij is een God van daden!

Ja, in de tweede helft van Psalm 22 is het leven weer goed. Dit is – Pasen! Want zo is de opstanding van Jezus te zien: als het antwoord dat God geeft op zijn hulpgeroep. Op de Paasmorgen is God weer achter zijn Zoon gaan staan, om eens en voorgoed aan de wereld duidelijk te maken dat deze werkelijk zijn geliefde Zoon is, zijn enige. De opstanding is ook om zo te zeggen Gods honorering van Jezus’ trouw aan Hem. Wie zo aan God vast houdt – het kan niet zo zijn dat God hem blijvend verlaat. In de opstanding brengt God als het ware hulde aan Jezus, vanwege die unieke verbondenheid die ook in die helse duisternis geen ogenblijk verslapte.

Jezus de Redder

Zo zijn die vreselijke uren van duisternis aan het kruis tegelijk vol van overwinning. Jezus is onze redder geworden, juist doordat Hij aan het kruis ‘mijn God’ is blijven zeggen. Hierin is Hij de man naar Gods hart geweest. Wat God mist bij ons, die zich zo gemakkelijk van Hem verwijderen en soms ook zo heftig tegenover Hem komen te staan, vindt Hij bij Jezus: volkomen en onafgebroken trouw en liefde. Daardoor is het licht van Pasen in deze wereld over ons opgegaan. Als het aan ons ligt is het onvermijdelijk dat wij ons steeds verder verstrikken in de duisternis van het leven ver weg van God. Maar het ligt niet meer aan ons. Er is een mens geweest die God in geen enkel opzicht teleurgesteld heeft – integendeel. Vanwege deze mens is de Paasmorgen aangebroken. Vanwege deze mens gloort het licht aan de horizon van een wereld waarin het leven weer goed en veilig is in de nabijheid van God. Laat psalm 22 ons dus hoopvol stemmen, nu Jezus ‘m tot zijn eigen psalm heeft gemaakt.
Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.