Preek over Efeziërs 3:14-17

2010-05-23 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Wie woont er in jouw hart?

Liturgie:

♪ E69
♪ Psalm 150
♪ E90
Jeremia 29:11-14 en Kolossenzen 2:6-15
♪ Gezang 242: 1, 3
♪ E70
♪ E23
♪ Psalm 84 (Psalmen voor Nu)
♪ Who am I (band)
♪ E1
♪ E2
♪ Opwekking 602

Buitenkant en binnenkant

“Wie woont er in jouw hart?” Die vraag wordt maar zelden gesteld. Veel vaker hoor je de vraag: “In wat voor huis woon jij?” Daar maken veel mensen zich druk over. Heb je een mooie badkamer? Is de woonkamer groot genoeg? Is het een huis met een tuin? Staat het in een rustige buurt? Zelfs de politiek gaat over niet veel anders. In de verkiezingscampagne wordt driftig gedebatteerd over hypotheekrenteaftrek en – in mindere mate – over de wijken waarin jouw huis staat: wonen daar veel nieuwe Nederlanders, of juist niet? Maar hoe belangrijk dat allemaal ook is, in Efeziërs 3 richt Paulus zich op de binnenkant van het leven, op ‘uw innerlijk wezen’ (vers 16), en op het ‘wonen van Christus in uw hart’. Het is goed om zo eens de aandacht af te wenden van wat ‘buitenkant’ is, en je te concentreren op de ‘innerlijkheid’. Sterker nog: het is broodnodig. Want je kunt nog zo’n mooie buitenkant hebben – als je in een prachtig huis woont terwijl het bij jou van binnen niet goed zit, zal het je geen vreugde geven. Omgekeerd: als in jouw hart vrede woont, zul je een minder fraaie buitenkant voor lief kunnen nemen. Daarom zijn de mensen die vandaag belijdenis doen te feliciteren. Zij investeren in de binnenkant van hun leven. Zij geloven erin dat Christus in hun hart wil wonen en dat zij daarmee mens zullen worden zoals God het bedoeld heeft. Dat is werkelijk een gelukwens waard.

Basisstemming

Om gevoel te krijgen voor wat bedoeld wordt met het ‘wonen’ van Christus in ons hart, helpt het om na te gaan waar je hart vol van kan zijn. Ik noem enkele dingen:
· van je nieuwe vriendje
· van je examen
· van je vakantie.
Of negatief:
· van een ernstig ongeluk dat je gezien hebt
· van een slecht bericht van de dokter
· van relatieproblemen.
Nu zijn dat allemaal meest voorbijgaande dingen. Er is echter ook een soort constante die je hart kan vullen. Soms weet je niet eens wat er in je hart woont en moet een psycholoog je er bewust van maken. Je hart kan bewoond worden
· door angst
· door boosheid
· door ontevredenheid.
Dan gaat het over een diepe basisstemming. Wanneer nu Christus in je hart woont, gaat het over dat laatste, over de constante grondtoon van je leven. Dan bepaalt Hij dus je innerlijk wezen.

De vrede van Christus

Veel is daarover te zeggen, maar vandaag beperk ik mij tot iets dat in de brief aan de Efeziërs belangrijk is: dat Christus onze vrede is, 2:14. Als Christus in je woont, wordt vrede de grondtoon van je leven. Dat wil zeggen:
· dat de vrede van God je beheerst. Hij sluit vrede met jou. Als Christus in je hart woont wordt dat een diepe zekerheid
· dat je leeft bij de belofte: “Het komt goed. Niets kan mij scheiden van Gods liefde.” (Romeinen 8:35)
· dat je een innerlijke vrede ervaart.
· dat je een harmonieuze persoonlijkheid ontwikkelt
· dat je verzoenend en genadig omgaat met anderen

Het werk van de Geest

Nu is dat voor velen van ons maar zeer ten dele werkelijkheid. Het is niet onze ‘natuurlijke’ manier van leven. De grote 20e eeuwse theoloog A.A. van Ruler zegt snedig: “Inwoning levert altijd spanningen op.” Hij heeft gelijk! Als Christus in je hart woont, ondervindt Hij altijd concurrentie van die andere ‘gasten’. Paulus spreekt hier dan ook niet voor niets biddend, vers 14. Hij weet van de werking van Gods machtige Geest in ons innerlijk wezen, vers 15. Op basis daarvan durft hij te verwáchten, vers 17, dat we Christus woning gaat maken in ons hart. Daarbij spreekt hij ons aan op ons geloof, vers 17. Hij wil zeggen: durf het verwachten. De Geest, die grote magister interior (inwendige leermeester) is immers uitgestort!

Belijdenis doen

Het Pinksterfeest is daarom bij uitstek de gelegenheid om in de verwachting van Gods machtige werk de aandacht naar binnen te richten. Ik voeg eraan toe, dat het daarom iets moois heeft om op Pinksteren belijdenis te doen. Belijdenis doen houdt immers in, dat je er bewust voor kiest om op je weg door het leven achter Christus aan te gaan en Hem in je hart te laten wonen. Dat is alleen maar mogelijk bij de gratie van de uitstorting van de Heilige Geest. Dat is ook de ervaring geweest van degenen die zo meteen belijdenis doen. Op een of andere manier heeft de Geest hen geraakt, en hen ertoe gebracht de deur van hun hart te openen voor Christus.

Proces

Sommigen van hen zijn er vol van en willen het wel van de daken schreeuwen! Anderen beleven het meer als een diepe, innerlijke schat. Maar altijd is het iets dat moet groeien. Hoe vaak ervaren we niet dat Christus het centrum van ons bestaan niet opvult, en dat ontevredenheid of angst en boosheid bezit nemen van ons innerlijk. Dat Christus ons innerlijk wezen gaat bepalen is vaak een geleidelijk proces dat verloopt met veel horten en stoten. Maar wat is het een begerenswaardig doel: dat de vrede van Christus jouw innerlijk wezen stempelt. Dat zijn vrede meer en meer het hart wordt van je bestaan. Dat langzaam maar zeker onvrede en angst plaats maken voor Hem. Dat als iemand aanbelt bij jou, hij tot zijn verbazing merkt dat Christus in jou opendoet! Als Christus de vrede van ons hart vormt, worden we ook minder kwetsbaar voor wat ons overkomt. Werkelijk: pas als Hij in ons hart woont, komen wij tot onze bestemming. In dit leven zal dat nooit volkomen het geval zijn. Maar de Geest wil vast en zeker een begin maken. Strek je daarnaar dus gelovig uit. De Vader wil nu al veel geven.
Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.