Preek over Galaten 3:13

2010-03-07 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Verlossing door het bloed van Christus

Liturgie:

♪ Psalm 119: 47, 49
♪ E57 – Groot is de Heer
♪ E133 – Machtig God, sterke rots
Galaten 3: 6-14
♪ Gezang 181
♪ E127 – Laten wij nu samen

Toorn van God

God houdt van deze wereld en van ons mensen. Dat zeggen we vaak tegen elkaar en dat moeten we ook blijven zeggen, want het is waar. Maar óók waar is dat God boos is op deze wereld en op ons mensen. Dat zouden we eens wat vaker tegen elkaar moeten zeggen. Want dat maakt dat je respect voor God kan toenemen. Immers, kun je een vader respecteren, die vriendelijk glimlacht als een onverlaat aan zijn dochter komt, of als zijn zoontje een kat mishandelt? Respect kun je toch alleen hebben voor een vader die dan kwaad wordt en ingrijpt en zegt: “NEE! Dat doen we niet!”? In de Bijbel wordt het vele malen gezegd: er is bij God verontwaardiging, en woede, en ontzetting over het kwaad dat mensen op aarde doen. God blijft niet onbewogen glimlachen als mensen zoveel vuiligheid in zee gooien dat miljoenen vissen en zeevogels er dood aan gaan. God neemt het hoog op, als kinderen niet veilig zijn bij geestelijken in de kerk. God staat dreigend op van zijn troon als massamoordenaars duizenden en duizenden mensen afslachten. God schudt geërgerd het hoofd, als mensen in blinde hebzucht alleen maar aan rijk worden denken. God slaat vol afschuw de ogen neer, als Hij ziet dat ik met al mijn christelijkheid een harde egoïst blijk te zijn.

Vervloekt

Juist omdat God van zijn schepping en van zijn schepselen houdt, is er zijn grimmige ontzetting over zoveel boosheid in de wereld. Paulus duidt dat in Galaten 3:10 en 13 aan met het woord ‘vervloekt’. Dat woord ontleent hij aan de wet van Mozes. Daar staat, dat God mensen vervloekt die heel erge dingen doen, Deuteronomium 27:14-26. ‘Vervloekt’ is het tegenovergestelde van ‘gezegend’.

Als toonbeeld van een vervloekte geldt de opgehangen misdadiger, Deuteronomium 21:22,23. Daarnaar verwijst Paulus als hij zegt:

Vervloekt is ieder mens die aan een paal hangt. (3:13 slot)

Ja, zo’n wrede oorlogsmisdadiger, die stromen bloed vergoten heeft, en die de rechter brutaal toe grijnst en bluft dat hij nergens spijt van heeft. Hij wordt opgehangen, want hij is een vervloekte.

Vrijgekocht

Maar kijk goed: wie is daar opgehangen? Christus Jezus. De Messias, Jezus van Nazareth. Die hangt aan de paal.

Christus Jezus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet, door voor ons te worden vervloekt, want er staat geschreven: ‘Vervloekt is ieder mens die aan een paal hangt.’

Het volmaakte Lam door Helene van der Ploeg

In dat vreselijke kruis waaraan Christus hing om terechtgesteld te worden, ziet Paulus de paal, de galg van Deuteronomium 21:22v. De vervloeking die wij mensen over ons heen halen door al het kwaad waaraan wij ons schuldig maken of waarbij wij betrokken zijn, balt zich samen in de terechtstelling van Jezus. Aan deze Gekruisigde zie je hoe het afloopt met de mensheid zich van God afwendt. Daar hangt Hij, in de duisternis aan Gods linkerhand, als het toonbeeld van verworpenheid en onbruikbaarheid. En zó is Hij de Messias. Want zo koopt Hij ons vrij van de vloek. Positief gezegd: zo maakt Hij voor ons de zegen vrij. Want vrijgekocht worden van de vloek betekent positief: delen in de zegen van Abraham, vers 14. Die zegen bestaat daarin dat wij de Geest ontvangen, vers 14 slot. Dát is de diepe inhoud van ‘vrijgekocht worden van de vloek’: dat je een plaats krijgt aan Gods rechterhand, dat God zijn aangezicht over je laat lichten, en dat je mag leven in de gemeenschap van zijn heilige Geest, de Geest van het leven. Het is waar: God is boos op deze wereld en op ons mensen. Maar nog groter is de waarheid dat Hij van deze wereld en van ons mensen houdt. Zo groot is zijn liefde, dat Hij de vloek zijn eigen goddelijk leven in droeg. Zijn eigen gezegendheid breidt hij over ons uit.

♦ ♦ ♦ ♦ ♦


O, wonderbare liefde die ons denken te boven gaat… (gezang 181:5)
Amen

Vragen bij de verzoeningsleer

Catechesebijeenkomst zondag 7 maart 2010
Schriftlezing: Galaten 3:6-14

Vragen
1. Wil God bloed zien? (Hebreeën 9:22)
2. Is het niet onrechtvaardig om een ander te laten boeten voor onze fouten?
3. Maakt Christus’ plaatsbekleding het ons niet te gemakkelijk?
4. Gedraagt de Vader zich niet wreed tegenover zijn Zoon?

Bijbelse overwegingen

  1. God is niet wraakzuchtig, maar handhaaft het recht. Numeri 35:30-34. In de Bijbel is er is verschil tussen ‘verzoening’ en ‘zoening’:
    • Verzoening: een relatie wordt hersteld. Engels: reconciliation.
    • Zoening: kwaad wordt weggedaan, vergolden, goedgemaakt. “Ontzondiging.” Engels: expiation.

  2. Ieder blijft persoonlijk verantwoordelijk. Vgl. Exodus 32:32,33. Tegelijk is er in de Bijbel het gemeenschapsbesef: “Als één lid lijdt, lijden alle leden mee.”( I Korintiërs 12:26) Door de zonde van één man lijdt heel Israël een nederlaag, Jozua 7. Omgekeerd kunnen eenlingen als een soort ‘boegbeeld’ een hele gemeenschap vertegenwoordigen. Zo is een stamvader de representant van zijn nakomelingen, Hebreeën 7:9,10. Zie ook Johannes 15:4: “Ik ben de wijn stok en jullie zijn de ranken.” Vgl. Handelingen 9:4. Christus is voor ons gestorven als onze representant, II Korintiërs 5:14.

  3. Wij blijven niet buiten schot als Christus sterft. “Inclusieve plaatsbekleding” Christus’ dood wordt onze dood, II Korintiërs 5:14. Hoe?
    • sacramenteel: door de doop. Romeinen 6:3,6: wij zijn in Christus’ dood gedoopt, met Hem gekruisigd.
    • levenshouding: wij doden onze oude mens, Romeinen 8:13; Galaten 5:24; Kolossenzen 3:5

  4. De vader staat niet tegenover zijn Zoon, maar lijdt mee met zijn Zoon. Denk aan Abraham die zijn zoon niet spaarde, Genesis 22:12,16. Zo heeft God zelf zijn Zoon niet gespaard, Romeinen 8:32. Omgekeerd staat Christus niet tegenover zijn Vader, maar vertegenwoordigt Hij zijn Vader. Vgl. Johannes 1:18. “De Vader en Ik zijn één.” (Johannes 10:30)

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.