Preek over Psalmen 51:20, 21 en Openbaring 19:6 en Jesaja 43:1

2009-09-20 n.m.

Ds. A. van der Dussen

Oude teksten krijgen nieuwe betekenissen

Liturgie:

♪ E116
♪ Psalm 100
Psalmen 93 en Openbaring 19:5-8
♪ Psalm 93
♪ Gezang 112
♪ Gezang 381:3, 4, 5
♪ Gezang 281

Inleiding

In deze preek gaat het over de toepassing van Bijbelteksten op je eigen leven. De Bijbel is een oud boek. Alleen daardoor al kunnen wij afstand tot Bijbelteksten ervaren. Toch geloven wij dat God zijn Woord in de Bijbel spreekt – tot ons! De heilige Geest wil die oude woorden steeds weer actueel laten worden. In deze preek wil ik vanuit de Bijbel zelf laten zien, dat oude teksten in een latere tijd en in een andere situatie een nieuwe, frisse betekenis krijgen. Ik begin met een tekst die binnen het Oude Testament opnieuw gelezen wordt, psalm 51. Dan vraag ik aandacht voor de manier waarop het Nieuwe Testament een nieuwe betekenis geeft aan een tekst uit het Oude: Psalm 93. Ten slotte ga ik in op Jesaja 43:1 en trek ik de lijn rechtstreeks door van het Oude Testament naar onszelf.

Psalm 51

De slotverzen 20 en 21 sluiten niet aan bij het voorgaande. De psalm is een individuele schuldbelijdenis van David; in vers 20 echter wordt het perspectief verbreed tot Sion, de stad Jeruzalem. Bovendien heeft vers 20 op een heel andere tijd betrekking, de tijd dat de muren van Jeruzalem in puin liggen (vgl. Nehemia 2:13). Zo lijkt het erop dat vers 20 500 jaar later is opgeschreven dan de eerste 19 verzen! Merkwaardig is ook dat vers 21 positiever over offers spreekt dan vers 18 en 19. Wat is hier aan de hand? Aangenomen mag worden, dat in de tijd van Nehemia op psalm 51 werd teruggegrepen om uitdrukking te geven aan de gevoelens die men na de ballingschap had. Meermalen zijn in het Oude Testament schuldbelijdenissen en gebeden om vergeving te vinden van het volk dat is weggevoerd naar Babel. Vgl. Daniël 9:5-15; Psalm 79:8,9. Zo heeft men, 500 jaar na David, ‘zijn’ psalm 51 hartstochtelijk mee kunnen bidden. Daarbij krijgt de oude tekst een nieuwe betekenis. Want wat David in vers 14 bidt voor zichzelf, wordt toegepast op herstel van Jeruzalem. Vroeg David om ‘de kracht van een sterke geest’, ten tijde van Nehemia interpreteert men vers 14 als een bede om opbouw van de sterke muren van Jeruzalem! Ook de verschuiving van vers 18 en 19 naar vers 21 laat zich verklaren uit de toepassing van de psalm op de tijd van de wederopbouw van Jeruzalem. Immers, herstel van de stad houdt ook in: herstel van de tempel en de offerdienst. Vandaar dat vers 18 en 19 nu worden toegepast op de offers die straks weer op het altaar van de tempel worden gebracht.

Psalm 93 in Openbaring 19

Psalm 93 is een voorbeeld van een oudtestamentische tekst die in het Nieuwe Testament een nieuwe betekenis krijgt. In deze psalm wordt de stabiliteit van de kosmos bezongen, vanuit de vreugde over Gods stabiele koningschap. De psalm is als volgt opgebouwd:

vers 1a,b: de HEER regeert!
vers 1c: de wereld is stabiel
vers 2: Gods koningschap is stabiel
vers 3: de wereld wordt bedreigd
vers 4: de wereld is veilig, want de HEER regeert!
vers 5: ook Gods woorden en zijn heilige tempel zijn stabiel

De psalm moet gelezen worden tegen de achtergrond van het toenmalige wereldbeeld. De ‘stromen’ van vers zijn symbool van vijandige machten die het leven bedreigen, vgl. psalm 24:2; zie ook Genesis 1:6 – 10. Maar omdat de HEER regeert, hoeven wij niet bang te zijn voor de ondergang van de wereld, vgl. psalm 89:10,11. Dankzij het koningschap van de HEER vervalt de wereld waarin wij leven niet tot een angstaanjagende chaos, maar blijft zij een bewoonbare kosmos, vgl. Jesaja 45:18. Aan die bewoonbaarheid dragen ook de stabiliteit van Gods woorden en de altijd voortgaande eredienst in zijn huis bij. Verrassend is dat een echo van psalm 93 in Openbaring 19:6 weerklinkt. Thema is ook hier: Gods koningschap. Ook nu klinkt de stem van geweldige watermassa’s. Maar let op: hier dreigen ze niet meer. Hier zijn ze opgenomen in het koor dat de Heer prijst met een daverend ‘halleluja!’. Zo ziet Openbaring Gods overwinning nog glorieuzer dan psalm 93. De tegenstander is koorlid geworden! Wees dus ook niet bang dat al dat loven van God in de grote toekomst iets tams zal hebben. Het loflied dat dan zal klinken, is geen vroom liedje bij harpspel, maar verheerlijking van de Allerhoogste door heel die grootse kosmos!

Oregon Coast

Jesaja 43:1

Deze tekst is op ons doopvont aangebracht: “Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt mijn.” Daarmee heeft onze kerk een nieuwe betekenis gelezen in een oude profetie. Jesaja 43:1 had oorspronkelijk een andere betekenis, alleen al doordat hier geen individu maar heel het volk Israël wordt aangesproken. Bepalend is ook de toenmalige situatie van het volk: het bevindt zich in ballingschap. Zo heeft het ‘roepen’ door God een specifieke klank: Hij roept het terug uit het verre Babel om het als zijn eigen volk een nieuw bestaan te schenken in eigen land, vgl. 41:9; 54:6. In dat ‘roepen’ zit ook iets van een opdracht. Zoals de Perzichse koning Cyrus geroepen wordt om dienst te doen als Israëls redder, zo wordt Gods volk geroepen om in dienst te staan van de HEER, vgl. 41:8,9; 43:10; 44:1,2,21; 49:3. In de woorden “Je bent van Mij” drukt de HEER uit, dat Israël zijn eigen dom is. Dat wil zeggen, dat niemand anders iets over dit volk te zeggen heeft, ook de koning van Babel niet. Er wordt ook mee aangeduid, dat Israël aanspraak mag maken op Gods hulp en bescherming. Vgl. psalm 119:94: “Ik ben van U – red mij!” Gegeven al deze motieven is het allerminst vreemd dat deze tekst wordt toegepast op dopelingen. Want als je gedoopt wordt in de naam van de drie-enige God, word je zijn eigendom, en word je onder zijn macht en bescherming geplaatst, vgl. I Corintiërs 1:12,13; 3:23. Ook claimt Hij je als zijn dienaar, vgl. I Corintiërs 6:1; 9,20; I Petrus 1:18,19. Prachtig is dat verwerkt door zondag 1 van de Heidelberger Catechismus.
Wat is uw enige troost, zowel in leven als in sterven? Dat ik met lichaam en ziel zowel in leven als in sterven niet mijzelf toebehoor, maar het eigendom ben van mijn getrouwe Heiland Jezus Christus. Hij … heeft mij uit alle heerschappij van de duivel verlost. Hij waakt over mij … en maakt mij van harte bereid om voortaan voor Hem te leven.
Zo krijgt Jesaja 43:1 dankzij de doop ook voor ons een diepe en rijke betekenis.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.