Preek over Prediker 10:1-11

2009-08-16 v.m.

Ds. A. van der Dussen

De betrekkelijkheid van wijsheid

Liturgie:

♪ Gezang 95
♪ Evangelische Liedbundel 341
♪ Psalm 101:1, 2, 5
♪ Psalm 111:6
♪ Gezang 127:1, 2, 4, 7
♪ Evangelische Liedbundel 312

Inleiding

Vanmorgen gaat het over de mate waarin wij vat hebben op ons leven. Ik breng u het goede nieuws, dat dt weliswaar maar beperkt het geval is, maar dat God ons leven terecht zal brengen. Daarmee sla ik andere tonen aan dan velen in onze samenleving doen. Een populaire gedachtegang is: “Jijzelf bepaalt hoe je leven eruit komt te zien; je hebt zélf in de hand of je een succesvol leven hebt of niet.” Vanuit Prediker 10 zal ik dat tegenspreken, om daarna vanuit I Korintiërs te laten zien dat Paulus ons juist in aansluiting daaraan hoop geeft.

Wijsheid loont

In de eerste helft van Prediker 10 gaat het over de waarde, het nut van de wijsheid. ’Wijsheid’ mag je opvatten als praktische levenskunst, als een manier om het leven goed aan te pakken. Vandaar dat ik de preek begon met te zeggen, dat het er vanmorgen over gaat in welke mate wij vat hebben op ons leven. De stelling van Prediker is: het maakt inderdaad uit of je de dingen goed aanpakt, maar het is een illusie om te denken dat we het leven in onze greep kunnen krijgen. Er zit er in dit eerste gedeelte van Prediker 10 namelijk een eigenaardige afwisseling. In sommige verzen is hij optimistisch over wat je bereiken kunt met wijsheid, vgl. vers 4 en vers 10. In andere is hij daar veel pessimistischer over, vgl. vers 1,5-7, 8/9, 11. Ik volg eerst het lijntje van optimisme: het loont de moeite om met wijsheid te werk te gaan. Vgl. 10:10: “Wie met wijs beraad te werk gaat, heeft meer kans van slagen.” Het voorbeeld dat Prediker geeft over de houthakker die zijn bijl niet slijpt, lijkt nogal onnozel. Maar het gaat meer spreken als je opmerkt dat er humor in zit, de humor van een man die scherp waarneemt en dan het hoofd schudt over de malle dingen die hij in de wereld aantreft. Stel je voor: een man is bezig een enorme ligusterhaag te knippen. Hij doet er erg lang over en staat geweldig te zweten. Iemand komt langs en stelt vast, dat hij er voor niets zo hard tegen aan gaat: zijn schaar is bot! Hij raadt de man aan om de schaar te slijpen. Maar de man is van die raad niet gediend: hij zegt dat hij daar geen tijd voor heeft! Kortom: als je de dingen niet handig aanpakt, moet je niet gek opkijken als je magere resultaten boekt. Een ander voorbeeld staat in vers 4: “Kalmte helpt je te voorkomen dat je jammerlijke fouten maakt.” Wat is dat waar. In discussie gaan met een onredelijke baas maakt de situatie vaak nog erger. Het kan verstandig zijn om de donderbui te laten overtrekken om later, op een goed moment, een zinvol gesprek aan te gaan. Werkelijk, een mens werkt zich soms in de nesten doordat hij zijn gezond verstand niet gebruikt. Als je het leven een beetje slim aanpakt, kan het zoveel aangenamer verlopen. Tot op zekere hoogte heb je succes inderdaad in eigen hand.

De betrekkelijkheid van wijsheid

Maar nu de andere kant. Prediker stelt vast dat er allerlei factoren zijn waar je geen invloed op hebt. Daardoor is het een illusie te denken dat je het succes voor de volle 100% in eigen hand hebt. Daar is in de eerste plaats het gestuntel van anderen. Zie vers 1: “Een kostbare zalf bederft al door één dode vlieg, een beetje dwaasheid maakt de beste wijsheid ranzig.” Dat wil zeggen: je kunt het leven nog zo goed aanpakken, maar er hoeft maar één dwaas op je weg te komen en het kan helemaal fout lopen. Je kunt nog zo verantwoord auto rijden, maar één gek die een tegel van een viaduct gooit kan de vreselijkste ongelukken veroorzaken. Het is om moedeloos van te worden, maar zo is het wél. Dan, in de tweede plaats, is er het soms gebrekkige beleid van de overheid. In vers 5 en 6 geeft Prediker zijn waarneming door, dat soms de verkeerde man op de verkeerde plaats zit. Daar kun je inderdaad lelijk tegenaan lopen. Bij een ‘reorganisatie’ wordt een goeie ambtenaar op een zijspoor gerangeerd, waarna vervolgens een klungel zijn of haar plaats inneemt. Ergerlijk is het, als je daar als zakenman mee te maken hebt. Je kunt dan de ervaring opdoen dat van je geweldige plannen voor je zijn onderneming niets terecht komt, simpelweg doordat je de medewerking niet krijgt die je nodig hebt. Dan zijn er, in de derde plaats de ongelukken die in een klein hoekje zitten. Prediker noemt er een aantal op in vers 8 en 9. Ook deze opsomming klinkt tamelijk onnozel. Maar wat hij bedoelt is dit: je kunt de dingen nog zo goed aanpakken, maar dat is geen garantie voor succes. Neem het eerste voorbeeld: een kuil graven en er dan zelf in vallen. Bekender is het gezegde: wie een kuil graaft voor een ander valt er zelf in (vgl. Psalm 7:16,17). Dan is de strekking, dat het kwade dat je beraamt op jezelf kan terugslaan. Maar Prediker wil met het voorbeeld van de kuil een andere kant op. Hij wijst erop, dat aan elke onderneming een risico zit. Kuilen graven, muren slopen, steenhouwen, houthakken: het is niet ongevaarlijk. Al pak je het nog zo goed aan en ben je nog zo vaardig – het kan slecht uitpakken. Inderdaad. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Eén gemene bacterie in je bloedbaan en je leven staat op z’n kop. Eén tegel op een fietspad die uitsteekt en je kunt met ernstige fracturen ine en ziekenhuis terecht komen. Onnoemelijk veel mensen worden doordat soort on-geluk getroffen. Zeg niet dat als ze het slimmer hadden aangepakt ze er beter uit waren gekomen. Dat is onzin. Een laatste factor: tijd. Zie vers 11: een slangenbezweerder heeft niets aan zijn bekwaamheid als de slang bijt voor hij bezworen is. Prediker wijst er daarmee op, dat wij het goede moment niet altijd tot onze beschikking hebben. Ook daardoor kan er veel misgaan, al bereiden we de dingen nog zo goed voor. Je zult maar net een migraineaanval krijgen op het moment dat je examen moet doen… Zo moet de conclusie zijn, dat een mens maar in zeer beperkte mate vat heeft op z’n leven. Het is daarom oneerlijk en onbarmhartig om te suggereren dat jijzelf bepaalt hoe je leven eruit komt te zien. Er zijn te veel factoren waarop je geen invloed hebt. Heel veel mensen hebben de kans eenvoudig niet gekregen om een succes van hun leven te maken.

Wijzen en sterken beschaamd

Daarmee is het verhaal natuurlijk niet uit. Want stel nu dat je inderdaad door rampspoed getroffen bent, dan is het daarna een zaak van wijsheid om goed met de ontstane situatie om te gaan. Het maakt veel uit, of je een slachtofferhouding aanneemt,dan wel met een positieve instelling in het leven staat. Maar daarover wil Prediker het niet hebben. Het gaat hem erom, te voorkomen dat onze verwachtingen van het leven te hoog gespannen zijn. Hij wil ons zo wijs hebben, dat wij geen illusies hebben over wat wij door onze wijsheid, onze levenskunst kunnen bereiken. Daarmee maakt hij de weg vrij voor het evangelie. Gods goede boodschap is in zijn geschrift niet geheel afwezig, maar toch ook niet sterk aanwezig. Wat dit bijbelboek wél doet, is dat het rijp maakt om de waarde van het evangelie van Christus in te zien. Want lees nu eens tegen de achtergrond van Prediker 10 de verzen 26-28 van I Korintiërs. Dan zul je merken, dat dit stukje uit het Nieuwe testament zeer gaat spreken. Paulus heeft het hier over de handelwijze van God, waarmee hij de wijzen en de sterken beschaamt. Wie zijn nu die ‘wijzen’ en ‘sterken’? Dat zijn die mensen, die denken dat ze door hun eigen slimheid en handigheid het succes van hun leven bepalen. Niet dus! Want wat doet God? Hij pikt al die mensen eruit die last hadden van die bacterie, of die migraine-aanval, of het gebrekkig functioneren van overheden. Want wat voor soort mensen heeft God uitgekozen toen Hij de gemeente in Korinte vormde? “Niet veel die naar menselijke maatstaven wijs waren, niet veel die machtig waren, niet veel die van voorname afkomst waren.” Nee! Wat voor soort mensen verzamelt de Here Jezus om zich heen? Allemaal mensen waar de ‘geslaagde’ Farizeeërs op neer keken: lammen en blinden, hoeren en tollenaars. Alleen die rijken en geslaagden die aan dit gezelschap geen aanstoot namen, gingen ook achter Jezus aan op weg naar zijn Koninkrijk. Zo heeft God de wijsheid van de wijzen te kijk gezet. Uiteindelijk kom je langs een andere weg in het Koninkrijk van God dan door dat je als mens het leven zo goed aanpakt. Je leven komt terecht doordat God zich over je ontfermt. Troostrijk is dat. Dáárom staat Prediker in de Bijbel, om de weg voor die troost vrij te maken. Laat je niet aanpraten dat het altijd aan jou ligt als je leven niet zo succesvol verloopt als je gehoopt had. Zeker, soms is dat door je eigen toedoen. Het blijft waar: wijsheid loont! Maar er zijn zoveel factoren waarop je geen invloed hebt, dat je moet concluderen dat wijsheid ook heel betrekkelijk is. Het is een illusie te denken dat wij door eigen handigheid en slimheid de hand kunnen leggen op het paradijs. Dat kunnen we niet, en dat hoeven we niet. Want God gaat een andere weg. Hij zoekt in Christus de mensen op die buiten de boot zijn gevallen. Hij brengt terecht wie zelf moest merken dat een ongeluk in een klein hoekje zit. Zo is de ware wijsheid: je vertrouwen vestigen op deze God. Niet boos of bitter worden, maar in je verdriet en teleurstelling je hoop vestigen op de Heer Jezus, die uitkiest wat ‘niets’ is.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.