Preek over Prediker 2:1-11

2009-07-26 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Tweede preek over Prediker

Liturgie:

♪ Psalm 135:1, 2, 3
♪ E62
Prediker 2:1-11 en Matteüs 6:28b, 29a, 33
♪ Gezang 488B
♪ E146

Inleiding

Je in het leven storten – daar een leeg gevoel aan overhouden – het inhoudsrijke van het christelijk leven ervaren – en dan genieten van kleine dingen: daarover gaat het vanmorgen in mijn preek.

Je in het leven storten

Het is verrassend zoals Prediker zijn zoektocht naar een zinvol leven aanpakt. Neem wat hij zegt in 2:3: “Ik heb mezelf ondergedompeld in de vrolijkheid van de wijn.” Hier wordt naar alcohol nu eens niet angstig of benauwd gekeken. Welnee! Er wordt gefuifd dat het een lieve lust is! Wel zegt hij dat hij het in wijsheid deed – “die behield altijd de overhand”. Hij noemt dat drinkgelag ook rustig ‘dwaasheid’, in lijn met hoe het boek Spreuken erover spreekt (zie bijvoorbeeld 20:1). Toch zégt Prediker het maar: “Ik wil het eens meemaken. Kijken wat het oplevert.” Want dáárom gaat het hem: om vast te stellen wat het oplevert, of je de essentie van het leven pakt als je plezier maakt. Het is een experiment dus, en zo stimuleert deze Bijbeltekst ons om jongeren te gunnen het experiment aan te gaan. Het is waar: wijsheid is dan wel heel hard nodig. Je houdt je hart vast als de wijsheid niet meer de overhand houdt. Maar als jongeren niet in zeven sloten tegelijk lopen kunnen ze in dit Bijbelgedeelte een stimulans vinden om zich in het leven te storten. Doen! Kijk maar wat het oplevert. Het vervolg laat zien hoe Prediker het in het groot doet. Hij presenteert zich als koning Salomo, 1:1,12; 2:7. Zoals oud-oosterse vorsten dat doen, pakt hij geweldig uit: grootse dingen onderneemt hij, 2:4,9 Jeruzalem wordt een kolossale feeststad, die bruist van kunst en cultuur, en waar geen einde komt aan de pleziertjes van het leven. “Wein, Weib und Gesang” zeggen de Duitsers. De uitdrukking heeft bij ons een slechte klank. Maar Prediker zegt; “Ik wil het allemaal meemaken en kijken wat het oplevert, of dat soms de zin van het leven is. Kijken of dat ‘het beste is wat je als mens kunt doen’ (vers 3).” Het is veelbetekenend dat dit in de Bijbel staat. Het is niet goed en niet geloofwaardig als de kerk afgeeft op genot en plezier zonder te weten waar ze het over hebt. Onthoud het, dat er een Bijbelschrijver is die kunst en cultuur, genot en plezier intens omhelst, en er toch wijs bij blijft (vers 7).

Een leeg gevoel

Des te onthutsender is dat hij er een leeg gevoel aan overhoudt. Zie 2:2:

“Vrolijkheid, zei ik tegen mezelf, is niets dan dwaasheid. En waar leidt vreugde toe?”

Zie ook 2:11:

“Toen nam ik alles wat ik ondernomen had nog eens in ogenschouw, alles wat mijn moeizaam gezwoeg me opgeleverd had, en ik zag in dat het allemaal maar lucht en najagen van wind was. Het had gen enkel nut onder de zon.”

Er is een gezegde: “De zin van het leven is, dat je er zin in hebt.” Prediker vindt dat dus onzin. Heel dat grootse project van hem stelt teleur. Als het klaar is heeft hij niet het gevoel dat hij daarmee het leven echt inhoud heeft gegeven. Zin in het leven: nou en of. Maar de zin van het leven? Geen sprake van. Hij houdt er het akelige gevoel aan over, dat hij met dat alles in wezen nog steeds met lege handen staan. Het is alsof hij het over onze tijd heeft. Vermaak en toerisme zijn een miljardenindustrie geworden. Straks, aan het eind van het leven, kan menigeen zeggen: “Ik heb de halve wereld gezien. ik heb een hoop pret gemaakt. Ik heb grote popsterren zien optreden. Ik heb ervaring met de liefde. ik heb een mooi, leuk leven gehad.” Maar zal men kunnen zeggen dat men daarmee een inhoudsrijk leven had? Prediker schudt triest het hoofd over onze cultuur. Veel mensen weten heel goed wat hij bedoelt. Ze zullen het toegeven: “Ten diepste is het leeg. Maar wat moet je anders?”

Inhoudsrijk

Hier past de bekende oproep van de Heer Jezus: “Zoek eerst Gods Koninkrijk.” Ik weet het: Hij zegt het in een ander verband. In een cultuur waarin alles draait om overleven roept Hij op om de zorg voor het overleven (“eten, drinken, kleding”) aan God toe te vertrouwen. Wij leven veeleer in een cultuur van beleven. Maar ook dat kan tot een zorg worden: de zorg dat het leven inhoud heeft! Ook als het gaat over die zorg laat wat Jezus zegt zich toepassen. Wil je inhoudsrijk leven? Tob je erover of je de essentie van het leven wel pakt? Keer je dan tot God. Houd op je leven en de wereld te zien als jouw project. Wijd je leven aan Gods project. Want baas, ‘koning’ over je leven en de wereld ben jij niet – dat is Hij! Daarom zegt Jezus: “Zet je hart op Gods Koninkrijk.” Ofwel: neem je plek in het leven zo in, dat Gods project verwezenlijkt wordt. Anders gezegd: ga tot eer van God leven. Zoals Calvijn het ongeëvenaard mooi zegt: ”Zie de wereld als het theater van Gods glorie.” Zet dáár je hart op. Dan leef je zinvol. Waartoe zijn wij op aarde? Beantwoord die vraag maar klassiek: “Tot eer van God.” We zouden er goed aan doen dat in de kerk vaker tegen elkaar te zeggen, en ons niet te schamen dat ook naar buiten toe te zeggen. “Zoek eerst Gods Koninkrijk! Maak je leven ondergeschikt aan zijn glorie.” (Catechismus van Geneve) Want wie zo leeft zal straks, aan het eind van zijn leven, geen kater hebben!

Genieten van kleine dingen

Jezus zegt erbij: “Dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.” Dat slaat op eten en drinken en kleding. Maar opnieuw laat de lijn laat zich doortrekken, en wel naar plezier en genot. Ik lees dat in het slot van Prediker 2. Daar staat, verrassend genoeg:

“Het beste is voor een mens om zich aan eten en drinken te goed te doen en volop te genieten van alles wat hij moeizaam heeft verworven.”

Hoe is dat te rijmen met wat eerder in hoofdstuk 2 gezegd wordt over de zinloosheid van heel dat grootse project om het leven tot een feest te maken? Er zijn twee belangrijke verschillen tussen het begin en het slot van Prediker 2. Het eerste is, dat het in het begin gaat om een menselijk project, en aan het eind om dat wat God geeft, om wat in zijn hand is. Terecht wordt erop gewezen, dat 2:5 een herinnering aan de hof van Eden oproept. Prediker beschrijft hoe hij de Schepper nabootst in het vorm geven van de wereld, om te kijken of hij op die manier inhoud aan het leven kan geven. Maar in dat alles is God afwezig. In het slot van Prediker 2 daarentegen staat de aanwezigheid van God centraal. Nu wordt benadrukt, dat vreugde geen menselijke creatie is, maar een Godsgeschenk. Het ware genieten is volgens Prediker, dat God je vreugde ten deel laat vallen, vgl. 3:13. Als Hij het je niet vergunt, kun je niet genieten van al je gezwoeg, vers 26b! Hier wordt een centraal gegeven uit de Bijbel aangeduid: dat we leven van wat God geeft, van zijn genade. Dat maakt de ware vreugde uit: dat je dingen van God krijgt, zomaar! Inderdaad heeft het iets leegs als je met jezelf alleen bent, al creëer je nog zoveel mooie en leuke dingen. Het is toch veel aardiger om bloemen te krijgen dan om ze voor jezelf te kopen? Zo is dit het eerste belangrijke verschil tussen hoe Prediker 2 inzet en hoe het eindigt. Vreugde, niet als schepping van ons mensen, maar als een geschenk van God. Het tweede is, dat het in het begin gaat om grootse dingen, terwijl het slot doelt op de pleziertjes van de kleine man. Vgl. wat Jezus zegt in Matteüs 628b, 29: de reusachtige heerlijkheid van Salomo legt het af tegen de schoonheid van zo iets onooglijks als een veldbloem… En dus: als je je leven afstemt op het Koninkrijk van God, op zijn eer, en afziet van het grootse menselijk project om zelf van het leven een feest te maken, dan juist valt het geluk je toe. Bij al het gezwoeg in het leven strooit God met veldbloemen. Leer het te waarderen: het lachen met anderen in een periode van rouw; het gebakje bij de koffie waarop een jarige collega tracteert; een glaasje wijn op een zonnig terras, een mooi stukje muziek. Het zijn kleine dingen, die soms niet in verhouding staan tot de het lijden en het gezwoeg die zo kunnen domineren. Het zijn ook niet de dingen die het leven de beslissende inhoud geven. Daarvoor moet je je radicaal richten op het project dat God ter hand heeft genomen: zijn Koninkrijk. Maar het zijn wel de verrassingen die God liefdevol schenkt aan wie Hem behaagt en zijn eer zoekt. Wonderlijk is het: Gods eer zoeken, en dan toch al het overige ontvangen. Maar hoe kan het bij God ook anders? Want zijn glorie bestaat mede daarin, dat hij er een behagen in heeft om ons genadig te zijn.


Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.