Preek over Lucas 23:44-46

2009-04-10

Ds. A. van der Dussen

Terug bij de Vader

Liturgie:

♪ E168
♪ Gezang 189
Lucas 23:32-49
♪ E82
♪ Psalm 31:4, 15, 16, 19
♪ Gezang 187

Luisteren

Een stervende die luid roept: wanneer doet zich dat voor? Wanneer iemand onverhoeds doodgestoken wordt mag je een luide kreet verwachten. Maar als iemand gekruisigd wordt vloeien de krachten langzaam weg. Dan maken de kreten van pijn van lieverlee plaats voor zuchten en steunen. Als er op het einde nog geluid uit komt is het een zwak gerochel. Daarom is het een wonder dat Jezus, als Hij sterft, ‘met luide stem roept’. Het heeft ook een betekenis. Het is kennelijk de bedoeling dat Hij gehoord wordt. Zijn stem schalt over Golgotha. De mensen waren voor het schouwspel naar Golgotha toe gekomen, vers 48. Zo kun je op Goede Vrijdag in de kerk zitten: als toeschouwer. Maar als Jezus sterft, wil Hij dat we naar Hem luisteren. Luister vanavond goed naar Jezus. Hij heeft u wat te zeggen.

Gebed

Hoewel: Hij spreekt niet mensen aan – Hij spreekt God aan. Dat is wat Hij wil dat wij horen: dat Hij bidt, en hoe Hij bidt. Jezus gebruikt voor zijn gebed een psalm, psalm 31. Maar het eerste woord dat Hij gebruikt staat niet in de psalm: het woord ‘Vader’. Lucas is de enige evangelist die vertelt dat Jezus God ook aan het kruis nog zo noemt, vgl. 23:34. Dat Hij dat kan… Want waar was zijn Vader? Hij had gebeden:

Vader, als U het wilt neem dan deze beker van Mij weg. Maar laat niet wat Ik wil maar wat U wilt gebeuren. (22:42)

Toen was Hij bang geworden, doodsbang. Volgens sommige handschriften van het evangelie naar Lucas stond toen een engel Hem bij, 22:43. Maar de Vader kwam Hem niet te hulp. Dit kind van God riep tevergeefs tot zijn Vader. Zo is Jezus herkenbaar voor mensen die zich net zo voelen als Hij: een kind dat vergeefs roept tot zijn Vader. Veel mensen zijn daarop opgehouden met bidden. Zij kunnen niet meer geloven in de hemelse Vader. Misschien zitten er wel zulke mensen in de kerk. Laten vooral zij het horen, dat dit langzaam doodgemartelde kind van God luid roept, als Hij sterft:

Vader!

De Heer is het geloof in zijn Vader niet kwijtgeraakt!

Een weg naar een nieuw leven

Lucas heeft nog iets aparts. Het gaat om de volgorde van de gebeurtenissen. Matteüs en Marcus vertellen dat Jezus eerst stierf en dat toen het voorhangsel scheurde. Lucas draait dat om. Eerst scheurt het voorhangsel, vers 45. Daarna pas sterft Jezus. Dat is niet toevallig; Lucas wil daarmee iets aanduiden. Maar wat? Dat het voorhangsel van de tempel doormidden scheurde, lijkt te betekenen dat de weg naar de Vader open ligt. Vgl. Hebreeën 10:19:

Dankzij het bloed van Jezus kunnen we zonder schroom binnengaan in het heiligdom, omdat Hij voor ons met zijn lichaam een weg naar een nieuw leven gebaand heeft, door het voorhangsel heen.

Op Golgotha komt een einde aan Gods ontoegankelijkheid, dankzij de Heer die zijn lichaam voor ons heeft gegeven. De zonde, die scheiding maakte tussen God en ons, is weggedragen. Marcus en Matteüs zeggen, dat die ‘weg naar een nieuw leven’ pas werd gebaand na Jezus’ dood. Lucas zegt: “Nee, het werk was al verricht toen Jezus stierf.“ En dus is, nu Hij sterft, ook voor Hemzelf de weg naar het heiligdom open komen te liggen. Het lijkt erop dat Lucas wel zeggen: “De eerste die bij de Vader naar binnen ging was Jezus zelf.” Op het moment dat Hij gaat sterven vindt Jezus zijn Vader terug. De eerste keer dat Hij Hem zo aanriep aan het kruis was toen Hij bad voor degenen die Hem kruisigden. Toen was Hij nog aan het werk. Nu is dat alles voorbij. Nu bidt Jezus niet meer voor anderen maar voor zichzelf. De duisternis is ten einde, vers 45. Het wordt weer licht. De weg naar God ligt open. Er is nieuw zicht op de Vader! Zo kan Jezus bidden:

Vader, in uw handen leg Ik mijn geest.
Gebed om bewaring

Psalm 31 is het gebed van een opgejaagd mens. Ik citeer enkele verzen:

Heb erbarmen, Heer, want ik verkeer in nood. (vers 10)
Bij allen die mij belagen wek ik de lachlust. (VERS 12)
Vergeten ben ik als een dode, weg uit het hart,
afgedankt als gebroken aardewerk. (VERS 13)

Deze man smeekt in zijn doodsnood God om hem te redden:

In uw hand leg ik mijn leven,
HEER, trouwe God, U verlost mij.

Dit is oorspronkelijk dus niet het gebed van een stervende, maar van iemand die wil leven! De letterlijke betekenis van de uitspraak “In uw hand leg ik mijn leven” is: “Ik geef mijn leven bij U in bewaring.” Het is een variant op vers 1:

Bij U, Heer, schuil ik,
wees voor mij een rots, een toevlucht, een vesting die mij redding biedt.

Zo bidt Jezus. Hij gaat nu zelf als eerste ‘de weg naar een nieuwe leven’(Hebreeën 10:19). Hier, op dit moment, begint volgens Lucas Pasen. De Vader buigt zich voorover om zijn kind te bergen. Hij wordt gered. Jezus wil dat wij het goed horen. Waarom? Om ons uit te nodigen nu ook die weg te gaan. Wat Jezus met luide stem roept, is bijna een lied. Stem het met Hem in, zeg het Hem na: “Vader, in uw hand leg ik mijn leven. HEER, trouwe God, U verlost mij.”


Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.