Preek over Hebreeën 12:24

2008-12-21 n.m.

Ds. A. van der Dussen

Het bloed van Christus geofferd

Liturgie:

♪ E74
♪ Psalm 87
Hebreeën 9:1, 11-14; 12:18-24
♪ Gezang 259
♪ E66
♪ Gezang 117:3, 5, 7
♪ E9

Einde van de dierenoffers

Vanmiddag vestig ik de aandacht op de betekenis van de komst van Christus als priester. Dat kan afstand scheppen, omdat het werk van de priesters in het Oude Testament ons veelal vreemd aandoet. Immers, zij waren altijd maar bezig met het brengen van offers die gepaard gingen met het vergieten van bloed. Wat zijn er ontelbaar veel dieren geslacht in de tempel! Veel moderne mensen leiden daar uit af dat God volgens het Oude Testament bloed wilde zin. Misschien herkent u dat en gruwt u ervan. Maar hoe moeilijk is het dan om plaats te geven aan het priesterschap van Jezus. Het is veel aantrekkelijker om te benadrukken dat Jezus juist afstand neemt tot de oudtestamentische offerdienst. Denk aan wat Hij zegt in Matteüs 9:13: “Barmhartigheid wil ik, geen offers.” Het is ook veelzeggend dat in het Nieuwe Testament een einde komt aan de eredienst in de tempel: eindelijk houdt die stroom van dierenbloed op te vloeien! Vanuit protestants gezichtspunt is ook de aparte ‘beroepsgroep’ van de priesters in het christendom achterhaald. Er is nog wel sprake van priesters, maar daarmee worden alle gelovigen bedoeld. Zij slachten geen dieren, maar brengen geestelijke offers. Vgl. I Petrus 2:5:

Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen.

Het offer van Christus

Toch zouden we het ons te gemakkelijk maken, als we met een beroep op de ‘vergeestelijking’ in het Nieuwe Testament het ‘bloedige offer’ zouden uitbannen uit het christelijk geloof. Alleen al de brief aan de Hebreeën houdt ons daarbij tegen. Want in dit Bijbelboek wordt juist beklemtoond dat Christus het offer van zijn eigen bloed heeft gebracht, 9:14. Dat is opvallend, omdat de brief tegelijk bevestigt dat we met Hem wezenlijk verder komen dan met de offerdienst in het Oude Testament. Een nieuw verbond is ingegaan, 12:24. Het aardse heiligdom, de tempel, 9:1, is afgelost door de hemel zelf, waarin Jezus zijn priesterdienst verricht, 9:12. De berg Sinaï, hoe indrukwekkend Gods openbaring aan Mozes en de Israëlieten daar ook mocht zijn, heeft afgedaan doordat Jezus ons meeneemt naar het hemelse Jeruzalem, 12:18,22. En toch – het bloed raken we niet kwijt. Het bloed van dieren mag dan in het nieuwe verbond geen betekenis meer hebben - het bloed van Jezus des te meer, 9:12,13,14! Daarmee maakt de brief aan de Hebreeën zich voor christenen uit onze tijd niet populair. Het lijkt wel of hij blijft hangen in de gedachte dat God bloed wil zien! Terwijl je tegenwoordig nogal eens de mening kunt horen verkondigen dat God helemaal geen offers nodig heeft om onze zonden te vergeven, staat in Hebreeën 9:22: “Als er geen bloed wordt uitgegoten, vindt er geen vergeving plaats.” Wat moeten we daarmee? Jezus als Koning spreekt aan. Jezus als profeet, die achter de schermen kijkt en aanduidt wat echt belangrijk is in het leven, ook. Maar Jezus als priester, die met zijn eigen bloed het hemelse heiligdom is binnengegaan?

Christus en Abel

In 12:24 staat een zinnetje dat ons kan motiveren om op zoek te gaan naar de zeggingskracht van de verkondiging dat Christus zijn eigen bloed geofferd heeft:

Het (gesprenkelde) bloed (van Jezus) spreekt krachtiger dan dat van Abel.

Hier wordt dus beweerd dat het zeer ‘sprekend’ is, het bloed van Jezus. Over zeggingskracht gesproken! Dat nodigt ertoe uit om ons in te spannen en te proberen om deze voor ons vreemde taal te verstaan. Daarbij helpt, dat het bloed van Christus wordt vergeleken met dat van Abel. Want bij het spreken van het bloed van Abel kunnen we ons iets voorstellen. Abel geldt als het eerste slachtoffer van moord. In die zin roept zijn bloed nog altijd. Vgl. Genesis 4:10, waar de HEER tegen de moordenaar, Kaïn, zegt:

Hoor toch hoe het bloed van je broer uit de aarde naar Mij schreeuwt!

Wat een indrukwekkende beeldspraak is dat. Daar ligt Abel, in een plas bloed. De moord is gepleegd in het veld. Maar dat betekent niet dat hij onopgemerkt blijft! Integendeel: God hoort het bloed van Abel schrééuwen om vergelding. Hij roept Kaïn dan ook ter verantwoording: “Dat gaat zó maar niet, het bloed van je broer vergieten!” Zo hoort God eindeloos veel kreten van eindeloos veel slachtoffers van moord en geweld. Hun bloed is kostbaar in zijn oog (Psalm 72:14). Het heeft heel veel te vertellen. Maar juist als je daarvan onder de indruk bent, vergeet dan niet dat ook het bloed van Christus vergoten is. Want dat roept nog veel sterker! Maar hoe dan?

Plaatsvervangende wijding

Van Christus’ bloed wordt gezegd dat het ‘gesprenkeld’ is. Dat is offertaal, vgl. Exodus 24:8; Hebreeën 9:19; 10:22; I Petrus 1:2. Daarmee wordt de indruk gewekt dat de ‘substantie’ bloed belangrijk is. Toch is dat niet het geval, net zomin als dat bij Abel het geval is. Het gaat bij ‘offerbloed’ om heel iets anders, namelijk om zaken van leven en dood. Ten diepste beeldt het brengen van een dierenoffer in het Oude Testament uit, dat aan God het leven wordt aangeboden. Door een dier te slachten voor God doe je er afstand van. Je gebruikt het niet meer voor jezelf, maar wijdt het aan de HEER. Zie ook Leviticus 27:29, waar van mensen gezegd wordt dat zij gedood worden om uit te beelden dat hun leven enkel nog maar aan God toebehoort. Zo beelden offers wijding aan God uit. Nu gaat het er in de dierenoffers niet om dat de dieren aan God gewijd worden. In die offers zit plaatsvervanging: in plaats van ons eigen leven wordt dat van de dieren aan God gewijd. Nee, God is ten diepste niet geïnteresseerd in het aanbod van dieren, en al hemelaal niet in hun bloed. Hij is daarin geïnteresseerd dat wij onszelf, ons eigen leven aan Hem aanbieden. Onze zonde is dat wij dat altijd maar heel gebrekkig doen. De kern van ‘zonde’ is, dat je God je leven onthoudt, en dat je voor jezelf leeft. Zo maakt onze zonde ons schuldig voor God. Die schuld wordt weggenomen als je alsnog je leven aan God wijdt. Het dierenoffer beeldt dat indrukwekkend uit. Degene die offert legt de hand op de kop van het dier, om daarmee te zeggen: “Beest, jouw leven wijd ik in plaats van het mijne aan God … (Leviticus 1:4)

Christus wijdt zijn leven

Dat de dierenoffers in het Nieuwe Testament niet meer nodig zijn, heeft niet als oorzaak dat de wijding aan God achterhaald is. Hoe zou dat ooit kunnen! Ze zijn niet meer nodig, omdat er een veel belangrijker wijding aan God heeft plaatsgevonden: eens voor altijd is de menselijke schuld opgeheven, doordat de Zoon Zelf zijn leven aan God heeft aangeboden en gewijd, Hebreeën 1:2,3. Christus heeft als hogepriester zijn eigen leven gewijd aan God, op de radicaalste manier die maar mogelijk is – door te sterven, 9:14,25. Die volmaakte toewijding ligt ten grondslag aan Gods nieuwe verbond met ons mensen. In Jezus’ opstanding wordt die toewijding gehonoreerd. Na zijn opstanding leeft Hij voor God. Op die manier spreekt zijn bloed tot ons, geweldiger en beter dan dat van Abel. Abel is puur slachtoffer. Jezus heeft zijn leven vrijwillig gewijd, er afstand van gedaan, het teruggegeven aan God. Het bloed van Abel roept tot God om vergelding. Het bloed van Jezus is de bazuinstsoot die vergeving afkondigt! Vgl. gezang 440:3:

o Heer, uw bloed roept voor altijd:
barmhartigheid, barmhartigheid!

Zo heeft dit vergieten van bloed een machtige zeggingskracht. Het stemt niet treurig maar dankbaar. Het getuigt van toewijding, de hoogste toewijding aan God: het kostbaarste bloed dat er is wordt aan de HEER aangeboden. Op basis daarvan wil God met ons verder. Plechtig worden wij met dit bloed besprenkeld, zodat wij deel hebben aan deze volmaakte toewijding aan God. Tegelijk stimuleert het ons om ook onszelf alsnog toe te wijden aan God. Zo staat in 12:4:

Gij hebt nog niet ten bloede toe weerstand geboden in uw worsteling tegen de zonde.

Daarmee wordt op het martelaarschap gezinspeeld: voor ons ménsen de hoogste vorm van toewijding aan God. Werkelijk, de taal van het bloed is zeer krachtig. Laten wij daarom niet verdoezelen dat het bloed van Jezus vergoten is voor onze zonden. We zouden iets essentieels uit de boodschap van Gods liefde en verzoening missen.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.