Preek over Handelingen 26:18

2008-04-13 v.m.

Ds. A. van der Dussen

De macht van satan afgezworen

Liturgie:

♪ E136
♪ Gezang 409
Romeinen 12:9-21
♪ Psalm 19:3
♪ E156
Handelingen 26:9-23
♪ Gezang 423
♪ Psalm 149:3, 5

Inleiding

De overwinning van de duivel Vanmorgen en in de morgendiensten van de komende twee zondagen preek ik over het thema: de overwinning van de duivel, de satan. Door het thema zo te benoemen zeg ik twee dingen. In de eerste plaats dat de duivel, de satan een reële macht is, waar wij veel last van hebben en die overwonnen moet worden. In de tweede plaats dat hij door God overwonnen is en dat wij hem als zodanig de rug mogen toekeren. Ik zeg dus ook twee dingen niet. In de eerste plaats zeg ik niet dat de satan, de duivel iets is waarvan de mensen alleen in vroeger tijd last hadden en wij niet meer. Dan neem je zijn macht niet serieus genoeg. In de tweede plaats zeg ik niet dat wij angstig voor hem moeten worden. Dan neem je zijn macht te serieus. Wij geloven immers in een Heer die de duivel, de satan overwonnen heeft. Vanmorgen: de macht van satan afgezworen.

1. Bekering

'Afzweren' betekent: je losmaken van iets of iemand. Je hoort iemand wel eens zeggen: "Ik zweer het roken af." In Handelingen 26:11 is Paulus erop uit dat de christenen hun geloof afzweren. Maar oorspronkelijk wordt het woord 'afzweren' gebruikt om aan te duiden dat iemand de gehoorzaamheid aan een heerser opzegt; iemand verklaart officieel dat hij niets meer met zijn voormalige meerdere te maken wil hebben. In die zin kun je spreken over 'de macht van satan afzweren': de satan geldt dan als een machthebber die je de rug toekeert! Met die uitdrukking sluit ik aan bij wat over de heidenen in Handelingen 26:18 gezegd wordt, dat zij zich "van de duisternis naar het licht keren, en van de macht van Satan naar God". Het gaat hier over de opdracht die Paulus van de Heer Jezus krijgt om de heidenen tot bekering te brengen. Let op dat motief 'bekering', vgl. 9:35;11:21; 14:15; 15:19; 26:20. Dat is belangrijk. Het duidt erop dat je bij de satan niet enkel maar aan heel speciale, sinistere dingen hoeft te denken. Soms wordt dat in de kerk wel gesuggereerd. Dan wordt gewezen naar een beperkte, gevaarlijke zone in het leven waar occulte dingen zich afspelen. Maar hier wordt het dus veel breder getrokken. De macht van satan is hier datgene waarvan ieder mens verlost moet worden. Het gaat dan om een duisternis die niet hoogst bijzonder, maar heel algemeen en universeel is. Let op het woord 'macht', vgl. Lucas 22:53; Colossenzen 1:13. Daarmee wordt aangeduid dat de satan greep op mensen heeft, en dat je uit die greep vrijkomt wanneer je je toewendt tot God. Zo komt de satan hier ter sprake: als een machthebber aan wiens greep je je bij je bekering onttrekt doordat je God als Koning aanvaardt en gaat dienen. Vandaar dat woord 'afzweren': iemand die christen wordt zegt de gehoorzaamheid aan de satan op!

2. Menselijke onmacht

Deze manier van spreken is velen in onze tijd vreemd geworden, vanwege de voorstelling dat een mens vrij is om het goede te doen, en dan ook vrij om voor God te kiezen of niet. Maar bijbels gesproken valt het tegen met die vrijheid. Trouwens, is dat ook niet onze eigen ervaring? Ik doel op de algemeen menselijke ervaring van onmacht om het goede te doen. Het is vreemd, zo veel goede wil er bij mensen is om de toestand in de wereld, bijvoorbeeld in Afrika, te verbeteren, en dat er toch naar verhouding zo weinig goeds tot stand komt. Het kwaad in de wereld is zonderling taai. Het oefent ook grote aantrekkingskracht op mensen uit. Wat kun je de zuigkracht van het verkeerde, het negatieve, van het duistere ervaren. Het goede wordt veel gemakkelijker onder de voet gelopen dan het kwade. Het is veel moeilijker om een relatie goed te houden dan om 'm te verzieken. Er zijn verkeerde, ziekmakende gedachten waarvan het de grootste moeite kost om die uit je hoofd te krijgen. En wat kunnen mensen, wanneer zij hun remmen verliezen, tot monsterachtige daden in staat zijn. Daarom heeft het een goede zin om met de Bijbel over de macht van de duisternis te spreken. En tot de kern van die macht behoort dus dat er op een of andere manier een boze wil is, vijandschap tegen God, boosaardigheid. Dat bedoelt de Bijbel als hij het over de 'satan' heeft. Dat drukt elk optimisme over de wereld de kop in. Het blijkt simpelweg niet waar te zijn, dat het kwade overwonnen kan worden door andere structuren aan te brengen. Denk aan het fiasco van het communistisch experiment. Denk aan het even grote fiasco van het experiment om via de verbreiding van de democratie een nieuwe morgen in de wereld te doen aanbreken. Je zou er pessimistisch van worden, zo groot is de macht van negativiteit, van duisternis, die er de zinnen op heeft gezet om het licht van God te doven.

3. Licht

Christelijk gesproken is echter voor dat pessimisme geen reden. Dat is de blijde boodschap van het evangelie. Dat kondigt af dat onze Heer Jezus is gekomen om ons van de macht van de duisternis te bevrijden. Zijn aanstelling van Paulus als apostel heeft dat doel: mensen de ogen te openen zodat zij zich van de duisternis naar het licht keren. Dat houdt dus in, dat je de satan en de duisternis de rug toekeert! Voor een christen geldt: weg met de negativiteit! Paulus heeft de bekering van de duisternis tot het licht in zijn eigen leven ervaren. In vers 13 herinnert hij aan zijn ervaring bij Damascus, toen hij een licht zag 'feller dan de zon'. Dat licht verwijst naar christus. Toen daarvoor zijn ogen open gingen, veranderde zijn leven. Daarvoor was hij, bij al zijn goede bedoeling, gevangen in de negativiteit. Maar hij is daarvan bevrijd! Niet toevallig zendt Christus hem in vers 18 uit om aan de heidenen 'vergeving van zonden' in het vooruitzicht te stellen. Vergeving: dat is wat Paulus zelf ervaren heeft. Misschien is dat ook wel de essentie van loskomen uit de macht van de satan en in het licht gesteld worden. Vergeving houdt immers in, dat je niet langer de gevangene bent van het kwaad dat je doet. Bij vergeving gaan de deuren van de gevangenis open. Pure positiviteit! Zo krijgt Paulus nu de opdracht om 'aan zijn eigen volk en aan de heidenen het licht te verkondigen', vers 23. Hoort u? Drie keer 'licht' in dit gedeelte. God laat het licht worden en breekt zo de macht van de duisternis. Op de allereerste bladzijde van de Bijbel wordt van God gezegd dat Hij het licht brengt. Het verheugende is dat Hij dat blijft doen. Steeds opnieuw herhaalt Hij dat bevel: "Er zij licht!" En steeds opnieuw wordt het licht. En waar het licht wordt, verschrompelt de duisternis, is het met de macht van satan - gedaan.

4. Doop

Daardoor kan het voor ons realiteit worden om met de rug naar de duisternis toe te gaan staan. Op eigen kracht lukt dat niet. Maar waar God licht brengt in ons leven kan het wel. Dat is dan ook de oproep: "Keer je toe naar het licht, naar de vergeving, naar Christus' overwinning." Dan keer je automatisch het duister je rug toe. Dat is ook de enige manier om van de duivel, van het kwaad af te komen: er niet langer mee vechten, maar je open stellen voor God. In de vroege kerk beelden mensen dat bij hun doop uit: ze stonden in de Paasnacht aanvankelijk toegekeerd naar het Westen, naar de plaats van de zonsondergang, het duister. En dan, als de zon opging, hetgeen de opstanding van Christus symboliseerde, dan zeiden ze: "Vaarwel satan, vaarwel duisternis; wij hebben met jou niks meer te maken!" En dan keerden ze zich om en dan lieten ze zich beschijnen door het licht, en dan - werden ze gedoopt. Opvallend is dat in een recent verschenen Duitse doopliturgie het ook tegen de gedoopte kinderen wordt gezegd:

N.N.
Op jou mag de boze geest van de macht geen recht hebben
Om jou te verleiden tot liefdeloosheid,
Om jou weg te lokken van de waarachtigheid,
Om jou in de ban te doen raken van de propaganda van de leugen.
Over jou mag de boze geest van de roes
Geen macht ontwikkelen
Om jou te strikken in afhankelijkheid.
In jou mag de boze geest van de afgunst geen plaats krijgen
Om jou te beïnvloeden dat je niet in staat bent om hun nood te zien (d.w.z. van je broeders en zusters)
Door jou heen mag de boze geest van de haat niet meer spreken
Om de lucht te vergiftigen, die wij inademen,
Om de vrede te bederven, waaruit wij leven. (Vgl., Klaus Berger, Zit de duivel achter alle kwaad? 202)

5. Dagelijkse bekering

Hoort u? Niet een opdracht om in eigen kracht de macht van de duisternis te weerstaan, maar gedoopt worden in de naam van de drie-enige God, als symbool van het leven onder zijn hoede. Bij de doop wordt de overwinning van Gods heerschappij uitgeroepen. Wie in de naam van Jezus wordt gedoopt, komt onder zijn bevel te staan. En Hij is een lieve Heer. Daarom heeft de satan in het leven van een christenmens niets meer te zoeken. Het heeft iets sterks, om bij de doop van een kind te verklaren: "Jij geest van duisternis en negativiteit, jij hebt hier niets meer te zoeken. Deze mens draagt de naam van Jezus Christus. Deze mens leeft in het licht!" Zo nu mogen ook wij blij zijn met de heerschappij van God over ons leven. Keer u dáárom van het duister af. Laat u niet meer in met al die negativiteit, met al dat boze. Vertaal de grote verandering die in uw doop werd gesymboliseerd, in een dagelijkse bekering van de duisternis naar het licht. Enk aan Romeinen 12:9-21, de aansporing tot een christelijke levensstijl die aan het begin van de dienst werd gelezen. Dát is de bekering van de duisternis naar het licht in de praktijk. Niet meer overwonnen worden door het kwade, maar het kwade overwinnen door het goede. Daarom, broeders en zusters: keer u elke dag opnieuw naar God toe, naar het licht. Keer alle duisternis en negativiteit de rug toe. Dat is in de dagelijkse praktijk het afzweren van de macht van satan.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.