Preek over Micha 7:18-20

2007-12-23 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Micha 7:18-20

Liturgie:

1. De diepte van de zee

Een krachtig beeld is dat in vers 19: God die onze zonden werpt in de diepten van de zee. Als je weet hoe diep de zee kan zijn: er is een trog waar 100 torens van de stadskerk Sint Cathrien in passen, op elkaar gestapeld. Vind dan je zonden maar eens terug! Voor de Israëlieten klonk het woord 'diepte' trouwens nog extra diep. In Exodus 15:5 staat dat de Egyptenaren die Israël achtervolgden bij de uittocht, door wild kolkend water overspoeld werden:

Ze verdwenen in de diepte, zonken als een steen.

En zo gaan de zonden de Egyptenaren achterna. Wat ons bezwaart en dreigt te overmeesteren, wordt door God te niet gedaan. Vergeving van zonden is als bevrijding! Geloof daarin, broeders en zusters. Vier uw uittocht vandaag.

2. Overleven

De vergeving van zonden betekent ook: nieuwe kansen. In dit gedeelte wordt er op gezinspeeld dat Israël zware tijden achter de rug heeft. Er is maar een klein deel van het volk over, vers 18. Dat is het gevolg van Gods oordeel, vgl. 4:10. Maar dat overblijfsel mag zich verheugen in Gods genade. Dat betekent dat het volk als zodanig overleeft!

U blijft niet woedend op wie er van uw volk nog over zijn;
Liever toont u hun uw trouw.

God gaat door met zijn volk! Ook dat is vergeving. Dit overleven heeft sinds Christus te maken met opstanding. Dood gaan, en toch door mogen. Altijd weer de nieuwe kans! Nooit voorgoed, definitief aan het einde! Dat is het lichtende perspectief van vergeving. God toont graag zijn trouw aan zijn volk, eerst aan Israël, en in Christus aan zijn gemeente.

3. Gezworen

Die trouw heeft God ooit beloofd. Hij heeft het aan Israëls stamvaders gezworen, staat in vers 20.

U bewijst Jakob uw trouw
En Abraham uw goedheid.
Zoals u gezworen hebt aan onze voorouders
In de dagen van weleer.

Een eed is de meest krachtige belofte die er is. Die eed heeft God lang geleden gezworen. God heeft het zich reeds in de tijd van Abraham heilig voorgenomen om zijn volk trouw te blijven. Zo gezien is zijn vergeving niet toevallig. Die past binnen het voornemen dat God had opgevat toen Hij zijn verbond sloot met Abraham. Niet dat Israël ervan kon uit gaan dat zijn zonden wel vergeven zouden worden. Gods vergeving blijft een genadedaad waar een mens nooit aanspraak op kan maken. Tegelijk geeft die belofte aan dat het wel zin heeft om God te smeken om genade. Er is een belofte waarop wij mogen terugvallen. Wij? Is die belofte niet gedaan met het oog op Abrahams afstammelingen, het volk van de Joden? Op zichzelf is dat zo. Niet-Joden staan daar buiten. God is met Israël een unieke weg gegaan. Maar er is wel een mogelijkheid voor niet-Joden om deel te krijgen aan dat volk waaraan God zich op zo´n unieke wijze heeft verbonden. Dat heeft met Christus te maken. In Christus krijgt een mens deel aan die oeroude belofte aan Abrahams aartsvaders. Daarom is de komst van Christus zulk goed nieuws, zeker ook voor iedereen die niet afstamt van Abraham. Inderdaad: dankzij Christus kunnen ook wij terugvallen op die belofte, en geldt die gezworen trouw ook ons. Dat geeft moed voor de toekomst. God is trouw. Hij laat ons om Christus' wil nooit los. Hij heeft het beloofd - gezworen. In Jezus is die belofte bevestigd. Houd daaraan vast, en ontleen daaraan troost en moed.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.