Preek over Titus 2:14

2007-11-25 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Onze heilige toewijding

Liturgie:

1. Enthousiast

In deze preek een aansporing tot enthousiasme. 'Wees vol ijver om het goede te doen,"zegt Paulus. Daar zit hartstocht in, er 300% voor gaan - zie mijn preek over Góds heilige toewijding. Vol vuur, vol enthousiasme gaan voor het goede. Dat is wat anders dan de onverschilligheid die je zoveel om je heen ziet. Het is ook wat anders dan braaf de afgesleten paadjes gaan, zoals je wel eens in de kerk ziet. Nee, God verwacht van christenen 'heilige toewijding'. Vgl. Leviticus 19:2: "Wees heilig, want Ik ben heilig." Dus: "Wees even hartstochtelijk aan mijn zaak toegewijd als ik aan jullie toegewijd ben." Jezus Christus heeft zichzelf voor jullie gegeven? (vs 14a) Wees zelf dan ook enthousiast om te leven uit de vernieuwende kracht van de Heilige Geest (vs 5). Hij heeft ons vrijgekocht en gereinigd van alle zonde? Dan is het zaak dat wij een heilig volk zijn, vol ijver om het goede te doen.

2. Religieus fanatisme

Nu is er iets vreemds met enthousiasme. Aan de ene kant kan het inspirerend werken als mensen om je heen ergens enthousiast voor zijn. Maar we weten allemaal dat je van enthousiaste mensen ook moe kunt worden. Enthousiasme kan omslaan in gedrevenheid en geestelijke overspanning. Dan worden mensen drammerig. Ze relativeren niet meer. Je voelt je door hen niet geïnspireerd, maar opgejaagd, en schuldig. Gedrevenheid op haar beurt kan ook weer doorslaan en tot fanatisme leiden. Dan gaat het echt fout. Het griezelige is, dat ook - of zelfs vooral - godsdienstig enthousiasme zo kan ontaarden. Enthousiasme en ijver als zodanig zijn welkom. Sterker nog: ze zijn nodig. Ze hebben alles te maken met de 'vernieuwende kracht van de Heilige Geest', Titus 3:5. Daarom is het een zegen als in de kerk enthousiasme om zich heen grijpt. "IJver om het goede te doen" is een weldaad vergeleken met suffe, gedachteloze burgerlijkheid. Maar o wee als dat enthousiasme uitloopt op geestelijke overspanning, gedrevenheid of fanatisme. Dan wordt religie bedreigend en gevaarlijk. In de tijd van Paulus was dat niet minder het geval dan in de onze. Zo is in Lucas 6:15 sprake van een leerling van Jezus, die Simon heet en die de bijnaam 'de IJveraar' heeft. Paulus gebruikt hier precies hetzelfde woord: wees ijveraars om het goede te doen. Maar die bijnaam van Simon betekende iets anders. Hij had tot een fanatieke religieuze groepering behoord die zo heette: de IJveraars, of Zeloten. Deze mensen streefden ernaar, om met geweld de Romeinen uit het land te verdrijven om plaats te maken voor het Koninkrijk van God. In onze tijd zou deze discipel waarschijnlijk 'Simon de Fundamentalist' worden genoemd, en een gordel met explosieven om zijn middel hebben gedragen. Het is belangwekkend dat Jezus zo'n (ex-)zeloot in zijn discipelkring opnam. In de evangeliën vinden we ook discussies waaruit blijkt dat Hij zijn houding bepaalde ten opzichte van deze groep. Zie bijvoorbeeld Marcus 12:13-17, waar men Hem aan de tand voelt over het betalen van belasting aan de keizer. Voor de zeloten was het duidelijk: "Niet doen!" Het antwoord dat Jezus geeft maakt duidelijk dat Hij afstand tot hen neemt. Hun brandend verlangen om aan God de Heer recht te doen, deelt Hij. Maar hun gewelddadige fanatisme was Hem vreemd. Bij hen was het religieus enthousiasme ontaard in onheilig vuur. Steeds weer in de geschiedenis van de kerk doet zich dat voor, dat enthousiasme en ijver omslaan in fanatisme, en dat het vuur onheilig wordt. We hebben het in kerkscheuringen gezien. Vreselijk. Luther had er weer op een andere manier mee te maken. In zijn tijd waren er mensen die ervan droomden om in de kracht van de Geest het Koninkrijk van God te bouwen. Gedreven waren ze. Ze dramden maar door. Uiteindelijk deinsden ook zij niet terug voor geweld. In onze tijd zie je dat herleven. Mensen kunnen zo bezield worden door het verlangen om in de vernieuwende kracht van de Geest te leven, dat ze gaan doordrammen, en in een nietsontziende gedrevenheid terecht komen. Zulke ijver werkt polariserend. Er komen maar al te vaak brokken van.

3. De derde weg

Triest is dat. Want juist zo iets maakt kopschuw voor alle Geestelijk enthousiasme, voor heilige toewijding. Van de weeromstuit dekken mensen zich in. "Laat mij met rust." De hoogste wijsheid in de kerk wordt dan: relativeren, je gezonde verstand gebruiken, nuchter blijven, vooral nuchter. Of, nog radicaler: mensen houden kerk en geloof voor gezien. Begrijpelijk, maar jammer. Want zoek is dan ook dat brandende vuur van Gods liefde, dat ervoor gaan van Jezus. Wat wordt de wereld grauw als alles betrekkelijk is, als mensen nergens meer echt voor gaan, als het vuur van de liefde plaats maakt voor rationeel rekenwerk. Wat een kille wereld als er geen ruimte meer is voor de heilige toewijding van God en mensen. In zo'n wereld leven we langzamerhand. Mensen kijken wel uit om hun leven aan iemand of aan iets te verbinden, en durven nergens meer voor 100% voor te gaan. En dus is de vraag, of er een derde weg is, tussen lauwheid en relativisme aan de ene, en gedrevenheid en fanatisme aan de andere kant door. Ik vind het een verrassing om die weg in Titus 2 en 3 beschreven te vinden. Zie 3:2, waar Paulus oproept tot "vredelievend, vriendelijk en zachtmoedig" gedrag. Dat staat haaks op de houding van de religieuze 'IJveraars'! Ziehier de kernmerken van echt 'heilige toewijding', van waarachtig 'Geestelijk vuur'. Hier geen polarisatie. Hier geen gedrevenheid die aanklaagt en opjaagt. Hier geen verabsolutering van het eigen gelijk. Hier herken je het dienen van de Heer Jezus, die zichzelf gegeven heeft, en de liefde die je daarvoor kunt opvatten. 'IJver om het goede te doen': dat is het ontsnappen aan de moedeloze onverschilligheid, waarbij een mens alleen nog maar in de ban is van het lelijke en boze. Het is deze ijver waarmee wij de wereld kunnen dienen. De wereld heeft z'n bekomst van religieus fanatisme, van fundamentalistische gelijkhebberij. Maar de wereld kan tegelijk niet verder zonder bezieling, zonder ware liefde, zonder doel waar je voor gaat, zonder geloof in het goede en De Goede. Die ijver zijn wij de wereld schuldig. Want Gods genade is openbaar geworden tot redding van álle mensen (2:11). Daarom zijn ook wij geroepen tot zachtmoedigheid tegenover álle mensen (= iedereen). Laat u niet bedwelmen door de doffe onverschilligheid, maar loop warm voor de vriendelijkheid en zachtmoedigheid van Christus.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.