Preek over Lucas 14:16-24

2007-09-30 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Gods heilige genade

Liturgie:

♪ E72
♪ Psalm 68:1, 2, 12
♪ Efeziërs 4:29, 31
♪ Psalm 141:3
♪ E117
Lucas 14:16-24
♪ Gezang 50:8
♪ Gezang 454:4

1. Twee sferen?

De twee woorden 'heilig' en 'genadig' staan voor twee heel verschillende sferen. Het woord 'genade' duidt aan dat God ons vergeeft, ons goed en vriendelijk gezind is. In zijn genade komt God dichtbij en is Hij benaderbaar. Gods heiligheid daarentegen duidt het ontzagwekkende van God aan, zijn ongenaakbaarheid, zijn gestrengheid. Mensen reageren op Gods heiligheid dan ook met eerbied en ontzag, terwijl Gods genade juist uitnodigt tot intieme omgang. Dat zijn dus twee verschillende dingen en sferen. En wat zie je nu gebeuren? Dat mensen aandacht vragen voor de sfeer die in hun ogen tekort komt. Als mensen het accent leggen op de intimiteit met God, zeggen anderen: "Hé wacht eens: het mag wel eens wat eerbiediger, want God is ook heilig." En als mensen in diepe eerbied met God omgaan zeggen anderen: "Vergeet jij nou niet dat God ook onze genadige Vader is, die zijn arm om je heen legt en naar wie je als een kind mag toe rennen?!" Het is niet moeilijk om in de kerk dit soort reacties waar te nemen, soms heftig en kritisch. Natuurlijk hebben ze beiden recht van spreken. Immers, God is het allebei: genadig en heilig. Maar het zou jammer zijn als we zouden blijven hangen in het tegenover elkaar stellen van die twee begrippen en dus ook van die twee soorten reacties. Dan lijkt het alsof je kunt kiezen bij welke van die twee je je het meeste thuis voelt. Maar bijbels gesproken hebben wij niet te kiezen! Ik heb niet toevallig het thema van deze preek als volgt geformuleerd: Gods heilige genade. Daarmee wil ik zeggen, dat Gods heiligheid en Gods genade door elkaar heen lopen. God is heilig in zijn genade. God is genadig in zijn heiligheid. Het een is er niet zonder het ander. Ik wil het u laten zien uit de bekende gelijkenis uit Lucas 14 die zo-even werd voorgelezen.

2. Een feest

Gods heiligheid wordt aangeduid als Jezus beschrijft dat de heer die een feestmaal organiseerde in woede ontstak toen de genodigden niet wilden komen, vers 21. Ziet u zijn ogen bliksemen en zijn stem donderen? Dat is Gods heiligheid. Die komt terug in vers 24. Daar klinkt het fel en onverbiddelijk: "Niemand van degenen die eerst uitgenodigd waren, zal van mijn feestmaal proeven." Deze heer laat niet met zich spotten. Heilig is de HEER. Toch zouden we gelijkenis helemaal verkeerd uitleggen als we deze boodschap eruit zouden lichten. Want hoezeer schetst Jezus hier ook God als een genadige God, door Hem te vergelijken met een heer die een feestmaal aanricht. Wat een bijzonder beeld is dit voor God: een man die massa´s wijn laat inkopen en de koks verrukkelijke salades laat klaarmaken. Hier wordt niet op honderd euro gekeken. Handenwrijvend loopt de heer rond door de feestzaal, genietend van de schitterend gedekte tafels, de sfeervolle verlichting, de verrukkelijke geuren. Ongeduldig vraagt hij of hij tegen de zijn gasten kan gaan zeggen "Het is zover; komen jullie?" Je zou Hem willen vragen: "Hebt u wat te vieren?" Dan laat zich uit de Bijbel het volgende antwoord afleiden: "Nee, of eigenlijk: ja!" Nee, in zoverre er geen speciale aanleiding is voor God om feest te vieren. Het gaat veel dieper. Dat Jezus dit beeld kiest om God aan te duiden, heeft ermee te maken dat God een God is die in hart en nieren goed is, en maar één ding wil: dat anderen delen in zijn goedheid. Dat is het feest dat God wil vieren. Hij is ermee begonnen bij de schepping. De wereld is het theater van Gods heerlijkheid, zei Calvijn treffend. En wij? Wij mogen elke dag van de voorstelling genieten - gratis. En het loopt uit op het feest van de bruiloft van het Lam in de toekomende tijd, Openbaring 19:9. En zo schetst dit beeld van de heer die een feestmaal organiseert God als een door en door genadige God: een God die het mensen gunt om deel te hebben aan zijn goedheid, en zo hun leven een feestelijke tint wil geven.

3. Het feest gaat door

In de gelijkenis komt de woede van de heer als iets vanzelfsprekends. Natuurlijk word je kwaad wanneer je gasten je uitnodiging van de hand wijzen, en dan nog wel met zulke miezerige excuses. Ja, want is het niet doorgestoken kaart wat die eerste twee zeggen? Alsof je niet eerst een akker bekijkt en ossen keurt voor je ze koopt. Al evenmin sterk is het excuus van die laatste: alsof zijn vrouw niet even welkom was op het feest... Deze excuses stemmen wel tot nadenken. Het is alsof Jezus onze Heer wil zeggen, dat vanuit de hemel gezien sommige mensen zulke slechte redenen hebben om God van zich af te houden. Zo overtuigt het God geenszins wanneer Hij mensen hoort zeggen: "Sorry, wij zijn te serieus bezig met onze business om onze kostbare tijd aan uw feest te verspillen." En het overtuigt Hem evenmin als Hij mensen hoort zeggen: "Sorry, ik bouw mijn eigen feestje." Maar eerlijk is eerlijk: het komt er wel vaak op neer dat mensen om die redenen bedanken voor de eer om met God te leven. Daar wordt God dus woedend om. Het stoort hem mateloos als wij mensen zo zelfvoldaan zijn om aan onze business of aan ons eigen feestje prioriteit toe te kennen boven zijn feest. En toch is het daarmee met zijn genade niet afgelopen. Menselijk gesproken had het wel voor de hand gelegen dat het nu uit was met de genade. Je ziet die andere afloop voor je: bediendes ruimen in doodse stilte de zaal leeg; grimmig blaast de heer de kaarsen uit. Maar ziedaar: het verhaal loopt heel anders af, veel vrolijker! Dat met deze heer niet te spotten valt betekent niet dat zijn genadige kant nu van de mensen is afgewend. Immers, er worden andere gasten uitgenodigd, gasten die wel te porren zijn voor een goed glas wijn en een verrukkelijke salade. En als het er nog niet genoeg zijn moeten de bedienden mensen dwingen binnen te gaan. Vat dat 'dwingen' zo op, dat mensen over hun bezwaren heen geholpen worden. Zo van: "O nee, ik ben echt niet chique genoeg; u zult alleen maar last van mij hebben. Of: weet u wel dat ik van de verkeerde club ben? Deze uitnodiging moet op een misverstand berusten!"De heer zegt: "Niet naar luisteren. Troon ze mee." En zo zit die zaal uiteindelijk barstensvol. En reken er maar op dat er lekker gegeten is, en veel wordt gelachen. Het moet een blije chaos zijn geworden, met al die lammen en blinden. En de heer zit in het midden en viert feest, viert feest. Een en al genade dus. Ja, wat een genade, dat er zulke onverwachte gasten zijn die worden meegetroond en tot hun eigen verbazing zichzelf terugvinden in Gods Koninkrijk. Het zou me niet verbazen als dat aanduidt aan dat we verschil moeten maken gemaakt tussen ongelovigen en ongelovigen. De zelfvoldane ongelovigen - daar is niks mee te beginnen. Die hebben het tot in eeuwigheid te druk met hun business, of hun eigen feestje. Maar er zijn ook ongelovigen die klein van zichzelf denken, of om een of andere reden geen moed hebben om te geloven dat God hun de hand wil reiken. Jezus maakt vaker duidelijk dat we nog raar zullen staan te kijken als we zien wie er allemaal het koninkrijk van God binnengaan (zie Matteüs 8:11,12)!

4. Gods heilige genade

God is dus werkelijk een en al genade. Maar let op: het is heilige genade. Want je kunt er niet mee spotten. Hoe dwingt Hij ontzag bij ons af? Juist door zijn onverbiddelijke wil om het feest door te laten gaan. Juist in zijn genade gaat God voor niets of niemand uit de weg. Ook niet voor u of jou. Jij en ik hebben voor de genadige God uit de weg te gaan. Dit is zijn 'heilig moeten', vanaf het allereerste begin van de schepping. Hij wil zijn goedheid delen met mensen. En alles en iedereen die Hem daarin dwarsboomt of niet serieus neemt - berg je maar. Laat de duivel het goed weten, en al zijn trawanten die het leven van mensen tot een hel maken: de heer van het feest laat niet met zich spotten. En laten wij het ook goed weten, wij, zo vaak vervuld van onze eigen business en onze eigen feestjes: de heer van het feest laat niet met zich spotten. En luister dus goed, knoop het in je oren als je hoort zeggen dat God genadig is. Want dat is menens! God laat zich door niets of niemand daarvan afbrengen, want Hij is God. Zo loopt Gods heiligheid dwars door zijn genade. Zonder Gods heiligheid was het evangelie een smartlap, een sentimenteel en vrijblijvend verhaal, waar mensen met recht hun schouders over kunnen ophalen. En zonder Gods genade was Gods heiligheid angstaanjagend, zodat mensen met recht God op een veilige afstand zouden houden. Daarom: er is geen genade zonder heiligheid, en geen heiligheid zonder genade. En wat onze reacties betreft: ontzag voor God? Zeker, maar alleen omdat Hij het zo ontzettend meent als Hij zegt: "Ik nodig jullie uit voor mijn feest." Of, omgekeerd, vol vertrouwen op God toegaan in de verwachting dat Hij zijn tedere hand op je legt? Zeker, maar alleen omdat God juist in zijn liefde voor niets of niemand opzij gaat. Kortom: als God heilig is in zijn genade, laten wij dan vol ontzag voor Hem zijn in kinderlijk en blij vertrouwen.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.