Preek over Psalmen 51:12a

2007-08-19 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Verlangen naar zuiverheid

Liturgie:

♪ E16
♪ Psalm 89:1, 3
♪ Gezang 457
♪ E182
Psalmen 51
♪ Gezang 378
♪ Psalm 136:12, 13

1. De Dommel

Het is een prachtig riviertje zoals het door het Brabantse land kronkelt, met een verrukkelijk landschap eromheen: de Dommel. Het is alleen zo vies. Het water is sterk verontreinigd. Je moet er vooral niet van drinken en kunt er beter ook niet in zwemmen. Stel je de Dommel eens anders voor: met water dat helemaal schoon is, zo, dat je tot op de bodem kunt kijken en er misschien forellen in ziet zwemmen. Stel je voor: je kunt er zonder enig gevaar voor je gezondheid in zwemmen en gulzig van het water drinken. Houd dit beeld van een kristalhelder riviertje voor ogen om u voor te stellen wat met de bede bedoeld is waarover ik vanmorgen preek:

Schep, o God, een zuiver hart in mij.

Het hart is in de Bijbel symbool voor wie jij als mens tot in je diepste vezels bent. Een zuiver hart, dat wil zeggen: dat je door en door zuiver bent, zo zuiver, dat een ander kan kijken tot op de bodem van je hart. Totaal doorzichtig, kristalhelder, puur. Door en door zuiver, dat wil ook zeggen dat een ander geen enkel gevaar van je te duchten heeft en je volkomen betrouwbaar bent, een lust om mee om te gaan. Een zuiver hart hebben - dat betekent zoveel als dat je voor een ander en voor God bent als het kristalheldere water van die droom-Dommel. Maar die Dommel bestaat niet, en jijzelf als door en door zuiver bestaat ook niet. Eerder laat zich ons mens-zijn vergelijken met de Dommel zoals die nu is: een riviertje met troebel water. In ons hart leven ook minder fraaie dingen: wrok, ergernis, jaloezie, trots. Die zie je meestal niet. We kunnen ze verbergen onder de oppervlakte, zelfs voor onszelf. Er is wat wij noemen het onder-bewuste: er zijn dingen in ons hart waarvan wij ons niet eens bewust zijn, die we onderdrukken en verdringen. Maar op de modderige bodem liggen ze er nog steeds. Een hart, zuiver en doorzichtig zoals die kristalheldere Dommel - dat is dus geen werkelijkheid. Maar David vráágt er wel om in psalm 51:

Schep, o God, een zuiver hart in mij!

2. Verlangen

Het is opmerkelijk dat David dit vraagt en hiernaar verlangt. Eerder vroeg hij om reiniging in de zin van vergeving, vers 9. Maar hier gaat hij verder en vraagt hij om een nieuw soort leven, om heiliging, vgl. vers 15. Kunt u het hem nazeggen? Verlang je ernaar dat de Dommel alle verontreiniging kwijt raakt? Verlang je ernaar dat jijzelf alle verontreiniging kwijtraakt? Hoe komt het zover, dat je als mens geen genoegen meer neemt met onzuiverheid? Of weten we niet beter meer en leggen we ons neer bij al die onzuiverheid en smerigheid? Wat moet er gebeuren om zelf hartstochtelijk te gaan verlangen naar zuiverheid? Ik denk dat bij David twee dingen een rol spelen. In de eerste plaats de confrontatie met de troebelheid van zijn eigen hart. Je moet soms eerst geweldig schrikken van het lelijke in jezelf om te gaan verlangen naar zuiverheid. Een tweede, niet minder belangrijke factor, is het kennen van God. Echte, pure zuiverheid vind je bij God. Als je Hem kent, maak je inderdaad om zo te zeggen kennis met die kristalheldere rivier, vgl. Openbaring 22:1. "Bij Hem is nooit enige verandering of verduistering waar te nemen." (Jakobus 1:17) "God is licht, en er is in Hem geen spoor van duisternis." (I Johannes 1:5). Nieuwtestamentisch gesproken wordt het verlangen naar een zuiver hart door Jezus bij ons wakker geroepen. In Hem maken wij kennis met een man die door en door zuiver is. Doorzichtig tot op de bodem. Volmaakt betrouwbaar. Als Jezus er niet was geweest, was het verlangen naar zuiverheid inderdaad onwezenlijk. Maar nu...

3. Scheppen

Misschien zijn wij wel zo vertrouwd met verontreinigde rivieren en de minder fraaie emoties die we verdrongen hebben, dat we voor een andere werkelijkheid niet meer open staan. Dan is het geen wonder dat veel mensen geen contact kunnen maken met God, en met zijn heldere zuiverheid. Misschien moet Hij eerst zijn hemels licht laten vallen in onze troebele werkelijkheid voor wij gaan reikhalzen naar die andere Dommel, naar een zuiver hart. Het is inderdaad iets dat niet in het verlengde ligt van onze werkelijkheid. Daarop wijst ook het woord 'scheppen' dat David gebruikt:

Schep, o God, een zuiver hart in mij!

Denk nog eens terug aan de vorige preken over Gods voortgaande scheppingswerk; dat helpt om deze bede te begrijpen. * Als God schept doet hij iets dat totaal onverwacht en eigenlijk ook ondenkbaar is. Ik - een zuiver hart? Ondenkbaar! Maar de Schepper kan zo iets bewerkstelligen! * Als God schept, bedwingt Hij monsters. Als God een zuiver hart schept, maakt Hij korte metten met die boze dingen die diep verborgen liggen op de modderige bodem van je hart. * Als God schept gaat Hij zichzelf nog eens overtreffen: ik een zuiver mens? Dat is iets van het nieuwe Jeruzalem. Ja, dat laatste zal waar zijn. Wat David hier vraagt zal pas verwezenlijkt worden als alle dingen nieuw worden. Echte zuiverheid is iets van het nieuwe Jeruzalem, met zijn pure, zuivere goud, Openbaring 21:18,21. Maar doe God niet tekort, door te denken dat het in deze wereld helemaal niet kan bestaan, een zuiver hart. Paulus kan spreken van

liefde die voortkomt uit een rein hart, een zuiver geweten, en een oprecht geloof. (I Timoteüs 1:5)

Jezus noemt Nathanaël

een echte Israëliet, een mens zonder bedrog.

Werkelijk, God is in deze wereld scheppend bezig, ook in zoverre Hij zuivere mensen naar voren schuift - onvoorzien, wonderbaar!

4. In mij

Zo krijgt de boodschap dat God niet ophoudt de Schepper te zijn, een persoonlijke toespitsing. God heeft niet alleen de Dommel op het oog als Hij de schepping van het nieuwe Jeruzalem aankondigt, maar ook u! Zo is geloven in de Schepper ook, dat je jezelf aanbiedt aan God. "Heer, maak van mij, in de gelijkvormigheid van Christus, een zuiver mens. Schep een zuiver hart, niet in die ander, maar - in mij." Zo dringt het geloof in de God die Schepper blijft ertoe, om avondmaal te vieren. Want avondmaal vieren en verlangen naar zuiverheid - die gaan samen. Wie niet verlangt naar zuiverheid, kan maar beter geen avondmaal vieren. Omgekeerd wil de aangerichte tafel van de Heer het geloof wakker roepen en bevestigen, dat een mens in Christus een zuiver hart mag ontvangen.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.