Preek over Matteüs 15:21-28

2007-06-17 n.m.

Br. K. Geerse, preek van Ds. G.J. Zwarts, Breukelen

Wat is een groot geloof?

Liturgie:

1. Geloof

Broeders en zusters in Christus,Je zal dat maar hoogstpersoonlijk van Jezus te horen krijgen: wat heb jij een groot geloof, tsjonge, wat heb jij een groot geloof! Zo vaak heeft Hij dat trouwens niet gezegd. Nog één andere keer en dat was die Romeinse centurio in Mt.8 die kwam voor z'n zieke slaaf (10). En dan zegt Jezus:

"Bij niemand in Israël heb Ik zo'n groot geloof gevonden."

En dan heb je gelijk al iets opmerkelijks want in beide gevallen ging het dus niet om iemand van Israël. Eerst in Mt.8 die Romein en dan nu hier in Mt.15 die vrouw uit Libanon, het gebied van Tyrus en Sidon. Twee heidenen dus, zoals we dat zeggen.En met die vrouw is het nog sterker. Er staat dat ze een Kanaänitische vrouw is. En dat is niet een vrouw uit Kana, niet het Kana in Israël en ook niet het Kana in Libanon. In feite was dat toen ook al een sterk verouderd woord. Het doet denken aan het OT, aan Kanaän, aan de Kanaänieten. En dan heeft het de klank van een zeer goddeloos volk. Mensen waar God geen geduld meer mee had. Het was op. Het was afgelopen. Dus met dat gevoel moet je dat lezen: moet je nagaan, nota bene een Kanaänitische vrouw. U hebt een groot geloof!En dan rijst onmiddellijk de vraag: en wat is dat dan, een groot geloof? Wat zou je niet blij zijn als Jezus dat van jou zou zeggen. Een groot geloof. We kennen een klein geloof. Van Petrus wordt dat een paar keer gezegd. Een wisselvallig geloof is dat, wankelmoedig, u kent dat wel. We kennen ongeloof, zoals Jezus aantrof in Israël. Ze geloofden Hem niet, ze vonden het maar stuitend wat Hij zei, zoals in vers 12 staat. Ongeloof. Maar hier heb je dan dus, over de grens, een groot geloof.

2. Gelovigheid

Nu is het goed om onderscheid te maken tussen geloof en gelovigheid. En met gelovigheid bedoel ik dan dingen waar je stiekem best wel een beetje trots op bent. Je diepe inzicht, je kennis, je kerkelijke trouw, je inzet in de gemeente, bijzondere ervaringen, geestelijke gaven. Dat hoort allemaal bij gelovigheid.Helaas maken we weer een tijd mee waarin met name die gelovigheid erg belangrijk wordt gevonden, veel nadruk krijgt. En volgens mij heeft dat drie grote nadelen. Het eerste nadeel is: je loopt het gevaar te vergeten dat je toch echt alleen maar uit genade behouden wordt en niet uit gelovigheid. Gelovigheid vergeet gemakkelijk de genade.Het tweede nadeel is dat als je al teveel op je gelovigheid vertrouwt dat je dan wel eens flink in de crisis kunt komen als alles anders gaat dan je dacht. Wat heb je dan nog over? Gelovigheid is geen stevige basis om op te staan. Je kunt het zo kwijtraken.En wat ook een groot nadeel is, zo'n nadruk op gelovigheid geeft veel spanning in de gemeente. Want je gaat opeens denken in termen van meer en minder, van hele gelovige mensen en minder gelovige mensen en dat zet de gemeente alleen maar onder druk. Je helpt er elkaar in ieder geval niet mee.Gelovigheid richt de aandacht op jezelf. Geloof richt de aandacht op Jezus. Dus in die richting moet we dat grote geloof van die vrouw dan ook zoeken. De geschiedenis begint ermee dat Jezus uitwijkt naar het gebied van Tyrus en Sidon. Er staat echt dat Hij uitwijkt, dus Hij vermijdt de confrontatie met de Farizeeën die helemaal niet blij met Hem waren. En Hij hoopt daar in dat buitenland een tijdje incognito te kunnen zijn, dat lees je in Mk.7, maar daar komt niet veel van terecht. Hij wordt al gauw ontdekt o.a. door deze vrouw. En die moet haast wel gedacht hebben: dit is leiding, dit is leiding dat Hij nu net op dit moment deze kant uitkomt, dat kan niet toevallig zijn en waarschijnlijk was het dat ook niet. Haar dochter heeft een akelige, mysterieuze ziekte, ze is bezeten van een demon en net nu komt de Messias van Israël. Want dat wist ze en dat geloofde ze. Zij wel. Zij wel. "Heer, Zoon van David", zegt ze. Ze weet wat dat wil zeggen, ze weet van Zijn macht en ze denkt: dit is mijn kans. Dus vol verwachting roept ze over de hoofden van alle discipelen heen: "Heb medelijden met mij." En ze blijft maar roepen.

3. Jezus zwijgt

En vervolgens wordt heel die verwachting in één klap de grond ingeboord: "Hij keurde haar geen woord waardig." Hij reageert niet. Hij zwijgt. Het zwijgen Gods. De Duitse theoloog Helmut Thielicke heeft daar een indrukwekkende meditatie over geschreven. Hij zegt: "Het zwijgen Gods is de grootste beproeving van ons geloof." En zeker geldt dat als de nood wel heel erg hoog is. Dat je dan helemaal niets hoort, helemaal niets merkt. Geen teken van leven. Is Hij er eigenlijk wel? Ziet Hij het wel? Het is alsof je dan helemaal naar het nulpunt zakt. Al je gelovigheid werkt dan niet meer. Je bent ten einde raad en je vraagt je misschien zelfs wel af of je nog wel een gelovige bent. "Hij keurde haar geen woord waardig." Zo kan het gaan in het geloof. Dat je merkt dat de omgang met God bijzonder weerbarstig kan zijn. Dat dat bepaald geen kwestie is van: u vraagt wij draaien. Je hebt met de almachtige God te maken. Hij is God en geen mens. En er is geen denken aan dat je ook maar enige macht over Hem zou hebben om Hem te laten doen wat jij zou willen. Jezus zwijgt. Verbijsterend eigenlijk.En Zijn discipelen doen daar nog een schepje bovenop: "Stuur haar toch weg, anders blijft ze maar achter ons aan schreeuwen."Je zou het toch opgeven. Jezus reageert niet, mensen vinden je lastig, je kan nergens terecht. Je zou het bijltje er bij neergooien. Maar die vrouw niet. Die blijft. En Jezus merkt dat. Ik zie het zo voor me dat Jezus met Zijn rug naar haar toe staat, de discipelen zeggen: stuur haar toch weg, en ze gaat niet, en dat Jezus dan eigenlijk tegen haar zegt, Hij negeert haar niet meer: "Ik ben alleen gezonden naar de verloren schapen van Israël." Dus wat zegt Hij? Het is niet voor jou. Het is nog niet zover. Eerst Israël en dan pas de rest van de wereld. Zo is het plan van God. Het is niet voor jou.En het lijkt wel alsof die vrouw aanvoelt dat dit niet zomaar een afwijzing is. Hier zit meer achter. Hier zit het plan van God achter. Het plan van God om de wereld stapsgewijs te verlossen.En dat zou je een eerste kenmerk van een groot geloof kunnen noemen. Dat je met het zwijgen van God geconfronteerd wordt, dat je het allemaal niet meer kan rijmen wat er met jezelf gebeurt, wat er in de wereld gebeurt, je snapt er helemaal niets meer van en dat je er dan toch aan vasthoudt: er zit meer achter dan ik kan zien. Gods plan is er ook nog. Hij komt met verlossing. Dat heeft Hij beloofd. Daar houd ik me aan vast. Het geloof houdt vast aan dat wat er achter de dingen zit, ook al ziet het er niets van. Neem die keer dat er zo'n storm op het meer was. Jezus en de discipelen in dat bootje. Jezus slaapt, ook een soort zwijgen, en de discipelen raken helemaal in paniek. Waarom doet U niets? Maar achter die slapende Jezus was de verlossing dichterbij dan ze hadden gedacht. Neem het kruis. Jezus aan het kruis gespijkerd. Een absoluut dieptepunt. Grote duisternis: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? Maar achter dat inktzwarte zit de verlossing. Het Vaderhart dat openscheurt samen met het gordijn van de tempel. Het geloof houdt vast aan wat er achter de dingen zit. De vrouw geeft het niet op. Ze valt voor Jezus neer en bewijst Hem hulde. Met een klein stemmetje zegt ze: Heer, help me! Dat is het enige wat ze nog kan uitbrengen. Heer, help me!En dan Jezus: ja maar zeg nu zelf, het is toch niet goed om de kinderen tekort te doen ter wille van de hondjes? De kinderen moeten toch genoeg te eten krijgen? En even later krijgen ze dat ook, als de 4000 brood en vis krijgen. Je mag de kinderen toch niet tekort doen? Hondjes gaan toch niet voor de kinderen? Het lijkt alsof Hij Zich nu heeft omgekeerd en haar aankijkt. Alsof Hij de deur op een kiertje zet en het gesprek vervolgt. Alsof Hij benieuwd is hoe zij zal reageren. En op dat moment lijkt ze Abraham wel die maar bleef aanhouden ten behoeve van Sodom. Ze lijkt wel op Jakob die zegt: ik laat U niet gaan tenzij U mij zegent. Ze lijkt op Mozes die weigert verder te trekken tenzij God meegaat. En dan zegt ze: zeker Heer. Het is waar. Ik weet hoe de verhoudingen liggen. Ik weet dat ik nergens aanspraak op kan maken. Ik weet dat ik nergens recht op heb. En dat lijkt me een tweede kenmerk van een groot geloof. Dat je weet dat je geen rechten kunt laten gelden. Als je vol bent van je eigen gelovigheid dan denk je dat je zeker wel rechten hebt. Dan denk je dat God het niet kan maken om je niet te helpen. En zeker als de nood heel erg hoog is dan moet Hij toch wel. Maar waarom? Ook als je een gelovige bent, ook als je een kind van God bent, ook dan blijft het puur en alleen genade. Alles. Altijd. Een groot geloof denkt klein van zichzelf: ik ben een hondje, ik scharrel wat onder de tafel en ik hoop op wat kruimeltjes. Maar ik kom wel en ik scharrel ook en ik hoop wel degelijk. Dat zegt die vrouw. Ik blijf in de buurt van die tafel want van U alleen moet ik het hebben. U bent de enige bij Wie ik terecht kan. Here Jezus, als U echt bent Wie ze zeggen dat U bent dan ga ik nergens anders naartoe en ik blijf hier net zolang liggen tot U mij genadig bent. Ik weet van Uw macht en ik weet van Uw liefde en ik weet dat Uw liefde erop wacht om te kunnen ontbranden. Ik weet dat U niets liever zou willen. Dat is een derde kenmerk van een groot geloof: groot denken van Jezus. En dan krijg je dat moment dat Jezus openbreekt, zoals het voorhangsel voor het heilige der heiligen: "U hebt een groot geloof! Wat u verlangt zal ook gebeuren. En vanaf dat moment was haar dochter genezen." De almachtige God die Zijn armen opent voor een klein mens in nood. Drie kenmerken van een groot geloof. Je blijft je vasthouden aan het grote plan dat achter de dingen zit. Je denkt klein van jezelf en je denkt groot van Jezus. Die vrouw, die deed niks anders dan komen naar Jezus met haar grote zorgen en haar handen uitstrekken. Van U moet ik het hebben en ik weet dat ik geen rechten kan laten gelden maar ik hoop op Uw genade. Grote kans dat het je wel eens overkomt dat je stuit op het zwijgen Gods. Je kunt er radeloos van worden. Je hebt het gevoel dat je geen kant meer opkunt. Het enige wat je kunt doen is toch blijven komen en je handen uitstrekken. Geef het niet op. Laat Hem niet gaan. Hij is werkelijk wie Hij is. Je zult niet beschaamd uitkomen.

Amen