Preek over Kolossenzen 2:13 en Kolossenzen 3:1-10

2007-04-22 n.m.

Ds. A. van der Dussen

Gods evenbeeld worden

Liturgie:

♪ E64
♪ Psalm 117
Kolossenzen 2:13; 3:1-10
♪ Gezang 437
♪ Gezang 341:3
♪ Gezang 321:4
♪ E177
♪ Psalm 33:7, 8

1. Een niet gelukte preek

In mijn handen houd ik een preek die niet zo gelukt is als ik het gewild had. Ik heb 'm wel gehouden, maar was er niet tevreden over. Hij viel me tegen. Hij behoort niet tot mijn lievelingen. Hoe kwam dat? Vrij kort nadat ik de preek gehouden had kreeg ik daar een vinger achter en zag ik wat er aan schortte. Als ik nog eens over die tekst zou preken, zou ik het dus anders worden, en naar ik denk: beter.

2. Niet gelukte mensen

Waarom ik dat nu vertel? Om duidelijk te maken wat het betekent, dat wij mensen allemaal aan het risico bloot staan dat ons leven niet lukt. God begon aan uw en mijn leven met een bepaalde verwachting, maar die is niet in alles bewaarheid geworden. Het verschil tussen die twee gevallen van niet-lukken is, dat het niet-lukken bij de preek lag aan de maker, en bij de mens niet. God is niet de auteur van de zonde. Aan Hem ligt het niet dat mensen Hem tegenvallen. Dat ligt op een of andere manier aan onszelf. Dat is wat in de bijbel 'zonde' genoemd wordt. 'Zonde' is, dat het met ons leven niet zo uitpakt als God het bedoelt. Wat is dan die bedoeling? Dat wij Gods evenbeeld zijn, vgl. Genesis 1:26. Dat wil zeggen: dat God zijn eigen goedheid en genade en heiligheid terugvindt in ons. Nou, zo pakt het dus niet uit. Wat God bij ons terugvindt is een waaier van dingen die Hem teleurstellen: hartstocht, hebzucht, woede, drift, vloeken, schelden - ik citeer uit Kolossenzen 3. Zo stellen wij God teleur. Hij beleeft verdriet aan ons. Soms beleven we ook verdriet aan onszelf, doordat we er iets van meevoelen met God. Dan schaam je je voor jezelf.

3. Evangelie

Wat is nu het evangelie van Jezus Christus? Twee dingen. In de eersten plaats dat God ons ondanks alles aan zijn hart drukt, om Christus' wil. In Christus zijn ook wij zijn lievelingen!! In de tweede plaats geeft God het met ons niet op, maar werkt Hij er aan dat wij zijn evenbeeld worden (vgl. Kolossenzen 3:10)!! God gaat van ons mensen maken aan wie Hij wél plezier beleeft, en aan wie anderen plezier beleven, en aan wie we zelf plezier beleven. Dat geeft vrolijkheid: het wordt nog wat met ons - het is wat aan het worden met ons! Denk eens aan de mensen met wie Christus het laatste avondmaal vierde. Ik noem er twee: Petrus en Thomas. Christus beleefde geen plezier aan hen. De een ging Hem verloochenen, de ander bleef tot het laatst aan zijn opstanding twijfelen. Toch vierde Christus het laatste avondmaal met hen. Dat betekende twee dingen. In de eerste plaats: "Toch houd Ik van jullie en kan niets jullie van mijn liefde scheiden." In de tweede plaats: "Het wordt nog wat met jullie!" Door zijn Geest ging Christus met Petrus en Thomas aan het werk. En het werd wat met hen! De verloochenaar werd leider van de kerk; de twijfelaar werd verkondiger in India, waar zijn naam tot op de dag van vandaag in ere is!

4. Catechismus zondag 32

De Catechismus legt in zondag 32 nadruk op het tweede. Hij heeft eerst uiteengezet dat wij niet gelukt zijn - onze ellende. Hij heeft daarna uiteengezet dat wij in Christus toch Gods lievelingen zijn - de verlossing. Hij zet vanaf zondag 32 uiteen, dat het toch wat met ons wordt - dankbaarheid. Het verhaal is dus bij lange na niet afgelopen als we horen: "Niets kan u scheiden van de liefde van God in Christus." (Romeinen 8:39) Er zit de vrolijkheid in van een vervolg: we blijven niet steken in de mislukking. We worden alsnog door de Geest tot Gods evenbeeld vernieuwd - Kolossenzen 3! En de Catechismus legt er inderdaad nadruk op, dat zowel God als de ander als ikzelf daardoor toch plezier aan mij zal beleven! Zie antw 86: God geprezen - wij van ons eigen geloof zeker - de naaste dankzij ons (!) voor Christus gewonnen. Wat een zinvol bestaan! Misschien mag je wel zeggen dat het dáárom draait, dat wij de zin van ons bestaan bereiken doordat wij alsnog Gods evenbeeld worden. In antw 87 wordt niet voor niets onderstreept dat God ons als niet-gelukte mensen echt niet acceptabel vindt. Zo zij wij niet bedoeld, om dief te worden, geldwolf, dronkaard, lasteraar, uitbuiter. God gaat daar echt met de rug naar toe staan. Nee, wij zijn bedoeld als Gods evenbeeld. Dat is Hem ernst. Laat het ook ons ernst zijn. Maar bedenk: het is vrolijke ernst. Want God stelt het niet als strenge voorwaarde: "Eerst mijn evenbeeld worden, dan zal Ik van je houden." Hij draait het om. "Mijn lieveling ben je - dáárom ga Ik met je aan de slag om je alsnog tot mijn evenbeeld te maken." Zo worden wij uitgenodigd om plaats te nemen aan de avondmaalstafel, net als Petrus en Thomas. In de eerste plaats om heel zeker te weten: God houdt van mij, ondanks alles. In de tweede plaats vanwege het vrolijke vooruitzicht: "Het wordt nog wat met mij. De Geest gaat met mij aan de slag. En dat vind ik goed. Want ik wil meer en meer een mens worden waar iedereen plezier aan beleeft: ikzelf - mijn naaste - God. Laat maar komen, de Geest van God. Ik wíl het: Gods evenbeeld worden."

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.