Preek over Johannes 18:1-11

2007-03-25 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Ultieme veiligheid

Liturgie:

♪ E74
♪ E82
♪ Psalm 92:1, 2, 3
♪ E65
♪ E77
♪ E200
Lucas 22:39-47; Johannes 18:1-11
♪ Gezang 182:1, 6
♪ Psalm 149:3, 5

1. Verschillen tussen Lucas en Johannes

We hebben tweemaal het verhaal van Jezus in Getsemane gelezen, maar wat een verschil zit er tussen de versie van Lucas en die van Johannes! Opvallend is dat bij Johannes het gebed ontbreekt, maar ook de vermelding van Jezus' angst. Omgekeerd treedt Jezus bij Johannes opvallend zelfbewust op, en is de onmacht meer bij de arrestatie-eenheid te vinden dan bij Hem. Je kunt ervoor kiezen om dit soort verschillen weg te moffelen. Lange tijd is bij de uitleg inderdaad benadrukt dat Lukas en Johannes toch echt dezelfde boodschap hebben. Dat is natuurlijk waar. Maar tegenwoordig hebben we er meer oog voor, dat de evangelisten wel hun eigen accenten leggen. Het evangelieverhaal gaat meer spreken, wanneer we die accenten tot hun recht laten komen. Zo gezien zijn de verschillen belangrijk, en is het zaak ze op ons in te laten werken. Zo kies ik er vanmorgen voor om u het evangelie te brengen vanuit de beschrijving van het gebeuren door Johannes, juist in zijn afwijkendheid. Daarbij zal ik me op vooral één ding concentreren.

2. De goede Herder

Een centraal moment in de vertelling is dat Jezus zijn discipelen in bescherming neemt. Zie vers 8:

Als jullie mij zoeken, laat deze mensen dan gaan.

Daar zou je gemakkelijk overheen kunnen lezen, ware het niet dat Johannes er zelf bij stil staat door te zeggen:Zo gingen de woorden in vervulling die hij gesproken had: 'Geen van hen die u mij gegeven hebt, heb ik verloren laten gaan.'Inderdaad komen wij woorden van deze strekking eerder in dit evangelie tegen. Zie bv 10:28,29:

Mijn schapen zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn vader mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn vader roven.

Prachtig is dit: hier in de tuin betoont Jezus zich de Goede Herder. Hij bewaart zijn schapen! Er is een ruimtelijk detail in het verhaal dat dat uitbeeldt. Er staat namelijk in 18:4 dat Jezus de tuin die hij met zijn leerlingen was binnen gegaan (18:1), weer uit loopt om met de soldaten te praten. Zo de Naardense Bijbel:

Jezus gaat de tuin met zijn leerlingen binnen (18:1)
Jezus gaat naar buiten (18:4)

Zie u het voor u? De discipelen blijven achter in de tuin. Buiten de tuin is Jezus in gesprek met de soldaten. Al gebarend naar hen zegt Hij: "Laat deze mensen gaan." Zij mogen in de tuin achterblijven - veilig en wel. Jezus levert zich uit.

Een goede Herder geeft zijn leven in voor zijn schapen. (10:11)

Niemand zal ze uit zijn hand roven! Zo veilig ben je bij Jezus. Zo'n Heer hebben wij.

3. In de hand van de Vader

Nu is er nog iets. In Johannes 10 zegt Jezus eerst:

Niemand zal ze uit mijn hand roven.

Daarna:

Wat mijn Vader mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven.

Jezus is dus de zaakwaarnemer van de Vader. Het zijn niet zijn eigen schapen - ze zijn Hem toevertrouwd, gegeven door de Vader. Hij maakt Gods vaderlijke zorg waar! Daarom is dit optreden van Jezus in en buiten de tuin zo belangrijk. Hier blijkt Gods eigen betrouwbaarheid. De hand van Jezus is geen andere dan die van de Vader - Hij en de Vader zijn één! (10:30) Bij Jezus ben je in Gods hand. Hij in handen van de vijanden - wij veilig in de tuin, geborgen bij God. Dat is ook de boodschap van het avondmaalsformulier. Hij onschuldig ter dood veroordeeld - wij in genade aangenomen.

4. Liefde tot het uiterste

Het herinnert ook aan de preek van vorige week zondag, over de voetwassing. Ik zei toen, dat die voetwassing een betoon was van liefde tot het uiterste, juist in haar verwijzing naar Jezus' kruisdood. Hier zie je om zo te zeggen de tussenschakel. Eerst gaat Jezus zo ver dat Hij de voeten van zijn discipelen wast. Nu gaat Hij zover dat Hij zelf de veilige tuin verlaat om zich aan zijn vijanden over te geven om zo zijn leerlingen veiligheid te bieden. Straks de laatste, beslissende fase: zijn kruisdood. Maar sla deze fase niet over. Wat brengt ze prachtig in beeld hoe Jezus ons liefheeft.

Laat deze mensen gaan...

5. De beker drinken

Net als bij de voetwassing geeft Petrus tegengas. Toen weigerde hij in eerste instantie de voetwassing. Nu wil hij Jezus in bescherming nemen en trekt hij zijn zwaard. In beide gevallen wordt hij gecorrigeerd. Wat zegt dat ons? Mijn eerste gedachte is: "Wat is Jezus toch anders dan Mohammed." Mohammed heeft wel degelijk geweld gebruikt in zijn strijd voor Allah. Jezus heeft erop gestaan, dat Gods zaak zonder geweld wordt nagestreefd. Hij wil het niet, dat zwaarden getrokken worden om de waarheid te verdedigen." Laten we dit in onze zak steken. De kerk mag geen geweld gebruiken, nooit! Kijk ook uit voor verbaal geweld, of morele pressie, als je bezig bent je geloof over te dragen. Wij zijn pas echte leerlingen van Jezus, wanneer we ook bij de geloofsoverdracht ons verre houden van drukmiddelen. Maar de betekenis van deze correctie van Petrus gaat nog verder, dunkt mij. Hier wordt toch ook de wezenlijke vraag gesteld: wie beschermt nu eigenlijk wie? Petrus wil Jezus beschermen. Maar Jezus zegt: "Ik ben het die jullie beschermt." Dat gaat Jezus niet makkelijk af. Het is een bittere beker die Hij drinkt. Maar Hij doet het wel voor ons. Daarin licht Gods wonderbare evangelie op. Wij beschermen Jezus niet. Hij beschermt ons. Wij zorgen niet voor God. Hij zorgt voor ons. Hier ligt de diepste gerustheid, die je als mens kunt vinden. Dit is de ultieme veiligheid. Het is niet aan ons om God overeind te houden, al denken we dat soms. Het is ook niet aan ons om de kerk overeind te houden. God draait het om, op die wonderlijke weg van voetwassing en kruisiging. De Heer dient. In zijn correctie van Petrus spoort Jezus ons dan ook aan, om de zaak van God en geloof en kerk radicaal aan Hém over te laten. Hier wordt een keuze van ons verwacht, de keuze om God God te laten zijn. Wij zijn God niet. Laten wij dan ook niet doen alsof. Laten wij liever tot overgave komen en er radicaal op vertrouwen, dat God God is. Het is God die de kerk overeind houdt. Hij houdt u/jou overeind. God houdt, tenslotte, zichzelf overeind. Geprezen zij zijn naam.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.