Preek over Micha 7:1-7

2006-12-03 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Op de uitkijk

Liturgie:

♪ Gezang 124
♪ E50
Lezen Mich 7:1-7
♪ Psalm 130:1, 3
♪ Gezang 150:2, 4
♪ Psalm 27:7

1. Een onbetrouwbaar geworden wereld

Veel kinderen hier, net zo goed als hun ouders, zullen vreselijk geschrokken zijn van de moord op een schoolkind in Hoogerheide. Jesse heette hij, en hij was acht jaar. Gisteren is hij onder schooltijd om het leven gebracht. Vreselijk. In wat voor wereld leven we dat zo iets kan gebeuren? Als kinderen gewoon op school nu al niet veilig meer zijn...

Maar ik, ik blijf uitzien naar de HEER, ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Hij zal mij horen, mijn God.

Die woorden wil ik u meegeven vanmorgen. Ze passen bij de tijd van advent die vandaag is ingegaan. Maar ze passen ook na zo'n afgrijselijk voorval. Dit wordt namelijk gezegd vanuit de ervaring, dat de wereld totaal onbetrouwbaar is geworden. Ik zal dat kort uitleggen. In Micha 7:1-6 wordt erover geklaagd dat niets meer is zoals het moet zijn. De rechters laten zich omkopen, vers 3. Je kunt niemand meer vertrouwen, vers 5. "Huisgenoten blijken vijanden," vers 6. Niets is meer zoals het moet zijn. In beeldspraak: "De deugdzaamste van hen is als een doornstruik, de oprechtste is erger dan een stekelhaag." Met andere woorden: zelfs de meest betrouwbaar overkomende mensen kun je nog niet vertrouwen. Dat is natuurlijk heel extreem. Maar iets daarvan komt terug in het gevoel na zo'n moord. Waar is een kind nog veilig? De wereld is onbetrouwbaar geworden.

2. Uitkijken naar God

Na zo zich beklaagd te hebben over de toestand klinkt dus die uiting van vertrouwen:

Maar ik, ik blijf uitzien naar de HEER, ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Hij zal mij horen, mijn God.

Waarom dat met 'advent' te maken heeft? Omdat het bij 'advent' erom gaat dat God eraan komt. Het woord 'advent' betekent gewoon 'komst'. God komt eraan. Hij zegt van zichzelf "Ik ben het die is en die was en die komt," Openbaring 1:8. Daarom kan hier gezegd worden: "Ik blijf uitzien naar God." Zeg maar: ik sta op de uitkijk naar God. Komt Hij er al aan? Daarover hebben we het in de tijd van advent, over het op de uitkijk staan, om te zien of Hij er al aan komt. In een tijd dat de wereld volkomen onbetrouwbaar is geworden, zegt de profeet Micha: "Maar ik, ik sta op de uitkijk naar God." Vier dingen wil ik daarover zeggen. a. God komt naar deze wereld toe Micha vlucht niet uit deze wereld weg naar God. Dat zou ook kunnen. Menig mens heeft in deze wereld de neiging tot vluchtgedrag. "Wegwezen hier." 'Geloven' is dan: met de rug naar de wereld toe gaan staan. Maar Micha loopt niet weg. Hij gaat op de uitkijk staan. Hij rekent erop dat God naar déze wereld toekomt. Daar zit het geloof achter, dat God deze onbetrouwbaar geworden wereld niet loslaat. Het is immers zijn schepping? Dat weten we zo zeker omdat Jezus geboren is. Dat is het allersterkste bewijs. God blijft niet op afstand, Hij loopt niet weg. Hij komt naar ons toe. Halsreikend staat Micha daarom op de uitkijk.b. God zal mijn redding brengen Micha heeft verwachtingen van God. Hij verwacht van Hem redding. Zo kent hij God: als een God die hem wil redden. Aan het slot van vers 7 noemt hij Hem 'mijn God'. "Hij zal mij horen, mijn God." Daarom weet Micha zo zeker dat God zal komen. God heeft wat met hem, en hij heeft wat met God. Het is kenmerkend voor God dat Hij 'redder' is. God komt eraan om deze wereld te redden. In de Bijbel wordt heel wat keren gezegd dat God gekomen is om reddend in te grijpen. Het hoogtepunt is de komst van Christus, die 'Jezus' genoemd wordt: "De Heer redt." Dat belooft wat. We kunnen er van op aan dat God ook nu nog bereid is, steeds weer naar deze wereld toe te komen om reddend in te grijpen. Aan het eind van de geschiedenis zal Hij voor de laatste keer komen, om eens en voorgoed een einde te maken aan alle kwaad. Onze God bestaat als een God in aantocht, omdat we Hem mogen kennen als de God van onze redding. c. WachtenOp de uitkijk staan, dat houdt in: wachten. Soms: hel lang wachten. Soms verzuchten: komt Hij nog? Wij mensen houden niet van wachten. In onze tijd moet alles snel. Wachten op een trage PC? Niet doen: koop een nieuwe! Zo verleren wij het wachten. In het geloof gaat dat niet goed. In het geloof kun je niet zonder wachten. In het geloof heb je veel uithoudingsvermogen nodig. Hoor eens hoe het in psalm 69:4 klinkt::

Uitgeput ben ik van het roepen,
mijn keel is schor geschreeuwd,
mijn ogen zijn verzwakt
van het uitzien naar mijn God.

Dat is nog een wachten, op de uitkijk staan. Volhouden, mensen! d. Een keuzeMet nadruk zegt Micha: "Maar ik..." Anderen staan niet op de uitkijk. Hier moet een keuze worden gemaakt. Je kunt ook de moed opgeven. Je kunt je aan deze wereld gewonnen geven. "Ach, zo is het nu eenmaal." Je kunt overgaan tot de orde van de dag. Morgen zullen er wel weer andere nare dingen voor het journaal komen. Micha zegt: "Ik leg me er niet bij neer, dat de wereld zo onbetrouwbaar is geworden. Ik heb één hoop, en die is gevestigd op God. Jullie moeten weten wat jullie doen - ik ga op de uitkijk staan!" Die houding neemt als het goed is - de kerk aan.

Maar wij, wij blijven uitzien naar de HEER, wij blijven hopen op de God die onze redding zal brengen. Hij zal ons horen, onze God.

Zo staat de gemeente van Christus op de uitkijk. Vanmorgen wil ik u aansporen zich daarbij aan te sluiten. Samen op de uitkijk, in een wereld die onbetrouwbaar geworden is. Want onze God is een God die eraan komt.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.