Preek over Romeinen 8:28-39

2006-09-17 n.m.

Ds. A. van der Dussen

Je enige troost

Liturgie:

♪ E120
♪ Psalm 81:1, 4
Romeinen 8:28-39
♪ Gezang 477
Persoonlijke impressie
♪ Gezang 409:1, 2, 3
♪ E70
Korte dialoog gemeente - predikant
♪ Psalm 61:1, 3, 5

Inleiding

Heidelberger Catechismus zondag 1Vraag en antwoord 1:Wat is uw enige troost, zowel in leven als in sterven?Dat ik met lichaam en ziel, zowel in leven als sterven, niet mijzelf toebehoor, maar het eigendom ben van mijn getrouwe Heiland Jezus Christus.Hij heeft met zijn kostbaar bloed voor al mijn zonden volkomen voldaan en mij uit alle heerschappij van de duivel verlost.Hij waakt met zoveel zorg over mij, dat zonder de wil van mijn hemelse vader geen haar van mijn hoofd vallen kan, ja zelfs dat alle dingen mij tot mijn heil moeten dienen.Daarom verzekert Hij mij ook door zijn Heilige Geest van het eeuwige leven en makt Hij mij van harte bereid om voortaan voor Hem te leven.Vraag en antwoord 2:Wat moet u noodzakelijk weten om in deze troost godvruchtig te leven en te sterven?Drie dingen:* Ten eerste: hoe groot mijn zonde en ellende zijn* Ten tweede: hoe ik van al mijn zonden en ellende verlost word* Ten derde: hoe ik God voor zulk een verlossing dankbaar moet zijn

1. Persoonlijk en kerkelijk

Vraag en antwoord 1 hebben een heel persoonlijk karakter. Op de man af wordt je een vraag gesteld, die jou een geloofsbelijdenis wil ontlokken. Het zou aardig zijn om te kijken wat er gebeurt, wanneer je eerst een eigen antwoord zou formuleren op de vraag "Wat is je enige troost, houvast?" Zou dat er hetzelfde uitzien als het antwoord dat de Catechismus geeft? Wat mij daarin treft, is dat het niet alleen spreekt over God, maar ook over Christus en de Geest. Het is maar de vraag, of we daar zelf ook mee gekomen waren. Dit is een typisch kerkelijk antwoord: vanouds heeft de kerk beleden dat wij alleen maar goed over God spreken, wanneer wij Hem eren als de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De Catechismus verwerkt die traditie. Dat is winst. Want over samenhang en structuur in ons geloof gesproken: hier heb je er één! Inderdaad kun je structuur in de geloofsleer en in je geloofsleven aanbrengen door deze trinitarische benadering. * Wie is God de Vader voor mij?* Wat doet de Geest in mij?* Wat doet Christus voor mij? We zullen dit nog vaak in de Catechismus aantreffen. Probeer het eens, om bij het bijbellezen zo structureel te vragen: Wat zegt dit over mijn hemelse Vader? En over mijn Heiland, Jezus Christus? En over de Geest die in mij werkt? Let er ook op, dat het grootste deel van het antwoord 'Christus' als onderwerp heeft. Hij heeft mij betaald en verlost; Hij bewaart mij - dankzij de Vader; Hij verzekert mij en maakt mij bereid - door de Geest. Waarom zo de Vader en de Geest ter sprake gebracht vanuit Christus? Ik zou zeggen: omdat wij God de Vader alleen kennen door Christus, en omdat alleen die Geest de Heilige Geest is, die in dienst staat van Christus. Antwoord 1 plaatst ons van meet af aan binnen de cirkel van het christelijk geloof. Over 'de Geest' kun je bij New Age ook heel wat horen, en de Islam weet ook veel over God te zeggen. Maar voor christenen is er slechts één deur, één toegangspoort tot het geloof: Christus (Johannes 10:7).

2. Eigendom van een Ander?!

Centraal staat de uitspraak: "Van Christus ben ik het eigendom." Dat geeft troost, houvast. 'Veiligheid', zegt een van mijn correspondenten. "Je bent eigendom van iemand, en er is dus iemand die zich over je ontfermt." Maar, wordt eraan toegevoegd, dat betekent ook een oproep om zuinig te zijn op jezelf! "Met bijvoorbeeld de pen van iemand anders doe je voorzichtiger dan met die van jezelf. Spring dus zorgvuldig met jezelf om!"Tegelijk roept dit antwoord ook vragen op. "Als je het als mens van deze tijd op je in laat werken om eigendom van Iemand anders te zijn is dat bijna een absurde gedachte. Ik ben niet van iemand en wil dat ook niet. Niemand kan/mag mij volledig claimen. De neiging om als zelfstandig denkend en sturend persoon door het leven te gaan is zeer groot. ... in hoeverre geldt dat je eigendom bent van God? Wat laat ik hierbij los van de persoon die ik zelf ben?"Een uiterst belangrijke vraag, die cirkelt om de menselijke autonomie. "Je eigen baas zijn." In de tijd van de Catechismus stond dit zó niet op de agenda. Toch zitten er in het antwoord twee motieven die helpen om er een houding tegenover te bepalen. In de eerste plaats: is het niet een illusie, eigen baas zijn? Word je niet altijd in bezit genomen door iets, al was het maar door je eigen driften? Ben je eigen baas, als je 's morgens niet uit bed kunt komen, of 's avonds niet van de buis bent af te slaan? Maar ook: ben je eigen baas, als je slaafs de mode achterna loopt, of politiek correcte antwoorden geeft? Met andere woorden: er zijn machten in de wereld sterker dan jij bent. Let ook op het slot van Romeinen 8. Daar worden wat 'machten' opgenoemd die jou onder de duim kunnen en willen houden. Als verpersoonlijking van de kwade machten wordt in zondag 1 de 'duivel' genoemd. O, wat is hij aanwezig en wat bezet hij veel harten, hij, de macht van de leugen, van de agressiviteit, van de vijandschap tegen God. De vraag is misschien niet zozeer óf je geclaimd wordt, maar door wie! Wat een vrijheid, als er maar één gezag over jou heeft - Christus!

3. Het werk van de Heilige Geest

Het tweede motief: het werk van de Heilige Geest. "Hij maakt mij harte bereid om de Heer te dienen,"staat er. Let erop: hier dus geen dwang. De Geest oefent invloed uit, werkt zo, dat je 'ik' blijft zeggen. Misschien sterker nog: nooit kun je zo goed bij jezelf komen, dan wanneer de Geest jouw hart vervult! Aandacht voor het werk van de Geest is dus absoluut nodig, om gevoel te krijgen voor het geheim, dat eigendom zijn van Christus nooit betekent dat je eigen persoonlijkheid vernietigd wordt. De Geest vernieuwt ons, zo, dat we een nieuw mens worden. Maar het zijn altijd wijzelf die uiteindelijk tot overgave komen, wanneer de Geest van Christus zijn werk in ons doet.

4. Ellende - verlossing - dankbaarheid

Tenslotte nog over de structuur die in antwoord 2 aan de orde komt: ellende - verlossing - dankbaarheid. Wat is hier de bedoeling van? Dat de troost die erin gelegen is dat God in Christus JA tegen jou zegt, ook echt functioneert. Je kunt ze alledrie in antwoord 1 aanwijzen. Ellende is: niet het eigendom van Christus zijn, maar onder het bewind van satan vallen, of moederziel-alleen zijn met jezelf. Hóe ellendig dat is, ontdek je pas als je Christus kent - eerder niet! En dan de verlossing: "Ja, ik ben van Hem, en de Geest werkt in mij, en God de Vader waakt over mij." En dan de dankbaarheid. Dat is voluit het werk van de Geest: in dankbaarheid je leven aan de Heer toewijden! Aan de hand van deze driedeling loopt de Catechismus het geloof met ons door.Nu is er wel een risico, en dat is dat je gaat doen alsof je eerst door de ellende heen moet, dan aan de verlossing toekomt en uiteindelijk toe bent aan de dankbaarheid. Sommige mensen hebben van nabij gezien, hoe afschuwelijk het is als een christen het christelijk geloof eenzijdig beleeft vanuit het gezichtspunt van de 'ellende'. "Altijd vanuit het schuldgevoel - wat stel ik nou helemaal voor?" Het is dan prachtig om te beleven, hoe bij die ander eindelijk het licht van de verlossing kan doorbreken: "Ik mag leven van genade!" De dankbaarheid kan het leven van zo'n eertijds treurig mens vervolgens diepgaand veranderen!Het is dus zaak, dat wij de goede accenten in de kerk leggen. In dit verband noem ik ook de ervaring, dat je je soms een zó gezegend mens kunt voelen, dat het motief 'ellende' nauwelijks tot je verbeelding spreekt. "Het gaat eigenlijk best goed met mij. Ik ervaar op dit moment niet echt 'ellende'. Voor mij is het geloof op dit moment vooral: blij ermee zijn, dat God er is, dat Hij mij zegent. Voor mij betekent het leven met God dat het leven extra glans krijgt. Er is iemand die mij geluk gunt! God is een royale God!" Wel, dit is ook van belang voor 'open gemeente zijn.' Er is een methodiek die - overdreven - hier op neer komt. Praat eerst iemand een probleem aan. Vertel hem dan dat hij Jezus nodig heeft. Dan zal die persoon zich wellicht bekeren en zich de vraag stellen: "Als U dit voor mij deed, wat kan ik dan voor U doen?" Het is zeer de vraag of we met dit schema moeten werken. Misschien is het goed om het eens om te draaien en te beginnen bij de dankbaarheid. Veel mensen zeggen: "Ik heb God niet nodig." Okay, laat dat maar even zo. Ga met ze mee in het uittellen van hun zegeningen: ze zijn gezond, hebben geld genoeg, leven in een welvaartsland met fantastische medische en technische voorzieningen, enzovoorts. Hoe God dan nog ter sprake brengen? Misschien eerst maar eens zó: God is er om "Dank U wel!" tegen te zeggen. God is een God, die het een mens soms gunt om héél mondig, heel welvarend te zijn. Leer God kennen als een God die niet met ons concurreert, maar ons veel gunt. En reken er maar op: als een mens God eenmaal echt heeft leren kennen, dan komt geheid het andere ook: besef van verlossing, en besef van ellende waaruit God verlost. Zondag 1 zet in elk geval een blije toon, de toon van het slot van Romeinen 8. Op die toonhoogte wil de Here God ons hebben en brengen.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.