Preek over Psalmen 83

2006-08-20 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Uw naam worde geheiligd

Liturgie:

♪ E57
♪ Gezang 444
♪ Gezang 463:1
♪ E49
Psalmen 83
♪ Psalm 76:1, 3, 5, 6
♪ Psalm 17:3

1. Overeenkomst met Psalm 35

Psalm 83 lijkt wel op psalm 35, waarover ik vorige week preekte, maar er zijn ook verschillen. Eerst de overeenkomst: net als in psalm 35 wordt hier het appèl op God gedaan om in actie te komen, vanuit het akelige gevoel dat Hij nog steeds niet heeft gedaan wat Hij heeft beloofd.

God, houd u niet stil,
Zwijg niet, zie niet onbewogen toe.

Daar heb je het weer, dat toezien van God, dat werkeloze, zo, dat je niks aan Hem hebt. En dat terwijl Hij zo anders had beloofd. Vgl. Jesaja 62:1:

Omwille van Sion zal ik niet zwijgen,
Omwille van Jeruzalem ben ik niet stil,
Totdat het licht van haar gerechtigheid daagt
En de fakkel van haar redding brandt.

O, wat valt het leven met God soms tegen. Soms verkeer je in een crisissituatie en merk je van Hem niks. Je bidt, je hoopt - geen reactie. Net als in Psalm 35 is ook hier echter geen berusting, geeft men het niet op. De Heer wordt aangesproken op zijn 'laksheid'. "Wat is er met U aan de hand? Houd u niet stil!" Zo spoor ook ik u vanmorgen opnieuw aan, om het niet op te geven als u in de misère zit en u niks van God merkt. Spreek Hem er op aan dat Hij nog niet heeft gedaan wat Hij beloofd heeft. Neem Hem serieus als de God die bekend wil staan als een actieve, helpende God. En neem uzelf serieus als mens met wie God zijn verbond heeft gesloten.

2. Een godslasterlijke tentoonstelling

Nu wordt bij het appèl dat in Psalm 83 op God gedaan wordt een speciaal accent gelegd: de dichter maakt zich zorgen om Gods naam. Om u dat duidelijk te maken ga ik u iets vertellen over een tentoonstelling die deze zomer is gehouden in het Bonnefantenmuseum in Maastricht. Een beroemd Britse kunstenaarsduo, Gilbert en George, heeft daar een expositie gehouden. Ik heb hun kunstwerken niet gezien en ben daar maar wat blij om, want een artikel erover dat ik las beschreef ze als "allesbehalve om blij van te worden". Deze twee al wat oudere heren hebben een reputatie in shockeren. Eerder exposeerden ze fotomontages met vieze woorden, en later met 'naakte shit plaatjes'. De tentoonstelling in Maastricht had een bewust antireligieuze strekking. Het wemelde er van voorstellingen van de gekruisigde Christus, maar dan heel griezelig en schunnig, zo dat ze "een helse sfeer" opriepen. "Na een tijdje van paneel naar paneel gaan, wordt het bizar en angstaanjagend. ... Religie is hier een hel geworden. ... Rondlopend door de zalen voel je steeds meer beklemming. ... Er is op deze expositie in geen enkel werk iets positiefs, niets biedt hoop, alles ademt horror." Dat is ook de bedoeling van Gilbert en George. Ze willen duidelijk maken dat alle godsdienst, in het bijzonder de christelijke, het leven verziekt, 'obsceen' is, dus 'smerig'. Toen de bisschop van Roermond de moed had zijn twijfels te uiten omdat de tentoonstelling godslasterlijk werk zou bevatten, kreeg hij de wind van voren. "Het is absurd, dit is een vrij land. ... Je mag blijkbaar niemand beledigen. ... De afgelopen 2000 jaar is het geloof zelf het meest beledigende instituut geweest." (NRC Handelsblad 12 mei '06)

3. Vijanden van God

Waarom ik dit vertel? Omdat ik door Psalm 83 aan ze herinnerd werd. Het gaat in deze psalm om vijanden van Gods volk, sterker nog: om vijanden van God, vers 3. In de verzen 6-9 wordt een hele reeks volkeren genoemd die een kring rondom Israël vormen. Ze omsingelen Gods volk. Hun bedoeling is duidelijk: ze spannen tegen 'Gods lieveling' samen om het te verdelgen, vers 4,5. Let op dat woord 'lieveling'. Zo kijkt de HEER tegen zijn volk aan. Het heeft Hem eindeloos vaak teleurgesteld; het maakt Hem steeds weer kwaad vanwege alle kwaad dat het doet. Niettemin: het is het volk dat Hem 'het liefste' is (zo de vertaling van hetzelfde woord in Ezechiël 7:22). En daarom: wie op de ondergang van dit volk uit is, heeft het op God zelf gemunt.

Ze hebben samen plannen gesmeed en zich tegen u verenigd. (vers 6)

In eerste instantie denk je als je dat leest: dat is verleden tijd. Zulke vijanden - die hebben wij toch niet? Toen werd ik aan het verhaal uit die krant van half mei herinnerd. Wij hebben zulke vijanden wél. Want het zijn in deze psalm geen persoonlijke vijanden, zoals in Psalm 35, maar vijanden van Gods volk, en dus vijanden van God. Die vijanden zijn er ook nu. Het gaat me niet alleen om dat kunstenaarsduo, maar ook om de ontvangst die de heren in Nederland ten deel viel: er werd ruimte voor ze gemaakt in een vooraanstaand museum, te hunner ere werd een feestelijk diner aangericht, en kunstpaus Rudi Fuchs hield een toespraak. En dat bij een expositie die 'horror' ademt!! Ik weet het wel: het is al niet opzienbarend meer. Zo is het klimaat in West-Europa. Nu weer Madonna, met haar vulgaire en inderdaad godslasterlijke publiciteitsstunt. De kerk heeft ook geleerd deemoedig het hoofd te buigen. Immers: beticht men ons niet: met recht van heel veel verkeerde dingen: inquisitie, discriminatie, enzovoorts? Maar Psalm 83 leert je er weer van schrikken, van die vijandschap, en wil ons afhelpen van een al te bescheiden opstelling. Ons past een zekere assertiviteit. We hoeven als christenen niet alles te pikken! Want hoe waar het ook is dat de kerk in zijn geschiedenis van 2000 jaar vaak en ernstig gefaald heeft - om Christus' wil is zij wél 'Gods lieveling'. U, die hier zit, om Christus' wil ingelijfd tot kinderen van Abraham: ik mag u aanzeggen dat u Gods lieveling bent! Daarom zullen we straks psalm 17:3 zingen, over 'Gods oogappel'. En daarom moeten de mensen van de kerk en van u en vooral van onze lieve Heer áfblijven. Daarom moeten (sommige) vijanden van de kerk ontmaskerd worden als vijanden van de naam van God. Psalm 83 leert ons met ogen van de Geest het demonische te doorzien van dit soort inktzwarte aanvallen op het christelijk geloof en zijn God. Vandaar dat het appèl dat in deze psalm op God gedaan wordt om niet werkeloos toe te zien, dit speciale accent krijgt: "Uw náám, Heer, denk aan uw náám!" Zie vers 17 en 19.

Overdek hen met schande,
Dan zullen zij vragen naar uw naam, HEER.
Dan zullen zij weten dat uw naam HEER is,
Dat u alleen de Allerhoogste bent op aarde.

Israël is niet alleen in diepe zorg over zichzelf, maar minstens zo sterk over de reputatie van God. Dit kan toch niet, dat God dat allemaal over zijn kant laat gaan?

4. Uw naam worde geheiligd

Psalm 83 leert je met intensiteit en vurig de eerste bede bidden: "Uw naam worde geheiligd." Jezus zegt: "Dat is het allerbelangrijkste. Dat mensen ophouden God door het slijk te halen. Dat God in actie komt om zijn naam waar te maken. Want nog even en het is gebeurd met Gods volk, en al te lang is de reputatie van God in het geding. Jezus leert ons in de lijn van psalm 83 bidden om acties van God, omdat Hij er zo naar verlangt dat de mensen zijn Vader eindelijk serieus moeten gaan nemen. Je kunt van psalm 83 zeggen: wat een wraakzuchtige toon in vers 9-17a. Maar je hebt als christen het recht niet zo iets te zeggen, als je niet die gloeiende verontwaardiging kent over zo'n helse vijandschap. Je kunt deze vijanden alleen maar liefde bewijzen als je beseft, dat ze erom vragen dat God opstaat om hun de mond te snoeren. Vergelijk Romeinen 12: 19-21, waar Paulus tot een liefde oproept die ten doel heeft mensen voor de wraak van God te bewaren! Wij kunnen pas toekomen aan Romeinen 12 wanneer wij eerst in de leer zijn gegaan bij mensen als deze psalmdichter. Hier spreekt een man die God liefheeft, en die met heel zijn hart gelooft dat het wáár is, dat de God van Israël - die wij kennen als de Vader van Jezus Christus - de Allerhoogste is op aarde. Laten wij in datzelfde geloof met heel ons hart ernaar verlangen, dat God het zwijgen verbreekt en zichzelf poneert, machtig en imposant, zodat zijn vijanden beschaamd staan.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.