Preek over Efeziërs 1:15-23

2005-09-18 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Gods oneindig grote kracht

Liturgie:

♪ ELB 7A
♪ Psalm 146:1, 2, 3
♪ Psalm 103:5
♪ Gezang 1:2, 3
♪ Gezang 95
♪ ELB 343

1. Onvoorstelbaar

Soms vergeet je hoe onvoorstelbaar groot God is. Een tekst als deze helpt om je dat weer te binnen te roepen. Het gaat hier over Gods onvoorstelbaar grote kracht. Met een opeenstapeling van woorden duidt Paulus dat aan. Hij is bij machte - meer te doen dan wij vragen - veel meer te doen dan wij vragen - oneindig veel meer te doen dan wij vragen - oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken.God gaat dus niet alleen ver uit boven onze verlangens, maar ook boven ons besef. Het is altijd meer, veel meer, oneindig veel meer. Over wie praten wij dus in de kerk? Over Iemand die ons voorstellingsvermogen absoluut te boven gaat. Hij overtreft verre onze verwachtingen en gedachten. Dat is het eerste wat ik u wil meegeven vanuit deze tekst.

2. Kracht

Het tweede is, dat deze onvoorstelbaar grote God een actieve God is. Hij is bij machte oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen. God is een dynamische God. Wat Hij tot stand brengt overtreft verre onze verwachtingen en gedachten. Dat maakt nieuwsgierig. Waar kun je die kracht van God gewaar worden? Een voor de hand liggen antwoord zou zijn: in de natuur. Daar zie je krachten werken die inderdaad ver uitgaan boven ons besef. Je hoeft maar iets te vernemen over de onvoorstelbare massa's energie in de zonnestelsels in het heelal om ervan te duizelen. Toch gaat Paulus die kant niet op. Hij heeft het over de kracht waarmee God in ons werkt. Dat wil zeggen: in de gemeente. Daarmee lijkt die hemelbestormende uitspraak over Gods oneindig grote kracht als een nachtkaars uit te gaan. Want wat zie je daar nu van in de christenheid? Je ziet vooral veel menselijkheid in de kerk. Veel menselijke zwakte. Veel onvermogen van mensen om de eigen zonde te overwinnen, om in liefde met elkaar te leven. Je ziet soms in de kerk negatieve krachten werken: krachten die afbreken, die mensen uit elkaar drijven, krachten die het vuur doven, een geest van matheid en saaiheid verspreiden. Wonderlijk, dat Paulus nu juist naar de gemeente verwijst als het toneel van Gods alles overtreffende krachtsontplooiing. Gebeurde er toen soms meer dan nu?

3. Eye-opener

Ach, heb maar geen illusies. Ook toen waren er christenen die stalen (4:28), die konden exploderen van woede (4:26), die logen (4:25), die hun taal met schuttingwoorden doorspekten (4:39), die overspel pleegden of zich met porno bezighielden (5:3). De kerk is altijd al zo ontzettend menselijk geweest. Het zal toen voor christenen soms even moeilijk zijn geweest als voor ons om die kracht van God waar te nemen in de gemeente. Hoe Paulus dit dan zo kan zeggen? Ik vind het antwoord in 1:18: ons hart moet door de Geest verlicht worden om het te zien. Uit onszelf zien wij het niet. Je moet er oog voor krijgen. Er is een eye-opener nodig. Die eye-opener is de Geest.Wij hebben de Geest werkelijk ontzettend hard nodig in de kerk, alleen al om goed te kijken. Als ons hart verlicht wordt, zegt Paulus, dan kunnen wij zien- waarop wij mogen hopen- hoe rijk onze toekomst is- hoe overweldigend groot de krachtige werking van Gods macht is voor ons die geloven. Daar heb je weer dat alles overtreffende, dat overstelpende. Je kunt het gaan zien als je met de ogen van de Geest kijkt. Paulus wijst ook de richting aan waarin je moet kijken. Het is opstandingkracht. Het is de kracht waarmee God de dode Christus opwekte waarmee Hij nog steeds bezig is. Paulus zegt: als je goed kijkt in de gemeente, dan zie je dat God iets bereikt waar wij denken: "Dat is trekken aan een dood paard." De Heilige Geest is ook van die stijl: de Geest die tot leven wekt.

4. Drie voorbeelden

Als je zo kijkt, zie je dan wat van God krachtige werking? Ik denk het wel. Let eens op 3:7. Daar zegt Paulus dat God door zijn kracht in hem werkt. Wat gebeurt er dan? Dat Paulus een evangeliedienaar is geworden. Is dat dan zo bijzonder? Nou en of. Paulus was immers 'de allerminste van alle heiligen'! Dat kun je proberen psychologisch te verklaren. Maar als je met de ogen van de Geest kijkt zeg je: hier werkt Gods kracht! Hier is een dode tot leven gekomen! Dat gebeurt nog. Denk aan het levensverhaal van de invloedrijke Duitse theoloog Jürgen Moltmann. Hoe kwam hij ertoe theologie te gaan studeren en doceren, en zijn leven zo in dienst te stellen van Jezus Christus en de kerk?

"Moltmann komt van een niet-christelijke achtergrond. Hij diende in de oorlog bij de luchtmacht en in 1943 werd bij een bombardement zijn vriend naast hem in stukken gespleten. Hij roept in die nacht voor het eerst tot God: 'God waar bent u?' En vervolgens komt de vraag: 'Waarom ben ik niet dood?' Deze vraag heeft hem sindsdien nooit meer losgelaten. Hij zegt hierover later: 'Het was waarschijnlijk in díe nacht dat mijn theologiestudie begon'. In een Schots wekkamp las hij voor het eerst de Bijbel en werd hij getroffen door het bezoek van Nederlandse studenten, die vertelden dat alleen door Jezus Christus zij over verzoening en vergeving konden spreken. Bij hun afscheid omhelsden deze studenten de Duitse gevangenen. Moltmann zegt hierover: 'Voor mij was dit het uur van de bevrijding.' (Gijs van den Brink, Geboeid door Moltmann, Soteria, 22e jaargang no 2, 49)

Denk aan wat er staat in het Woord vooraf van een boek van een Amerikaanse vrouwelijke theologieprofessor: ze draagt haar boek op aan twee mensen die overleden waren: haar enige broer, en de vriend door wie zij tot geloof is gekomen. (Marianne H. Micks, Our search for Identity, vii). Verlicht door de Geest gaat je hart het zien: God is aan het werk, nu! Hij zet dwars tegen die machtige wereldse krachten zijn evangelie door!

5. Open gemeente

Daar gaat het ook om als wij het hebben over 'open gemeente'. De kerk in het Westen is over het algemeen zwaar aangeslagen door de negatieve krachten die aan het werk zijn: verwereldlijking, een niet geloofwaardige kerk, de opmars van de Islam, de triomf van een godloze wetenschap. Zouden er in onze tijd nog mensen christen worden? Ik vermoed dat velen van ons wat dat betreft gewoon heel pessimistisch zijn. Misschien dat we er rekening mee houden dat mensen die in de goot liggen tot geloof komen. Maar gewone, gezonde, verwereldlijkte mensen? Onze eigen kinderen die van hun doop niet meer willen weten? Welnu: 'open gemeente zijn' begint met openheid naar God. Echt 'open houden', dat God bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of beseffen.

6. Aanbidding

Open gemeente-zijn begint daarom bij aanbidding. Zie goed, dat vs 20 en 21 de vorm hebben van een lofprijzing. Vgl. de opbouw met Romeinen 16:25,27 en Judas :24,25. Aanbidding is: je laten overweldigen door God. Leerzaam is dit. Paulus knoopt aan de uitspraak over Gods oneindige macht geen vermaning vast, zelfs geen gebed, maar een lofprijzing. Dat is de maximale openheid voor God. Dat je niks vraagt en niks betoogt, maar openstaat voor zijn onvoorstelbare God-zijn. Aan Hem komt de eer toe, in de kerk en in Jezus Christus Jezus, tot in alle generaties, tot in alle eeuwigheid.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.