Preek over Jeremia 35

2005-08-07 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Anders en toch hetzelfde

Liturgie:

♪ Gezang 454:1, 3
♪ Psalm 81:1, 4
♪ Gezang 232:4
♪ Psalm 119:7, 20
♪ Gezang 442
♪ Psalm 72:7

1. Wereldvreemd

Als we bij 'wijn' aan 'bier' denken en bij de Joden aan Brabanders, dan kunnen we ons iets voorstellen bij het shockerende van Jeremia 35. Hier wordt gedemonstreerd dat er mensen zijn die absoluut geen pils drinken - nooit. Het wordt ze voorgezet, gratis en voor niets, maar ze slaan het af. Waarom? Vinden ze het niet lekker? Is het slecht voor hun gezondheid? Zijn ze alcoholist geweest en moeten ze nu alle risico mijden dat ze opnieuw verslaafd raken? Dat is het allemaal niet. Het zijn gewoon heel ongezellige mensen die geen pils drinken omdat ze dat in hun familie nu eenmaal niet gewend zijn. Net zoals ze het vertikken om een TV in huis te halen en een PC. Je zult die meisjes ook nooit in een naveltruitje zien. Zouden dat jullie vrienden kunnen zijn?? Zulke wereldvreemde starre, traditionalistische figuren?

2. Verzet en ergernis

In Jeremia 35 worden die nota bene ten voorbeeld gesteld. Ik zou wel willen dat u daar wat verzet bij voelt, zo van: "Daar gaan we weer. In de wereld van kerk en geloof moet het zonodig saai zijn, wereldvreemd." De Joden zullen Jeremia wel met stijgende ergernis hebben aangehoord, toen hij die Rechabieten de hemel in prees. "Wat??! Moeten wij aan die belachelijke sekte een voorbeeld nemen?

3. Terug naar Abraham

Het was inderdaad een soort sekte. De grondlegger, Jonadab, ging eeuwen eerder samen met Jehu tekeer tegen de religie van de Baäl, II Koningen 10:15,23v. Die religie was verleidelijk en spannend, ja woest, vol seks en vervoering. Jonadab wilde dat zijn nakomelingen en volgelingen op zo groot mogelijke afstand van die religie bleven. Vandaar bijvoorbeeld dat alcoholverbod: in de Baälsreligie stroomde de wijn, zodat de mensen in een roes raakten en over grenzen heengingen. De Rechabieten daarentegen moesten leven als priesters, die ook geen wijn drinken bij het dienen van de HEER, Lev.10:9 (vgl. Daniël 1:8,12) Eigenlijk leefden ze nog altijd zoals de Israëlieten tijdens de woestijnreis, of zelfs zoals Abraham: als nomaden. Het is een extreme vorm van trouw aan de HEER. Ze willen in Kanaän leven als vreemdelingen, vers 7 slot. Wereldvreemd? Ja, maar dan 'wereld' in de zin van een verdorven, van God vervreemde cultuur.

4. God niet laten praten

Moet het zó, geloven? Nooit een pilsje drinken, geen TV en PC in huis, alleen maar ouwemensen-kleding dragen van 50 jaar geleden? Geen sprake van! De Rechabieten hebben nooit een voet aan de grond gekregen in Israël. Denk alleen maar aan onze Heer Jezus, die men kon betitelen als een veelvraat en een dronkaard (Matt. 11:19). Ook Jeremia zegt nadrukkelijk niet dat alle Israëlieten in tenten moeten gaan wonen en hun wijngaarden omvormen tot weiden voor het vee. Waarom hij onder de indruk is van deze wonderlijke sekte? Omdat ze dóen wat Jonadab had gezegd. Omdat ze ernst maken met zijn rigoureuze anti-Baäl-voorschriften. Omdat ze 'luisteren' - vgl. de grondwet van Israël: "Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige!" (Deut.6:4) Dat 'luisteren' mist hij zo bij de 'normale' Joden. Die waren niet wereldvreemd, integendeel. Ze voelde zich helemaal thuis in die Baälscultuur. Ze lieten de levenskrachten loskomen. Ze keken zo nauw niet. Ze maakten van het leven één groot feest. Ze lieten zich niet hinderen door principes, door idealen. Ze lieten zich niet storen door God, door zijn oproep om wat aan het onrecht te doen (vgl. Jeremia 5:1). Ze lieten God - praten.

5. Extremen

Jeremia had dus te maken met alleen nog maar extremen. In die situatie stelt hij de wereldvreemden ten voorbeeld. "Die laten Jonadab tenminste niet praten. Die hebben principes. Die gaan voor hun idealen." En dan spreekt hij dat scherpe oordeel uit: "Met jullie, 'normale' Joden, kan de HEER zo niet verder. Het land dat Hij jullie gegeven heeft zijn jullie niet waard. Jullie zullen het verliezen. Met de Rechabieten, die rare lui, kan Hij wel verder. Die storen zich tenminste aan Hem."

6. Anders en toch hetzelfde

OK: dat het geloof niet wereldvreemd hoeft - daar zijn we het dus over eens. Maar dan. Jeremia waarschuwt ons. Wij leven in een verdorven cultuur waartegen de Heer 'nee' zegt. God heeft de wereld lief. Maar Hij wil en kan niet verder met een cultuur, die zich niets gelegen laat liggen aan de bestrijding van armoede, aan de zorg voor het milieu, die alleen maar wil fuiven en de grenzen van de moraal uitwist. God komt ons storen met zijn oproep om naar Hém te luisteren, willen wij niet met die verdorven cultuur mee te gronde gaan. Zo is de uitdaging die op jullie, jongeren, afkomt: om het anders en toch hetzelfde te doen als de Rechabieten. Misschien zijn er onder jullie die met bepaalde dingen moeten stoppen. Ik weet het niet. Jullie weten het zelf het beste. Laat ik het zo aan jullie vragen: zijn er dingen in jullie leven waarin je je onvoldoende aan God stoort? Zo ja: ga het dan anders doen. Want anders zul je wellicht ooit van God horen: "Liever die wereldvreemden dan zoals jij bezig bent..."

7. Verantwoord

Waarom ik mij speciaal tot de jongeren richtte? Omdat die zo terecht aanlopen tegen het duffe en wereldvreemde en zo goed kunnen feesten. Toch is deze boodschap ook voor al die ouderen bestemd, die een verantwoord christelijk leven leiden. Ook op u komt de uitdaging af, om u te laten storen door God. Ook u kunt ingepakt worden door de cultuur rondom ons. Om maar eens één ding te noemen: de schandalige wijze waarop onze cultuur met dieren omgaat, ze martelt in de bio-industrie, ze heen en weer sleept door Europa zodat wij een paar dubbeltjes kunnen besparen op onze karbonades. Roep ik u op om vegetariër te worden? Nee. Het mag anders. En ergens toch hetzelfde. Ik wil u bij wijze van voorbeeld de concrete vraag stellen, hoe u vorm geeft aan de spreuk (12:10):
Een rechtvaardige zorgt goed voor zijn vee,Een goddeloze is alleen maar wreed.

8. Benauwd

Tenslotte. Misschien zijn er onder u, die zich enigszins herkennen in de Rechabieten. Misschien vinden anderen wel dat u te benauwd leeft. Maar als u het nu zelf niet benauwd vindt. Als u zelf echt ten volle overtuigd bent dat u met deze levensstijl gaat voor het Koninkrijk? Als u zich houdt aan een traditie, niet uit angst, maar gewoon omdat u zo God wilt liefhebben en de wereld wilt ontvluchten? Dan wil ik u aanmoedigen om niet onzeker te worden. Dan mag u - integendeel - uit Jeremia horen dat God, die de harten kent, blij is met allen die willen luisteren.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.