Preek over Romeinen 14:3, 10

2005-05-01 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Twee valkuilen

Liturgie:

♪ Psalm 107:1, 4
♪ Gezang 463:1
♪ Gezang 91
♪ Psalm 111:6

1. Een dringende oproep

Vanmorgen een dringende oproep om niet te veroordelen en niet te verachten. Die twee woorden staan centraal in Romeinen 14:3, vgl. vers 10. Ze staan in het bekende gedeelte over de sterken en de zwakken. Paulus zegt: "De sterken - zij die geloven dat ze alles mogen eten - moeten niet neerzien op de zwakken, en de zwakken - zij die niet alles eten - moeten de sterken niet veroordelen." Waar het me nu om gaat is dat dat twee verschillende uitdrukkingen zijn, 'veroordelen' en 'neerzien op', 'verachten'. Ze passen bij de verschillende posities van de zwakken en de sterken. De zwakken staan bloot aan het specifieke gevaar dat zij een veroordelende houding aannemen, terwijl het bij uitstek de sterken zijn die minachtend dreigen te gaan doen. Aangezien beide posities ook vandaag de dag nog in de gemeente voorkomen, is het van belang om voor beide gevaren op onze hoede te zijn.

2. Fundamentalistisch en ruimdenkend

Nu zijn die woorden 'zwak' en 'sterk' niet zo herkenbaar voor ons. Maar als ik nu eens zeg, dat het om het verschil gaat tussen 'strikt' en 'ruimdenkend', kun je je er dan niet meer bij voorstellen? Met wat goeie wil kun je inderdaad zeggen dat de 'zwakken' die Paulus op het oog heeft meer 'strikt' dan 'ruimdenkend' ingesteld zijn. Voor hen luistert het nauw bij het item 'voedsel'. Er zijn voor hen dogma's in het geding betreffende de reinheid of onreinheid van voedsel, vgl. vers 14. De 'sterken' wuiven de problemen min of meer weg. Zij eten alles. Zij denken ruim over dit soort dingen. Paulus zelf is zo iemand. Hij is ervan overtuigd dat niets op zichzelf onrein is, vers 14. De man van de dogma's ziet grenzen en vindt het belangrijk om daar binnen te blijven. De ruimdenkende neemt het gemakkelijker, kent meer vrijheid. Daarom zal hij niet zo gauw een veroordelende houding aannemen. Des te meer moet hij op z'n hoede zijn voor minachting. Zo van: "Die ander is zo ver nog niet. Stumpers zijn het, die zo angstvallig leven." Omgekeerd zullen de strikt ingestelde gemeenteleden niet zo gauw iemand anders verachten. In hun benadering, waarin grenzen zo belangrijk zijn, ligt het veel meer voor de hand om mensen in te delen: "Jij bent goed bezig, jij fout. Jij bent christen, jij niet." Wie 'strikt' denkt, zal eerder veroordelen, wie 'ruimdenkend' is zal eerder minachten. Anders gezegd: de zwakken moeten op hun hoede zijn voor angst, de sterken voor hoogmoed.

3. Liberalen en fundamentalisten

Hoewel dit stukje op de interne verhoudingen binnen de christelijke gemeente slaat, is het inzichtgevend om in het licht hiervan eens te kijken naar onze samenleving. Het is belangwekkend om vast te stellen dat de polarisatie die Nederland momenteel zo beheerst, verloopt langs dezelfde lijnen als Paulus hier schetst. Aan de ene kant zijn er inderdaad de 'ruimdenkenden'. Die heten vandaag de dag 'liberaal'. Dat woord komt uit het Latijn en staat voor 'vrijheid'. De liberalen doen niet zo moeilijk; voor hen mag er veel, en ze hebben geen last van dogma's. En wat zie je vandaag de dag? Dat deze 'liberalen' zo gemakkelijk neerzien op mensen die krapper kijken en die hechten aan bepaalde waarden. Die worden dan al gauw 'fundamentalisten' genoemd. "Doe jij moeilijk over het homo-huwelijk? O, echt weer zo'n christelijke fundamentalist! Staat dat meisje erop een hoofddoekje te dragen? Dan komt ze uit een wat achterlijk milieu." Aan de andere kant kom je ook het veroordelen tegen. Denk eens aan de denkwereld van de Hofstadgroep. Die deelt de mensen in volgens de messcherpe grens van 'goed' en 'fout'. De fouten, die gaan er wat hen betreft aan. Zo stond premier Balkenende op het lijstje van hen die vermoord moesten worden. Denk ook aan de felle pro-life-activisten in Amerika die niet terugdeinzen voor het gebruik van geweld tegen hun tegenstanders, of aan de moordenaar van Pim Fortuyn, een fanatieke milieu-activist. Nu is duidelijk dat het hier zeer extreme groepen betreft die niet representatief zijn voor 'fundamentalisten'. Immers, verreweg de meeste fundamentalisten peinzen er niet over om het recht in eigen hand te nemen. En toch - zoals de menselijke woede door de Here Jezus gewantrouwd wordt omdat ze kan leiden tot gewelddadigheid (Matteüs 5:21,22), zo staat een scherp veroordelende mentaliteit bloot aan het risico van gevaarlijke intolerantie, aan het afwijzen en buitensluiten van mensen. Wat zou onze samenleving tot een weldadige ontspanning komen, als de 'liberalen' zich zouden onthouden van hun hoogmoedige kleinering van andersdenkenden, en de 'fundamentalisten' minder veroordelend zouden zijn. Hoe actueel is dus het onderscheid dat Paulus maakt!

4. Bekering

Terug naar de kerk. Ook binnen de christelijke gemeente kennen wij die twee verschillend benaderingen. Aan de ene kant ruimdenkend, liberaal. Aan de andere kant meer strikt, zo u wilt fundamentalistisch. Dat kan flinke spanning geven. Denk maar aan zo iets als 'kerkgang'. Sommigen vinden het heel belangrijk om elke zondag twee keer te gaan. Anderen gaan er gemakkelijker mee om. Kun je dat van elkaar hebben? Of neem het Schriftgezag. Er zijn mensen die zeggen: "Voor mij is de Bijbel van kaft tot kaft Gods Woord; ik neem alles eenvoudig zoals het er staat." Er zijn ook christenen die zeggen: "Voor mij is de Bijbel zeker ook Gods Woord, maar ik neem niet alles letterlijk." Is er binnen de gemeente ruimte voor die twee benaderingen? Het gaat me nu niet om de items als zodanig: hoe te denken over kerkgang en Schriftgezag? Ik ga ook niet breed in op het feit dat er dingen in het christelijk geloof zijn die voor iedereen, ruimdenkenden en strikten, als een paal boven water dienen te staan. Laat ik volstaan met te zeggen dat die er wel degelijk zijn. Ook in onze gemeente gaan we uit van een aantal 'niet discutabele' waarden en waarheden, waarmee niet gemarchandeerd mag worden. Laten we ook beseffen, dat diezelfde Paulus er niet voor terugschrikt om met betrekking tot die 'niet discutabele waarden' te oordelen en zelfs te veroordelen (vgl. I Korintiërs 5). De kerk - en ook de samenleving - ontspoort op den duur als we zouden weigeren duidelijke normen en waarden te hanteren, en heldere grenzen te trekken tussen 'goed' en kwaad'. Waar het Paulus echter om gaat, is dat binnen de grenzen van de gehoorzaamheid aan Christus er dingen zijn waar je verschillende over kunt denken. Met betrekking tot die dingen is het goed om je te bezinnen over de manier waarop je met elkaar omgaat. De opdracht is duidelijk: elkaar aanvaarden, vers 1. Maar in dat kader is het onderscheid dat Paulus maakt van groot belang. Je kunt elkaar op verschillende manieren niet aanvaarden. De een loopt kans de ander niet te aanvaarden door hem te veroordelen. De ander dreigt de ander niet te aanvaarden door hem te minachten. Wees bedacht op het specifieke gevaar dat u en jou bedreigt. Laat je hier door Paulus de spiegel voorhouden en je er bewust van maken waar je mee bezig bent. Als je het krap neemt, is er voor jou de specifieke valkuil van het veroordelen. Maar wie ruim denkt, moet deksels uitkijken voor de minachting. Uiteindelijk is de christelijke vrijheid in het geding. Wie geneigd is tot het trekken van grenzen en zo ook tot veroordeling, dient zich af te vragen: "Perk ik de christelijke vrijheid niet in?" Wie ruimdenkend wil zijn en dan geneigd is tot minachting, dient zich af te vragen: "Verword mijn vrijheid niet tot harde hoogmoed?" Laten we er rekening mee houden, dat het bij deze dingen zal gaan om veel oefening. Een mens verliest z'n hoogmoed niet zomaar, en ook niet z'n neiging tot veroordeling. Het betreft dingen die soms gewoon om bekering vragen. Daarom eindig ik deze preek met de oproep: "Laten we ons bekeren van de hoogmoed die onze medebroeders en zusters minacht, en laten we ons bekeren van de angst die onze medebroeders en zusters veroordeelt."

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.