Preek over Psalmen 73:21-28 en Psalmen 131

2004-09-05 n.m.

Ds. A. van der Dussen

Overgave aan God

Liturgie:

♪ Psalm 90: 1, 8
♪ Gezang 1
♪ Gezang 388: 1, 4, 8, 10
♪ Psalm 131
♪ Psalm 73: 8, 9, 10

Inleiding

Vrede. In deze leerdienst aandacht voor een onderwerp uit de geloofspraktijk. Het gaat om een uiterst belangrijk moment in de omgang met God. Als het niet tot overgave aan Hem komt, blijft er afstand tussen God en jou. Omgekeerd, wanneer je de overgave aan God kent en beoefent, komt er een ongekende vrede in je leven. Het is de vrede die zo weergaloos mooi wordt aangeduid in psalm 131:
Ik heb mijn verlangens getemd, Mijn ziel is tot rust gekomen, Als een kind dat gedronken heeft, En rust aan de borst van zijn moeder, Een kind dat gedronken heeft, Zo is mijn ziel in mij. (Vertaling Oosterhuis / Van der Plas)

1. Die vrede is er niet vanzelf

Die ontstaat slechts dan wanneer je komt tot overgave aan God. Wat dat is, en hoe je dat doet, daarover wil ik vanmiddag preken.Zich gewonnen geven. Het woord overgave kan gedachten oproepen aan een conflict, aan strijd. Er is oorlog, en de verliezende partij geeft zich over, capituleert. Ook in de relatie tot God kan 'overgave' duiden op 'zich gewonnen geven', de strijd opgeven. Iets daarvan hoor je terug in psalm 73, waar sprake is van verbitterdheid en geprikkeldheid alvorens het komt tot geloofsvertrouwen. Duidt dat niet op strijd, op een conflict met God? 'Overgave aan God' houdt inderdaad in dat je je aan Hem gewonnen geeft, dat je het strijden met Hem beëindigt. Eerder komt er geen vrede. Maar wanneer een mens zich verzoent met God – dat is wat anders dan zich verzoenen met zijn lot – daalt de vrede van God op hem of haar neer.

2. Opgaan in

Het woord 'overgave' past echter ook in heel andere situaties. We gebruiken het ook wanneer we een kind bezig zien met zijn spel. De buitenwereld bestaat niet meer voor dat kind; het gaat geheel op in zijn spel. Dat heet: overgave! Het heeft te maken met het ontbreken van elke remming, met een volledig openstaan voor datgene waarmee je op dat moment bezig bent. Zo zien we datzelfde kind even later op schoot zitten bij zijn moeder: soezerig, in volledige overgave – psalm 131! Ook in deze zin kennen wij 'overgave aan God'. Dan is niet zozeer beëindiging van strijd aan de orde, als wel het laten varen van elke reserve, het opgeven van alle weerstanden, het vergeten van jezelf, van je 'ik'.

3. Twee houdingen

Vermoedelijk ligt in de moeite die je als mens kunt hebben met deze overgave een van de belangrijkste knelpunten als het gaat om het ervaren van afstand tot God. Wij kennen in psychisch verband de uitdrukking 'op slot zitten'. Daarmee bedoelen we, dat een mens verkrampt zichzelf vasthoudt, zijn verleden, zijn verdriet, zijn boosheid, en zichzelf in geen enkel opzicht meer kan laten gaan. Zo kan een mens op 'slot zitten' voor God. 'Overgave aan God' houdt in, dat je jezelf loslaat, en open doet voor God. Het heeft te maken met de manier waarop je in het leven staat. Dat opgaan in, dat vergeten van alles, ook van jezelf, dat voor een kind zo kenmerkend kan zijn, ken je dat als volwassene nog? In onze cultuur is verreweg de meest voorkomende houding dat je de werkelijkheid om je heen ziet als iets dat je gebruiken kunt. Je staat tegenover de dingen; er is afstand. Je keurt ze, beoordeelt ze; je probeert ze in je greep te krijgen. Zo kun je ook omgaan met God. Je hebt wensen, verlangens, verwachtingen. In je relatie tot God beoordeel je Hem, in hoeverre Hij daar goed op inspeelt. Je 'keurt' God. Je beoordeelt Hem op zijn functie voor jou. Daarmee heb je, zonder dat je het wellicht weet, reserves ten opzichte van God. Door die houding waarin je je tegenover de dingen plaatst, ook tegenover God, je afvragend of je Hem gebruiken kunt, schep je per definitie afstand tot Hem. Hoe anders is de houding van 'overgave', van 'opgaan in' de dingen. Dan is er werkelijk sprake van, dat je jezelf vergeet. Dan laat je jezelf als het ware los. Denk maar aan wat er gebeurt als je 'opgaat' in een geweldige voetbalwedstrijd, of in een adembenemend mooi muziekstuk. Dan ben je niet meer bezig met jezelf, je wensen, je behoeften; dan sta je zonder enige remming open voor dat wat jóu in zijn greep krijgt. Zo kun je ook opgaan in een ander. We zijn dan in de sfeer van de liefde. Ware liefde is, dat je jezelf om zo te zeggen verliest aan de ander, je hart aan de ander verpandt…

4. Ontlediging

Zo omgaan met God – dát is overgave aan Hem. Maar dat betekent dus een ingrijpende wijziging van houding, een 'bekering'. Overgave aan God houdt in, dat je ervan afziet om Hem te gebruiken. Je stelt geen eisen meer aan Hem. Je spant Hem niet voor je karretje. Je 'wilt' niet langer dingen van Hem, maar laat Hém willen. Je hebt geen reserves meer ten opzichte van zijn wil. "Úw wil geschiede!" Overgave aan God houdt daarmee in, dat je jezelf vergeet, je ambities, je verwachtingen, je wensen, je dromen. Het betekent zoveel als 'jezelf leeg maken', alle reserves laten varen en de deuren van je hart openen voor Hem. Je wordt dan op een heel diepe manier vrij van jezelf. Dat heet te maken met liefde, met vertrouwen, met liefdesvertrouwen. Hoe diep klinkt dat in psalm 73. Je verbitterdheid en geprikkeldheid loslaten, en dan de liefde van God er voor jou laten zijn.

Bij U, ik ben
Altijd bij U.
Gij houdt mij vast,
Uw hand in mijn hand. (Vertaling Oosterhuis / Van der Plas)

Werkelijk, er komt een ongekende vrede in je leven wanneer je besluit tot deze overgave aan God. Houdt er rekening mee, dat God bezig is u en jou naar dat punt toe te brengen. Aan die overgave gaat meestal veel onrust, veel pijn, veel opstand, soms ook veel wanhoop vooraf. Overgave aan God komt vaak tot stand na een crisis in je leven. Zo gezien is het God zelf die ons tot de overgave aan Hem brengt. Het is zijn verlossing, als Hij ons leert zeggen:Gij hebt mij in uw vriendschap opgenomen En in de kameren van uw hart getild. (Anton van Wilderode)

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.