Preek over Genesis 25:19-34

2004-08-08 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Impasse

Liturgie:

♪ Gezang 328: 1, 3
♪ Psalm 81: 1, 4, 8
♪ Gezang 50: 5
♪ Gezang 70
♪ Psalm 119: 14
♪ Psalm 27: 7

Inleiding

Symboolfiguren. Dit verhaal gaat over ons. Jakob en Esau gaan ons namelijk aan als twee symboolfiguren. Ze vertegenwoordigen twee volkeren: Israël en Edom (zie vs. 30). Enigszins kort door de bocht zou je kunnen zeggen, dat Jakob daarmee boegbeeld is van de gelovigen, en Esau van de ongelovigen. Dit verhaal nu eindigt in een impasse: het laat zien dat ze geen van beiden deugen. Daarom spoor ik u aan tot zelfkritiek. Want of u zich nu in de kerk thuis voelt, of juist ertoe neigt om af te haken: in beide posities loopt u gevaar verkeerd bezig te zijn.

1. Jakob

Laten we beginnen met Jakob. Hij is de jongste, maar daar laat hij het niet bij zitten: hij probeert de plaats van Esau als oudste, als eerstgeborene in te nemen. Dat heeft te maken met wat zich voor hun geboorte had afgespeeld. De zwangere Rebekka was iets vreemds overkomen: het was oorlog in haar buik. Dat legt ze bezorgd aan de HEER voor: "Wat is dat voor tumult? Wat staat mij allemaal te wachten?" Ze krijgt dan van de HEER dit antwoord:Twee volken zijn het die u draagt Twee volksstammen die al in uw schoot uiteengaan. Een van de twee zal machtiger zijn: De oudste zal dienstbaar zijn aan de jongste.Bij die laatste regel had Jakob belang. Krijgt hij voorrang op Esau? Wat heeft God met hem voor? Nadat de HEER tot de zwangere Rebekka gesproken had wordt het lange tijd stil. De jongens worden geboren, groeien op, en er gebeurt niets bijzonders. Het woord van de HEER lijkt vergeten. En dan ineens – ziet Jakob zijn kans schoon. Hij begint over het eerstgeboorterecht! Jakob is dus niet vergeten wat de HEER gezegd heeft. Het eerstgeboorterecht hield in, dat je als oudste voorrechten en verantwoordelijkheden kreeg die de jongste niet had. Het voorstel dat Jakob aan Esau doet correspondeert dus met dat woord van de HEER, zo lang geleden tot Rebekka gesproken. Prijzenswaardig, dat Jakob zo serieus op dat woord ingaat. Maar de manier waarop is ergerniswekkend. Dit doe je toch niet: gebruik maken van een zwak moment van de ander, iemand die vergaat van de honger wat aanbieden op voorwaarde dat… En wat misselijk, om dan Esau ook nog laten zweren, zo dat de afspraak rechtskracht krijgt. Een akelige vent, die Jakob. En dat wordt dan stamvader van Gods volk, boegbeeld van de gelovigen. Als het zo moet…

2. De kerk

Helaas: je kunt de kerk erin herkennen. De kerk, die serieus neemt wat God gezegd heeft. Prijzenswaardig. Maar de manier waarop kan zo akelig zijn. Ouders die hun kinderen dwingen. Evangelisatieacties waarbij handig gebruik wordt gemaakt van zwaktes van mensen. Het kan zo hard worden, met zo weinig respect voor mensen. Mensen kunnen zelfs het gevoel krijgen, dat de kerk die hun Jezus aanbiedt, helemaal niet in hen zélf geïnteresseerd is. Daardoor zijn er heel wat zijn die op de kerk afknappen. "Als dát de uitwerking van het evangelie is, hoeft het voor mij niet…"

3. De seculiere Esau

Dan liever Esau? Hij lijkt een veel minder gecompliceerde figuur te zijn. Hij heeft maling aan Jacobs intriges."Man, ik ga dood, wat kan mij mijn eerstgeboorterecht schelen?"Dat heeft iets aantrekkelijks. Bij hem geen obsessief bezig zijn met wat God gezegd heeft. Geen religieus fanatisme. Is dat niet wat veel mensen in het buitenkerkelijke aantrekt? Geen vermoeiende discussies over de Bijbel meer. Geen verborgen agenda, waarbij mensen in naam van Jezus hun belangen veilig stellen. Niet dat over mensen heen walsen met een beroep op de Waarheid. Inderdaad: Esau doet weldadig rondborstig aan vergeleken bij Jakob. Maar er staat één doorslaggevend ding tegenover. Esau verachtte zijn eerstgeboorterecht, zo eindigt hoofdstuk 25. Dat is een sterk woord. De schrijver drukt er toch wel ontzetting mee uit. Was dit nou een kleinzoon van Abraham, die met zo grote eerbied een plaats in zijn leven gegeven had aan Gods woorden? Esau wordt hier geschetst als een mens die geen interesse heeft in wat God zegt. "Hij at en dronk, stond op en ging heen." Verder niks. Eigenlijk is Esau hier de vertegenwoordiger van de seculier levende mens. Eten, drinken, met vakantie gaan, carrière, vrijen, kinderen krijgen. Geen religieus gezeur aan je kop. Maar juist daarin ijselijk leeg. Geen vraag naar de grote lijnen van het leven: "Waar kom ik vandaan? Waar ga ik naartoe? Waar is het goed voor?" Geen serieuze poging meer om met de woorden van de Bijbel bezig te zijn. Eigenlijk alleen nog maar: banaliteit. Daarmee is Esau geen echt alternatief voor Jakob. Ze deugen geen van beiden. Jakob niet in zijn religiositeit, Esau niet in zijn a-religiositeit. Wat een impasse!

4. Het werk van God

Onthutsend is dat eigenlijk. Niet alleen de wereld deugt niet, maar ook de kerk dreigt steeds weer de fout in te gaan. Ze zijn geen goed alternatief voor elkaar. Daarom spoor ik u en jullie aan tot zelfkritiek. Misschien neig je ertoe de kerk vaarwel te zeggen en het allemaal wat makkelijker te nemen. OK: je kunt gerechtvaardigde kritiek hebben op de kerk. Maar vind je de banale instelling van de seculiere mens echt een alternatief? Maakt het je niks meer uit dat lang geleden, toen je gedoopt werd, God zijn naam over je uitriep? Doe je helemaal niks meer met die weerbarstige Bijbel, die wezenlijke vragen? Maar dan zal misschien ooit met ontzetting van jou gezegd worden: "Zij verachtte haar doop! Hij had maling aan het Bijbelwoord!"? Omgekeerd: ook als u of jij kiest voor betrokkenheid bij geloof en kerk roep ik op tot zelfkritiek. Oké: we doen in de kerk wat met onze doop, met het Bijbelwoord; we nemen God serieus. Maar bent u er zeker van dat u God en zijn Woord niet inzet om uw eigen belangen te behartigen? Walst u, met een beroep op de Bijbel, echt niet over uw kinderen heen? Zijn uw motieven zuiver als u anderen iets over het evangelie vertelt? Of spannen we God alleen maar voor ons karretje? Het resultaat van deze zelfkritiek kan zijn, dat je niet meer uit de impasse komt. Jakob en Esau: ze deugen geen van beiden. Kerk en wereld staan beiden schuldig voor God. Daarom is zelfkritiek alleen niet genoeg. Dit verhaal wil vooral ook doen verlangen naar het werk van God. Alleen als Hij met zijn waarheid, zijn Woord aan de slag gaat, wordt het wat. Dat zal het vervolg van deze geschiedenis ook laten zien. Eigenlijk is dat de essentie van het evangelie. Dat wijst uit dat God zelf in Christus de zaak ter hand neemt. Dat moeten we steeds weer leren, in de kerk, en zeker ook in de wereld. God heeft gesproken. Maak nu ruim baan voor wat Híj gaat doen.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.