Preek over 2 Korintiërs 6:9, 10

2004-06-13 v.m.

Ds. A. van der Dussen

De paradox

Liturgie:

♪ Gezang 480
♪ Gezang 15: 2
♪ Psalm 56: 1, 3, 4
♪ Psalm 23

Inleiding

Een vraag en een tegenwerping Naar aanleiding van de vorige preek kreeg ik een vraag en verwachtte ik een tegenwerping. De vraag was: "Wil je eens wat concreter maken wat je zegt over het doorbreken van de nieuwe wereld? Dat we wonen in het huis van de toekomst – dat de grote dodenopwekking al begonnen is – dat God in zijn Geest dichterbij en actiever is dan wij denken: waar zien we het aan?" Dat was de vraag. De tegenwerping die ik verwachtte kwam niet, dus maak ik hem zelf. Ik zou Paulus dit willen tegenwerpen: "Maakt u het niet te mooi? Is de oude wereld, de tijd van de nacht, niet nadrukkelijker aanwezig dan u in uw enthousiasme doet voorkomen? U hebt het alsmaar over de opstanding. Vergeet u niet dat het kruis er ook nog is? U hebt het alsmaar over de Geest. Blijft daarmee niet onderbelicht dat wij ook als christenen nog altijd in een onverloste wereld leven?" In de preek van vanmorgen wil ik twee vliegen in één klap slaan. Ik ga naar aanleiding van de gelezen gedeeltes uit I en II Korinthiërs eerst in op de tegenwerping en beantwoord vervolgens de vraag.

1. Paradox

"Een misverstand!" zal Paulus zeggen, als hij mij hoort tegenwerpen dat hij in zijn enthousiasme te hoog opgeeft van het dóórbreken van de nieuwe wereld. Hij hoeft alleen maar op zijn eigen levensverhaal te wijzen. Hij weet er echt alles van, van de onverlostheid van het christelijk leven. Zie de verbijsterende opsomming in II Kor. 6: - tegenslagen - ontberingen - benarde situaties - slagen - gevangenschap - oproer - zwaar werk - tekort aan slaap - gebrek aan voedsel. Zeg dus niet dat Paulus uit het oog verliest dat het christelijk leven zo zwaar kan zijn. Hij heeft er ook onder gezucht. Daarmee correspondeert, dat hij bepaalde tegenstanders in Korinthe ervan beschuldigt dat zij het te mooi maken. Let op de ironische woorden in I Korinthiërs 4:U hebt niets meer nodig! U hebt alles al! (vs 8)Hij benadrukt de tegenstelling tussen hen en hemzelf:Koningen bent u geworden, en zonder ons! … God heeft, geloof ik, ons apostelen de achterste plaatsen toegewezen. Wij zijn als ter dood veroordeelden, wij staan te kijk voor heel de wereld. … Wij zijn zwak, u sterk! U bent geëerd, wij veracht! (vs 8 - 10)Hoort u? Door sommigen is dus inderdaad als conclusie uit Paulus' verkondiging getrokken, dat we de oude, duistere, onverloste wereld al achter ons hebben gelaten sinds Pasen en Pinksteren. Uit eigen ervaring weet Paulus dat dat niet waar is. Scherp valt hij deze mensen aan: "Gefeliciteerd hoor! Jullie zijn nu al helemaal boven Jan!!" Omgekeerd komt hij naast u staan, als u lijdt onder al die moeizame dingen waarvan het christelijk leven nog altijd zo vol is. Tegelijk blijft hij opgetogen roepen dat het ochtendgloren van de nieuwe wereld al zichtbaar is. Hoe kan dat? Het is bij hem een eigenaardig soort dubbelheid: het is allebei waar. De wereld is nog hartstikke onverlost, en tegelijk doen de opstanding van Christus en Gods aanwezigheid in de Geest zich al gelden. Die dubbelheid wordt uitdagend onder woorden gebracht in II Korinthiërs 6: 9 en 10:We sterven en toch leven we; we zijn diepbedroefd en toch altijd blij; arm, en toch maken we velen rijk; we bezitten niets en toch hebben we alles.Eigenaardige woorden zijn dit. We noemen dat een 'paradox', dat tegelijk zeggen van dingen die elkaar lijken uit te sluiten:We sterven, en toch leven we. We bezitten niets en hebben toch alles.Herkent u die paradox in uw eigen leven? Dat je midden in de misère zit en toch ervaart dat God zijn opstandingskracht bewijst? Dat je zucht onder de moeite en toch gedragen wordt door Gods actieve aanwezigheid in zijn Geest?

2. Concrete voorbeelden

Zo kom ik nu toe aan een antwoord op de vraag, welke concrete dingen je kunt aanwijzen als het gaat om het ochtendgloren van de nieuwe wereld. Je zult het nooit 'los' aantreffen, maar altijd in die paradoxale situatie dat christenen tegelijk lijden en de levenskracht van God ervaren. Ik wijs op de explosieve groei van de kerk in de Derde Wereld. Zestig procent van de christenen leeft op het zuidelijk halfrond. Opvallend is dat juist de armen die het zwaar te verduren hebben massaal tot bekering komen en getuigen van de kracht van God in hun leven. In Latijns Amerika bijvoorbeeld is een massale toestroom van de armen tot de Pinkstergemeenten. Braziliaanse havenarbeiders, Chileense schooiers, inheemse boeren op de hoogvlakten van de Andes, Indiaanse landarbeiders in Centraal-Amerika: het evangelie is voor hen een dagelijkse bron van vreugde en hoop. Ze hebben een simpele vier-punten-theologie: - Jezus redt - Jezus heiligt - Jezus heelt - Jezus zal als koning weerkomen. "Velen vinden het geloof in de weg van genezing. De pinkstergelovige respecteert het huwelijk, geeft zorg aan de kinderen, houdt zijn huis schoon en betaalt zijn schulden. Van het hoge morele gehalte van de pinkstergelovigen gaat een enorm appèl uit." (W. van Laar in Theologie Reformata, jaargang 42 nr 2, p. 107) Wilt u een voorbeeld van dichterbij? In een achterstandswijk in een van de grote steden in Nederland is een project begonnen van gemeentevorming. Onlangs sprak ik de pastoraal werker van dit project Hij zei: "Ik durf het haast niet te zeggen, maar ik vind dat ik geweldig werk heb." Waarom durfde hij dat haast niet te zeggen? Omdat hij zo onbeschrijflijk veel ellende tegenkomt. Maar in dat alles neemt hij waar dat God indrukwekkend werk doet: mensen komen tot geloof, verzoenen zich met elkaar, vinden richting voor hun leven. En wilt u het nog dichterbij? Altijd weer word ik getroffen door de verhalen van broeders en zusters uit ons eigen midden die het zwaar te verduren hebben, en juist zo kunnen getuigen van Gods werk en kracht in hun leven.

3. Kruis en opstanding

Zo zit dat dus met het ochtendgloren van de nieuwe wereld. Het hangt samen met die vreemde paradox:We sterven, en toch leven we.De opstandingskracht van God en zijn actieve nabijheid in de Geest breken door, waar het kruis gedragen wordt. Alleen daar. Maar daar bréken ze ook door! Geloof het en verwacht het. Ik sluit af met de volgende tekst van Luther :

Bent U niet
Een wonderbare en liefderijke God,
Die ons zo wonderbaar
En zo vriendelijk regeert.

U verhoogt ons,
Wanneer U ons vernedert.

U maakt ons rechtvaardig,
Wanneer U ons tot zondaars maakt.

U brengt ons de hemel in,
Wanneer U ons tot de hel verstoot.

U geeft ons de overwinning,
Wanneer u ons het onderspit doet delven.

U troost ons,
Wanneer U ons laat treuren.

U maakt ons blij,
Wanneer U ons laat huilen.

U laat ons zingen,
Wanneer U ons laat wenen.

U maakt ons sterk,
Wanneer wij lijden.

U maakt ons wijs,
Wanneer U ons tot narren maakt.

U maakt ons rijk,
Wanneer u ons armoede toebedeelt.

U maakt ons tot heren,
Wanneer U ons laat dienen.



Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.