Preek over 1 Petrus 2:1-3 en 2 Petrus 3:17, 18 en Openbaring 3:14-19

2004-03-21 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Voorjaar

Liturgie:

♪ Psalm 93
♪ Psalm 117
♪ Gezang 252
Apostolische geloofsbelijdenis

1. Tevreden??

Geestelijke groei begint ermee dat je niet tevreden bent met hoe het nu is. Omgekeerd is geestelijke groei niet aan de orde waar christenen leven in een houding van tevredenheid en voldaanheid: "Hoezo, geestelijk groeien? Wat bedoel je? Ik ga naar de kerk, probeer christelijk te leven, ik lees af en toe in de Bijbel. Wat is er dan mis met mij?" Ik heb een gedeelte uit de brief aan Laodicea gelezen om te laten zien, hoe riskant zo´n houding is. De opgestane Heer zelf kritiseert zijn gemeente vanwege haar tevredenheid en zelfvoldaanheid:U zegt dat u rijk bent, dat u alles hebt wat u wilt en niets meer nodig hebt. U beseft niet hoe ongelukkig u bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt. (vs. 17 NBV)Daar begint het dus mee, dat tevredenheid overgaat in verlangen, dat voldaanheid plaats maakt voor besef van gemis. En hoe anders kan dat gebeuren dan doordat Christus zelf ons de ogen opent (vs. 18 slot)? Daarbij speelt bijbellezen een belangrijke rol. Door je te verdiepen in de woorden van de wet en de profeten, in de boodschap van de apostelen en van Christus zelf, wil God je de ogen openen voor wat ontbreekt. Gebruik de Bijbel niet alleen ter bevestiging en bemoediging, maar ook ter correctie. Vgl. II Timotheüs 3: 16:Elk van God ingegeven Schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid.God beoogt in de Bijbel werkelijk onze opvoeding, onze - groei!

2. Aanhankelijkheid aan de Heer

Geestelijke groei begint dus met verlangen, met besef van gemis. Ik voeg eraan toe: dat is niet alleen het begin. Eigenlijk houdt die groei in, dat je steeds meer onvrede krijgt met je eigen armoe, en steeds meer aantrekt op Christus. Soms denken mensen, dat je, als je echt groeit, van lieverlee meer tevreden kunt zijn over jezelf als christen. Maar dat is geen geestelijke groei. De ware groei van een christen is, dat je steeds minder fiducie krijgt in je eigen geestelijk leven, en steeds meer gaat leunen op Christus. De opgestane Heer zegt tegen de gemeente van Laodicea:Koop van mij goud, en u zult rijk zijn; witte kleren, om uw naaktheid te bedekken; zalf voor uw ogen, zodat u weer kunt zien. (Openbaring 3: 18 NBV)Díe houding van verwachting van wat de Heer ons te bieden heeft, daarin hebben wij te groeien; het gaat bij geestelijke groei niet om een uitbreiding van ons geestelijk bezit, maar om toenemende aanhankelijkheid aan de Heer. Petrus noemt dat:opwassen in de genade, en in de kennis van onze Heer en Heiland. (II Petrus 3: 18)Treffend gezegd is dat: opwassen in de genade. Ik zou Petrus´ aansporing zo willen omschrijven: "Laat Christus´ genade steeds belangrijker voor u worden. Vertrouw er steeds meer op dat u bij Hem in de gunst staat!" Ik denk hier ook aan de woorden waarmee Petrus zijn oproep in I Petrus 2 om ´op te wassen tot zaligheid´ besluit:Indien gij geproefd hebt dat de Heer goedertieren is.Dat is het geheim van de geestelijke groei: dat je de smaak van Gods goedheid te pakken hebt.

3. Het hart van de zaak

Hier wordt het hart van de zaak getroffen. Waaraan merk je dat mensen een echt ´geestelijk leven´ hebben? Aan hun ondervinding dat God goed is; aan hun ervaring dat ze bij de Heer in de gunst staan. Omgekeerd ook: een gemis aan echt ´geestelijk leven´ komt altijd daaruit voort, dat mensen niet werkelijk geraakt zijn door de goedheid van God. Het is als met het voorjaar: de zon moet verkwikkend gaan schijnen, de kou moet uit de lucht, en dan pas botten de struiken uit en gaan de vogels eieren leggen en uitbroeden. Werkelijk, het hele leven van een mens verandert als dat er is: dat aangeraakt worden door de goedheid van God, die verkwikkende en royale vriendelijkheid en vergeving van Hem. Als je je koestert in die zon ontdooi je zelf ook, en wordt de grimmige winter van kilheid en hardheid uit je leven verdreven. Dat heeft dus te maken met de richting die je kiest. Waar zoek je het in je leven? Het heeft te maken met de keuze die je maakt, de keuze om van genade te leven. Die keuze brengt gevecht met zich mee, het gevecht met jezelf. Toenemen in de genade gaat niet vanzelf. Het is de steeds hernieuwde bereidheid om niet je kracht in jezelf te zoeken, en om steeds opnieuw af te zien van zelfhandhaving. Heel ingrijpend is dat: om jezelf steeds opnieuw uit handen te geven aan de Heer, je over te geven aan zijn genade. Het lijkt erop dat dat in de loop van je leven op een steeds dieper niveau gestalte wil krijgen. Van daaruit zal heel je leven milder worden. Dat is geestelijke groei.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.