Preek over Genesis 19:1-14 en Leviticus 18:1-9 en 20-30

2004-01-11 n.m.

Ds. M. de Jong

En wordt niet gelijkvormig aan de wereld...

Liturgie:

1. Niet als Egypte en Kanaän …

Geliefden, Wat zegt de bijbel over homoseksualiteit (de schrijver heeft het over homofilie)? Niets, zo luidt de stellige mening van iemand. In een boekje laat hij zien waarom hij tot die conclusie komt. Zo is het volgens hem maar zeer de vraag of de bijbel weet heeft van de homoseksualiteit zoals wij die nu kennen. Of eigenlijk is het voor hem geen vraag meer. Hij weet - na onderzoek - dat de bijbel niets van de onder ons bekende homoseksualiteit weet. Het is mij iets te stellig, maar er zit wel heel veel in. Zeker als het gaat om de bijbelgedeelten die in dit verband vaak ter sprake gebracht worden. Daaruit is in het verleden wel eens te veel afgeleid. Maar om nu te zeggen dat ze helemaal niets zeggen is mij ook weer te gortig. Zo groot zijn de verschillen tussen toen en daar en hier en nu m.i. ook weer niet. We willen vanmiddag in ieder val de moeite nemen om nog eens naar twee (drie) bijbelgedeelten te luisteren. Het zijn bijbelgedeelten uit Genesis 19 en Leviticus 18 en 20. We luisteren ernaar onder een thema dat komt uit Leviticus 18. Israël mocht niet leven als de volken in Egypte en Kanaän. Niet als in Egypte en Kanaän… Of met de woorden van de apostel Paulus: niet gelijkvormig aan de wereld… We lezen de bijbelgedeelten één voor één. We beginnen bij Genesis 19.

2. Haar zonde is zeer zwaar (Gen. 19)

Het geroep over Sodom en Gomorra is groot. Haar zonde is zwaar. Het is zo erg dat God zijn ogen en oren niet kan geloven. Zo erg kan het niet zijn. God wil het niet geloven. En ook Abraham niet. Zie zijn voorbede. Tien rechtvaardigen zullen er toch wel zijn. Abraham gelooft erin. God ook. God gaat het bekijken. Hij ondervindt aan de lijve, dat er voor Hem geen plaats is. Zo wordt in Genesis 19 een boekje opengedaan over het leven in Sodom en Gomorra. Het is geen leven. Dat wordt duidelijk aan de plaats voor de vreemdeling. Die krijgt geen millimeter ruimte. Liefde voor de naaste heeft plaatsgemaakt voor het recht van de sterkste. Je géven aan een ander is verworden tot het némen van de ander. De ander, de zwakke, de vreemde wordt misbruikt, genomen, verkracht. Daarmee is Sodom het tegendeel van het koninkrijk van God. Het leven daar staat haaks op alles waar Gods koningschap voor staat. En dat niet incidenteel, maar structureel. Heel de stad loopt uit om zich aan de vreemdelingen te vergrijpen. Dit heeft niets van doen met seksualiteit of homoseksualiteit. Hiervoor bestaat geen ander woord dan het woord verkrachting. De zonde van Sodom, die zo zwaar is, is niet die van homoseksualiteit. Dat blijkt al uit het verschrikkelijke aanbod van Lot. Hij biedt zijn dochters aan… als redelijk alternatief.

3. Recht doen is er niet bij.

Dat blijkt verder ook nog eens uit andere bijbelplaatsen waar Sodom genoemd wordt. Bijvoorbeeld wanneer de profeet Jesaja Juda vergelijkt met Sodom en Gomorra. De zonde van Juda is aan die van Sodom en Gomorra gelijk. Jesaja geeft dan de volgende opsomming van zonden: "Goed doen, recht betrachten, de geweldenaar in toom houden, recht doen aan wees en weduwe, is er niet meer bij." (Jes. 1: 10 - 20, 17). Jeremia sluit zich daarbij aan en vergelijkt de zonde van Israël en Juda met die van Sodom en Gomorra (Jer. 23: 9 - 14). Heel duidelijk spreekt ook Ezechiël. Hij laat Juda horen dat ze nog erger is geworden dan Sodom. En van Sodom zegt hij: "Zij leefde zonder de arme en ellendige te ondersteunen." (Ez. 16: 44 - 58, 49). Onrecht is de zonde van Sodom. Geweld is de ware sodomie. Homo-erotische handelingen zijn daarvan hoogstens een onderdeel. Niet meer en niet minder. Voor alle duidelijkheid spreek ik in dit verband liever over homo-erotische handelingen dan over homoseksualiteit. Want, nogmaals: daarvan is in Sodom geen sprake. Sodom en Gomorra zijn een wereld zonder God. Voor intimiteit en kwetsbaarheid is daar geen plaats. Als er al raakvlakken zijn met onze ervaringen dan misschien met de Gay-parade op roze zaterdag. Maar Genesis 19 zegt niets over de seksuele intimiteit tussen twee mensen van hetzelfde geslacht.

4. Een gruwel (Lev. 18)

Leviticus is het boek van God die de gemeente roept. In hoofdstuk 18 en volgende wordt de gemeente ook geroepen. Nu niet om tot God naderen, maar om afstand te nemen van de zonde. God roept hier om afstand te nemen van de zonde. Hoofdstuk 18 wijst dan vooral op de ernst van genoemde zonde(n). Het vertelt hoe de Here tegen deze zonden aankijkt. Een gruwel zijn deze zonden in de ogen van God. In die gruwel zit al het afgrijzen dat God kan hebben. Het woord afstotelijk geeft de afschuw ongeveer weer. Zoals een lichaam een nieuw orgaan kan afstoten, zo God de zonde. Een gruwel zijn ze, de zonden die hier genoemd worden. Duidelijker kan God zijn afkeuring erover niet uitspreken. Hoofdstuk 20 laat vervolgens zien hoe Israël ermee moet omgaan. Wie deze zonden doen, moeten uit het midden van het volk worden uitgeroeid. Voor dergelijke zonden mag in Israël geen enkele ruimte gelaten worden. Er is geen enkel pardon, Israël moet er radicaal mee breken. Bij deze zonden geldt maar één ding: haten en ontvluchten. Ze net zo gruwelijk vinden als God. Want de naam van de Heer is er mee gemoeid. Een naam die staat voor ruimte om te leven. En die naam laat geen ruimte voor dood en alles wat naar de dood riekt.

5. Van intimiteit naar perversiteit

We keren terug naar hoofdstuk 18, naar de daar geschetste Kanaänitische leefstijl. Die leefstijl wordt hier getypeerd als een seksualiteit zonder grenzen. Het begint met gemeenschap met een bloedverwant (incest). God gruwt ervan, Hij moet daar niets van hebben. Dat wordt door de herhaling van vormen ingeprent. Welke variant zich ook aandient, incest is en blijft uit de boze. Daarnaast worden nog vier seksvarianten genoemd - bijna in het voorbijgaan. Gemeenschap met de vrouw van uw naaste. Gemeenschap van een man met een man. Gemeenschap van een mens met een dier. Gemeenschap met kinderen. Dat laatste vraagt om een wat meer uitgebreide toelichting. Want we lezen dat niet letterlijk in de tekst. Daar wordt wel gesproken over het geven van de kinderen aan Molek. Die zonde lijkt niet te passen in het rijtje van ongebonden seks. De naam Molek verduidelijkt echter veel. Molek is namelijk een combinatie van twee hebreeuwse woorden. Het ene woord is het woord voor koning: melek. Het andere woord is dat voor schande: bosjet. De medeklinkers van de één worden aangevuld met de klinkers van de ander. Molek is dan een andere naam voor Baäl, die o.a. gediend wordt met schande, dat is prostitutie. Wie zijn kinderen geeft aan Molek, staat ze waarschijnlijk af voor de (tempel)prostitutie. Vanuit het verband lijkt deze betekenis voor de hand te liggen.

6. Liggen bij iemand van het mannelijk geslacht

Onze belangstelling gaat natuurlijk met name uit naar vers 22. Daarin wordt gesproken van het liggen bij een man zoals men bij een vrouw ligt. Het woord dat hier gebruikt wordt kan zowel liggen als gemeenschap hebben betekenen. We zien beide betekenissen terug in Genesis 19. In Gen 19: 4 staat te ruste leggen, in 19: 32 neerliggen voor nakroost. Ook in Leviticus 15: 18 - 24 komen we het woord tegen. In de dubbele zin van het woord. Het is gaan liggen en dat in de regel om gemeenschap te hebben. Het wordt ook gebruikt in het volgende vers waar gesproken wordt over liggen bij dieren. Het liggen bij wordt tot gemeenschap hebben met. De overgang van het een naar het ander is een mogelijkheid in de bedoeïenentent. Waar mens en dier samen onder een dak leven. ´s Nachts ligt alles en iedereen door elkaar en naast elkaar. De grenzen van het betamelijke kunnen daar gemakkelijk worden overschreden. In een huis in die tijd was dat trouwens niet anders. Ook daarin leefden mensen niet meer gescheiden. Ook daar was de stal niet achter, maar gewoon in huis. En van slaapkamers had men nog nooit gehoord. Grensoverschrijding kon bijna ongemerkt plaatsvinden. Daartegen waarschuwt de Here de gemeente. Zo ging het toe in Egypte en zo gaat het toe in Kanaän. Van Israël verwacht de Here een andere omgang met seksualiteit. De gemeente moet weten te onderscheiden waarop het aankomt. In Israël moet men zijn grenzen kennen. Daar mag niet alles door elkaar lopen. In de keuken niet (spijswetten), in de kleding niet, en ook niet in de seksuele omgang. Daar past een respectvolle omgang met en een gepaste afstand tot de ander. Voor je het weet wordt dat echter tot grenzeloze schunnigheid (excessen). Iedereen neemt alles en iedereen. Zo niet in de gemeente Gods. Daar is orde in de chaos (die het leven soms is). Het "liggen bij" staat in de samenhang van seksuele excessen. Het "liggen bij" is een gruwel omdat het teken is van grensoverschrijdend gedrag. Het is voor mij daarom de vraag hoever de betekenis van dit (incidenteel) "liggen bij" gaat. Valt er met dit "liggen bij" (om gemeenschap te hebben) iets te zeggen over een "leven met"? Bovendien kan ik me voorstellen dat ook de samenhang weinig herkenning oproept. Mag homoseksualiteit in één adem genoemd worden met incest, overspel, seks met kinderen en seks met dieren? Als dat al het geval is, dan gaat het m.i. om excessen, grensoverschrijdende vormen van (homo)seksualiteit.

7. En cultische homoseksualiteit? (Lev. 20)

Ook om andere redenen willen uitleggers bij Leviticus 18: 22 niet aan homoseksualiteit denken. Want wat hier genoemd wordt is volgens hen een cultische vorm. Men wijst daarvoor op de woorden die eraan voorafgaan en op volgen. De tekst ervoor spreekt immers over kinderen aan de Moloch geven. Daarover hebben we in het voorgaande al het nodige gezegd. De tekst erna spreekt van gemeenschap met een dier. Iets wat niet ongebruikelijk was in de dienst aan Baäl. Tussen die twee voorbeelden van vruchtbaarheidscultus staat dat van mannen die bij mannen liggen. Zou het bij deze omgang dan ook niet om een vorm van vruchtbaarheidscultus kunnen gaan? Dan zou het hier niet over homoseksualiteit in het algemeen, maar om een cultisch vorm gaan. Die vorm zou dan worden afgewezen en dat heeft niets van doen met de homorelaties uit onze tijd. Deze uitleg voldoet echter niet, wanneer we naar hoofdstuk 20 kijken. Daar blijkt die cultische omgeving rond de mannen die bij mannen liggen te ontbreken. Daar wordt het liggen van mannen bij mannen in een adem genoemd met voorbeelden van incest. Het lijkt mij dus gezocht om op grond van de samenhang hier van een cultische homoseksualiteit te spreken.

8. Niet gelijkvormig aan de wereld

We gaan afronden en vatten de boodschap van Genesis 19 en Leviticus 18 en 20 samen. We doen dat met een woord van Paulus uit Romeinen 12: 2:"En wordt niet gelijkvormig aan de wereld…" Paulus denkt bij die wereld aan een samenleving die van God los is. Het is de wereld van Sodom en Gomorra. En het is niet minder die van Egypte en Kanaän. In die wereld is geen ruimte voor (liefde voor) God en mensen. Daar wordt geleefd zonder God en ten koste van mensen. Er is geen ruimte voor de ander, zeker niet voor de vreemde. Het is een klimaat waarin de ene mens over de ander meent te mogen beschikken. Grenzen (al dan niet door een ander gesteld) worden niet meer gerespecteerd. De brutalen hebben niet de halve, maar de hele wereld. Intimiteit maakt plaats voor verkrachting. En daar moet God niets van hebben. Hij gruwt ervan. Dat was toen zo, het is nu niet anders. En daarvoor waarschuwde Hij. Dit Schriftwoord heeft elke mens, hetero en homo, het nodige te zeggen. In een christelijke gemeente gaan we niet met elkaar om zoals men dat in de wereld doet. Gen 19 en Lev.18 - 20 waarschuwen daartegen, Rom. 12: 2 doet dat niet minder. Daar lezen we: "En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.

9. Wat zegt de bijbel over homoseksualiteit?

Niets, zo hoorden we iemand heel stellig zeggen. Dat is mij te snel gezegd. Maar wat m.i. in ieder geval niet kan is dat elke homoseksueel geconfronteerd wordt met het verhaal van Sodom en Gomorra. Ook lijkt het me niet gepast om elke vorm van homoseksualiteit te verbinden met de woorden van Leviticus 18 en 20. Wel mag gezegd dat seksualiteit kan ontaarden, ook homoseksualiteit. Tegen die ontaarding, de perversiteit, waarschuwen de gelezen bijbelgedeelten. Waar van intimiteit en respect voor de ander geen plaats meer is, daar is de naam van de Here in geding. Daartegenover stelt de Here zich op. Toen en daar, hier en nu. Wordt niet gelijkvormig aan de wereld, maar wordt vernieuwd… Want de naam van de Here is in geding. Het gaat ook in deze dingen om Hem.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. de Jong een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.