Preek over Psalmen 103:17, 18

2003-05-11 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Hand in hand met God

Liturgie:

♪ Gezang 280
♪ Psalm 139: 14
♪ Gezang 341
♪ Psalm 103: 9

Inleiding

"Geeft elkaar de rechterhand!" Als mensen met elkaar trouwen, dienen ze elkaar de rechterhand te geven. Dat beeldt uit dat ze bij elkaar horen, elkaar trouw willen zijn, aan elkaar ´vast zitten´. Daarom deinzen mensen er ook wel voor terug om met elkaar te trouwen: weet wat je doet voor je je op elkaar vastlegt! Nu staan op de voorkant van het liturgieboekje ook twee handen in elkaar gestrengeld, en dat terwijl het hier geen trouwdienst betreft. Ziedaar de betekenis van belijdenis doen: het gaat hier om jouw hand en die van Gód! Jij legt je hand in de hand van God, alsof je met Hem trouwt... Nou ja, dat kun je zo natuurlijk niet zeggen. Maar de Bijbel gebruikt voor dat elkaar de rechterhand geven van God en mens wel het woord ´verbond´, en dat zit er dicht tegenaan, tegen ´trouwen´. Zo ga ik vanmorgen preken over ´hand in hand met God´.

1. God legt zich vast

Nu is het vanzelfsprekend, zou je zeggen, om het er vanmorgen
over te gaan hebben dat God en een mens elkaar trouw willen zijn,
zich op elkaar vastleggen. Maar iets anders moet eerst gezegd
worden, en dat is dat Gód zich op ons mensen wil vastleggen! Hij
heeft namelijk alle reden om dat niet te doen. Hij is daar te
groot voor, en wij zijn er te weinig radicaal voor. Hij is er te
groot voor - zie psalm 103 vers 19: "Zijn koningschap heerst over
alles." Moet zo´n machtig heerschap zich verbinden aan een nietig,
sterfelijk mensenkind, vers 15? Wij zijn er te weinig radicaal voor
- zie vers 10: wij mensen maken ons schuldig aan zonden en
ongerechtigheden, dat wil zeggen, wij zijn (ook) qua trouw geen
partij voor Hem. Iedereen die doordacht en bewust belijdenis doet
weet dat ook van zichzelf. Er is er maar één mens die radicaal
partij is voor God: Jezus. En dan toch: God legt zich vast op ons.
Hij legt zijn goddelijke hand in de onze. Hij wéét wat maaksel wij
zijn, vers 14; Hij wéét wat Hem aan ontrouw en teleurstellende
ervaringen te wachten staat - en toch: Hij legt zijn hand in de
onze. Hij wil in intense goedheid en vriendelijkheid, in oeverloos
geduld en in oneindige vergeving, onze Vader zijn. Wat een God,
die zo zijn verbond met ons wil aangaan. Dat heeft dus alles met
Jezus Christus te maken, die ene radicale. Zonder Hem ging het
niet. Met zijn radicaliteit in het leven met zijn Vader ´dekt´ Hij
jullie in jullie gebrekkige menselijkheid. Dat geeft reden om
ontspannen in dit verbond met God te leven: dankzij Christus hoef
je niet boven je menselijke stand te leven. Maar zo wordt het wél
werkelijkheid: dat God wil leven in verbondenheid met jullie. Die
werkelijkheid is uitgebeeld in jullie doop: God steekt zijn hand naar
jullie uit. Dat is het eerste en dominante wat gezegd moet worden
als het gaat over ´hand in hand met God´. Hierbij begint het. Dat
moet je ontdekken. Jullie zijn nergens vergeleken bij Hem; jullie
hebben Hem weinig te bieden. En toch: Hij hangt aan jullie met
heel zijn hart. Hij legt officieel zijn rechterhand in die van jullie.
Hij belooft jullie zijn goedheid, zijn kracht, zijn vergeving, zijn
geduld. Hij wil wat Hij, machtig heerschap, heeft, met jullie
delen. Wat een God!

2. God vrezen

Als dat gezegd en ontdekt is, dan wordt het tijd om over ons
mensen te praten. Want dan is inderdaad aan de orde dat wij
onze rechterhand plechtig in die van Hem leggen. Waarom wij dat
zouden doen? Eigenlijk alleen maar hierom: omdat Hij te vrezen is,
zie vers 11, 13, 17. Dat betekent niet dat Hij is om bang voor te
zijn. Het betekent dat Hij zo overweldigend groot en vriendelijk
is, dat je als mens onder het beslag van Hem komt. Het wordt zo
dominant voor je dat Hij trouw aan jou wil zijn, dat je dat het
allergrootste vindt in je leven. Dat is ´God vrezen´. En dat is dan
concreet: "zijn verbond onderhouden en aan zijn bevelen denken
om die te doen", vers 18. Dat wil zeggen: ernst maken met de
relatie die Hij met jou aangaat, en leven volgens zijn richtlijnen.
Ja, want zijn wil is wet binnen dit verbond, en niet meer de
jouwe. Zo is belijdenis doen toch ook van jouw kant: je vast leggen
op Hem. Inderdaad: je belooft wat, namelijk om Hem serieus te
nemen, in zijn grootheid en trouw, in zijn goedheid en
verwachtingen. En zo leggen vijf mensen vandaag officieel hun
rechterhand in die van God. Het verbond dat Hij met jullie sloot
bij jullie doop, wordt vandaag officieel wederzijds. En zo hoort
het ook bij een verbond. Dit is dus een feestdag, niet minder een
feestdag dan een dag waarop twee mensen met elkaar trouwen.

3. Tot in eeuwigheid

Hand in hand met God. Dat geldt voor heel je verdere leven. Maar
hoe kun je dat waar maken? Let op wat zo majestueus in vers 17
staat: dat Gods goedheid eeuwig duurt. Wat Hem betreft komt
hier geen eind meer aan, aan zijn verbond met jullie. Dat betekent
allereerst, dat je staat op Hem kunt maken. Als je stuit op je
eigen gebrekkigheid, trek je dan op aan de eeuwige goedheid van
God. Die behelst ook de gave van zijn Geest aan jullie, de Geest
die jullie wil helpen om in verbondenheid met God te leven.
Verwacht het van die goedheid! Dat Gods goedheid eeuwig duurt,
betekent ook - in de tweede plaats - dat God zijn verbond niet
stuk laat lopen op onze sterfelijkheid. Je kunt je afvragen hoe het
verder gaat, als wij eenmaal ophouden te bestaan. Gaat zich dan
wreken dat het twee ongelijke partners zijn die hier hand in hand
staan, de eeuwige God en sterfelijke mensen? Psalm 103 kijkt
verder dan ons leven en zegt: ook in volgende generaties blijft Hij
jullie trouw. Nieuwtestamentisch gesproken wordt die lijn nog
radicaler doorgetrokken en gezegd: tot over de dood heen blijft
Hij je trouw. Het is om te duizelen: wij hebben een verbond met
een God die eeuwig goedheid is. Dat betekent, dat Hij je op een
of andere manier aan zijn eeuwigheid deel zal geven. ´Hand in
hand met God´ geldt tot in eeuwigheid. Daarom: vrees Hem. Laat
dit absoluut dominant zijn in je leven. Laat zijn wil wet zijn.
Onderhoud dit verbond. Het is het meer dan waard.


Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.