Preek over Marcus 8:14-21

2003-03-02 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Een boze Jezus

Liturgie:

♪ Psalm 117
♪ Psalm 19:5
♪ Gezang 328:2, 3
♪ Gezang 15

Inleiding

In de vorige preek heb ik op deze verzen gezinspeeld. Het ging er over dat we soms pas in het licht van Gods presentie gaan zien dat ons gedrag laakbaar is. Ik zei toen, dat de op zichzelf gerechtvaardigde zorg van ons mensen om wat we te eten en te drinken hebben, in het licht van wat Christus ons te zeggen heeft misplaatst kan zijn. Maar om zoiets in een enkele zin op te merken... Daar ik nog nooit in uw midden over deze verzen gepreekt heb - ze zijn wel een en ander maal in een catechisatieles aan de orde gekomen - trok het me aan de preek van vanmorgen eraan te wijden. Dat temeer, daar het in deze verzen spannend toegaat. Het is een nogal boze Jezus die hierin naar voren komt. Samen met u wil ik bij die discipelen gaan staan om die boosheid over ons heen te laten komen. Daarbij is natuurlijk de vraag: "Wat heeft dat ons te zeggen?"

1. Een verhard hart

Dat Jezus echt boos is, blijkt uit vers 17 en 18. Eerst verwijt Hij de discipelen dat ze ´een verhard hart hebben´. Nou, dat is nogal wat. In het Oude Testament is dat de aanklacht tegen het goddeloze Israël dat pertinent weigert naar de HEER te luisteren, zie bijvoorbeeld Ezechiël 2:4 en 3:7. Jezus zelf verwijt het de Farizeeën dat zij zo´n verhard hart hebben, 3:5. En nu verwijt Hij het zijn eigen discipelen. Vervolgens, met een citaat uit 12:2, gooit Hij ze voor de voeten dat ze weerspannig zijn: ze hebben ogen maar zien niet en hebben oren maar horen niet. In Ezechiël is dat reden voor de HEER om Israël in ballingschap te sturen. Als Jezus dus zo zijn leerlingen aanspreekt is er echt wat aan de hand. Hier houd ik even de pas in. Wel eens beseft, dat Jezus zijn eigen leerlingen zo hard bekritiseert? Hebt u zich wel eens afgevraagd of Hij het ook óns zou kunnen doen? Zou dat kunnen, dat Jezus ineens fel van leer trekt tegen ons? Jézus? Jézus zo boos? Past dat in jouw plaatsje van Jezus?

2. Hardleers

Natuurlijk is de vraag wat Jezus zo kwaad maakt. Het blijkt te gaan om een soort hardleersheid. In vers 15 waarschuwt Hij ze voor de zuurdesem van de Farizeeën en voor de zuurdesem van Herodes. Volgens vers 16 praten de discipelen er vervolgens over dat ze geen broden hadden. Begrijpelijk: het woord ´zuurdesem´ vormt de link. Als ze dat woord horen dringt het met een schok tot hen door: "Brood vergeten!" Een reëel probleem. Maar Jezus schiet het in het verkeerde keelgat. Waarom? Omdat dat helemaal geen probleem hoeft te zijn! Immers: Hij heeft nu toch twee keer bewezen dat het dagelijks brood bij Hem in goede handen is? Er heeft toch maar liefst tweemaal een wonderbare spijziging plaatsgevonden? Vandaar die uitval: jullie snappen er ook niets van! En dan, echt nijdig, dat vragenvuur: - Hoeveel manden bleven er de eerste keer over? Antwoord, heel bedremmeld: 12. - Hoeveel korven bleken er de tweede keer over? Antwoord, nog bedremmelder: 7. Met andere woorden: het ergert de Heer mateloos dat ze nu toch weer tobben over het brood. "Begrijpt gij nóg niet?" Ik houd weer even de pas in. Wat een uitval is dit. Merkt u hoeveel ergernis Jezus´ leerlingen hem bezorgden? Zou het kunnen dat wij Hem die ergernis ook wel eens bezorgen? En zou het kunnen dat Hij ons dan ook zo de les leest? Zou het ook kunnen dat wij dat af en toe nodig hebben, om eindelijk te snappen waar het om gaat?

3. Het deugt niet

Het zal nu duidelijk zijn wat ik vorige week bedoelde. Op zichzelf is het heel logisch dat mensen tijdens de reis erover tobben dat ze het brood hebben vergeten. Net zo logisch als dat je kunt tobben over een ruzie met de buurvrouw, of over je examen, of over een lastige werkbespreking, morgen. Het verandert doordat die wonderbare spijzigingen hebben plaatsgevonden. Na die twee keer mag dit géén probleem meer zijn! Doordat God in ons leven opduikt komt onze bezorgdheid in een ander licht te staan. Tenminste - dat verwacht Jezus. En als dat dan niet gebeurt, raakt Hij teleurgesteld - nijdig zelfs. Dan ziet Hij ineens de overeenkomst met het oude Israël en de Farizeeën: het is altijd hetzelfde! Mensen stellen zich niet écht open voor Hem! Daaraan zie je dat Hij het ons mensen echt kwalijk neemt als we het niet oppikken wat Hij ons te zeggen heeft. Het is niet zo dat dat niet geeft. Een dergelijke vrijblijvendheid is het evangelie vreemd. Het deugt niet, als wij ons er geen snars van aantrekken en maar bezorgd blijven. En soms heeft de Heer er behoefte aan ons dat ongezouten te zeggen.

4. Omturnen

Wat zie je hier goed dat God ons tot andere gedachten wil brengen. In onze tijd is het een trend om waarde te hechten aan je eigen gedachten. Wat ik vind is belangrijk. Uit dit stukje blijkt dat je daar als christen niet ver mee komt. In het christelijk leven geldt voor alles, dat Jezus ons andere dingen wil leren vinden. Hij wil ons nieuwe dingen laten zien, nieuwe dingen laten horen, die wij niet zelf bedacht hadden. Vgl. I Korinthiërs 2:9:Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord, En wat in geen mensenhart is opgekomen: Al wat God heeft bereid voor degenen die Hem liefhebben!Hij heeft een boodschap voor ons die belangrijk voor ons is. Zal Hij niet wanhopig worden van mensen die altijd weer aankomen met waar zij zelf vervuld van zijn? In wezen wordt Jezus´ woede daardoor veroorzaakt: wij zijn zo weinig ontvankelijk. Hij stuit altijd weer op een muur van menselijke gedachten en tobberijen en religieuze ideeën. Dat maakt Hem kwaad. "Luister nou eens een keer! Kijk nou eens een keer! Stel je nu toch eens open voor de dingen die Ik jullie laat zien en horen!" Misschien is dat inderdaad vandaag de dag een van onze grootste problemen: dat mensen geleerd wordt waarde te hechten aan hun eigen ideeën. En misschien is het daarom hard nodig om Jezus eens flink boos te zien worden. Want dit is de kern van het evangelie: Hij heeft iets nieuws te vertellen. Bij Hem vallen de dingen heel anders op hun plek. Daarom is het ontzettend de moeite waard om je door Hem te laten omturnen. Om dat duidelijk te maken valt Hij soms naar ons uit. Gewoon, omdat Hij ons zo vreselijk gunt dat we onze winst met hem doen. In het binnenste van de boosheid van Jezus klopt zijn warme, hartstochtelijke hart. Voel dat kloppen, door deze uitval ootmoedig over je heen te laten komen.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.