Preek over Jozua 24

2003-02-23 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Inleiding tot het Avondmaal

Liturgie:

♪ Psalm 84: 1, 2
♪ Psalm 95: 1, 2, 3
♪ Psalm 51: 1, 5
♪ Gezang 360
♪ Gezang 181: 4, 6
♪ Gezang 456: 3

Niet altijd staat je als christen je eigen zondigheid helder voor ogen. Soms denk je: het valt wel mee. Daarmee is ook de wijze waarop je het avondmaal viert gemoeid. Maakt u het altijd helemaal mee, dat Christus gestorven is voor uw zonden? Ik voor mij constateer dat dat af en toe moet worden aangetoond, zo, dat je ermee in kunt stemmen en zeggen: "Het was inderdaad nodig, Heer." Vanuit die behoefte ben ik voor vanmorgen terecht gekomen bij Jozua 24: 19. Het is een merkwaardige tekst, vanwege de dreigende aankondiging dat de HEER Israëls zonde niet zal vergeven. Echt een avondmaalstekst, maar niet heus… En toch: hier wil ik over preken. Het gaat me om het begin:Gij zult niet in staat zijn de HEER te dienen, want Hij is een heilig God. Hij is een naijverig God.Het verband tussen die twee is belangrijk. Vanwaar dat stellige "U zult niet in staat zijn…"? Dat heeft met God te maken: "Hij is een heilig God, een naijverig God" – daarom! Dat je als christen een zondaar bent, die de vergeving van Christus nodig heeft, dat gaat je dagen als je beseft met wat voor God je te maken heeft. Ik ga het uitleggen. Na-ijverig: dat is geen duidelijk woord. Het Hooglied helpt om er gevoel voor te krijgen. Zie Hooglied 8: 6:Sterk als de dood is de liefde Onverbiddelijk als het dodenrijk de hartstocht.Voor 'hartstocht' staat hier dat woord 'naijver' (zie Statenvertaling). Het woord heeft met 'liefde' te maken! Dat God naijverig is, wil zeggen dat Hij hartstochtelijk lief heeft. Niet maar een beetje lief, of kalm en gelijkmatig, maar zo dat de vlammen eruit slaan. "God ís liefde", zeggen wij Johannes na. Maar dit woord verduidelijkt het. God is een steekvlam van liefde. God laait van liefde. Hij is heilig, dat wil zeggen ontzagwekkend, overweldigend in zijn liefde! Merkwaardig is dat. Wij stellen ons God meestal wat 'vlakker' voor, als een groot, verheven rustpunt, de bezonken wijsheid in eigen persoon. Dit woord duidt op zijn energie, zijn branden. Die steekvlam gaat twee kanten op. Aan de ene kant leidt die verzengende liefde voor zijn volk ertoe dat Hij Israëls vijanden van katoen geeft, zie bijvoorbeeld Jesaja 9: 6. Aan de andere kant verdraagt Hij het in die verzengende liefde niet als Israël zijn liefde niet beantwoordt, of niet even intensief van zijn kant Hém liefheeft. Ziedaar de reden waarom Jozua zich zo mismoedig uitlaat over Israël: "U zult niet in staat zijn de HEER te dienen." Dat heeft te maken met die verzengende liefde. Jozua ziet ervan komen dat Israël daar veel te lauw op reageert. Het is geen partij voor deze God! En daar zal ellende van komen. Dat is de betekenis van die sombere, dreigende woorden aan het eind: "Hij zal uw overtreding en zonden niet vergeven." Dat wil zeggen: Hij wil er niet aan voorbij zien. Hij neemt niet genoegen met minder. Hij stáat op een even laaiend antwoord van onze kant. Hij legt zich niet neer bij onze halfslachtigheid. Daarvoor is Hij te zeer een laaiend vuur in zijn liefde. Daarvoor is Hij te zeer God. En dus voorziet Jozua grote problemen voor Israël, wanneer het déze God, die zo overweldigend zijn hart zet op zijn verbond met mensen, trouw zou beloven… Vat u het? Snap jij het? Onze 'zonde' is, dat wij niet berekend zijn op die immense inzet van God. Pas als Hij in ons leven komt, wordt het verschil zichtbaar. Zonder God lijkt het nog heel wat, en kunnen wij best aardige mensen zijn. Dat is dan ook de reden dat niet-gelovigen niet kunnen begrijpen dat wij mensen zodanig zondaren zijn dat wij door Christus gered moeten worden. Er zijn toch heel veel mensen alleraardigst, en allerfatsoenlijkst? Ja, dat is waar. Zolang wij mensen onder elkaar zijn, kunnen we best meevallen. Alles wordt anders wanneer God op het toneel verschijnt, die God die met een steekvlam van liefde ons bemint. Dán zal blijken dat wij die liefde niet kunnen beantwoorden. Dán komt aan de dag dat wij mensen veel lauwer zijn dan God, veel vlakker, veel verdeelder in onze interesse, veel gemakzuchtiger. Merkwaardig – dan roept Hij ook andere gevoelens in ons wakker: ergernis, behoefte om met rust te worden gelaten. Dan komt onmiskenbaar ook een zekere ik-gerichtheid naar voren. Dat betekent, dat wij de diepste en de ware aard van onze zondigheid pas kunnen gaan inzien wanneer wij enige oefening achter de rug hebben in onze omgang met deze God. We moeten het geprobeerd hebben. Anders lijkt het onwaarschijnlijk dat we echt zo zondig zouden zijn. Kijk maar naar wat het volk antwoordt op Jozua's woorden:Nee, maar de HEER zullen wij dienen. (vs 20)Ze willen er niet aan. Ze vinden Jozua te pessimistisch. Pas door de eeuwenlange praktijk van Israëls omgang met de HEER is gebleken dat Jozua gelijk had. Inderdaad: Israël is geen partij voor de HEER. Wij zijn het ook niet. Daar zullen we achter komen wanneer we serieus in zee gaan met die laaiend heilige God. Dan zal duidelijk worden dat we er te laks voor zijn, te zeer gesteld op onze rust, te veel erop uit geen keuzes te hoeven maken. En als we niet uitkijken zeggen we verontwaardigd tegen God: "U overdrijft ook zo! Wij deugen best, maar u vraagt het onmogelijke!!" Ja, onze zonde moet ons aangezegd worden door God. Hij is niet abnormaal – wij zijn het!! Wel, vandaar het avondmaal, waar we vieren dat Christus boette voor onze zonden, en waar we zijn laaiende inzet voor God gedenken. Hij wel! Hij is partij voor God. En zo is er dan toch vergeving: door zijn bemiddeling. Zo wordt het een nieuw verbond. God heeft geen compromis gesloten. In Christus krijgt Hij wat Hij hebben wil: laaiende liefde terug. En in Christus geeft Hij wat Hij geven wil: laaiende liefde voor u. Dit is dus het brandpunt van christelijk leven. Hier belijden we dat we geen partij zijn voor God. Hier ontvangen we desondanks Gods brandende liefde: Hij heeft zijn Zoon voor ons over. En hier worden we opgeroepen om dicht tegen Christus aangehurkt, toch met God op weg te gaan, in het kader van het nieuwe verbond, geleid door de Geest van heiligheid. Ik roep u en jullie op om zo mens te zijn: als door God beminden, en zo als zondaren, en dan als begenadigden.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.