Preek over Matteüs 6

2002-11-10 n.m.

Ds. A. van der Dussen

Het Onze Vader: geen ritueel, maar een ontvlammend vuur

Liturgie:

♪ Psalm 116: 1
♪ Psalm 113:1, 2
♪ Gezang 294: 1, 6, 7, 8

Inleiding

Als er één gebed is dat in de sfeer van de rituelen terecht is gekomen, dan wel het Onze Vader. Dat is jammer, want het is juist bedoeld om ons tot een doorleefd gebed te brengen dat recht doet aan Gods openbaring in Christus. Hoe doorbreek je dat nu, dat het Onze Vader gedachteloos wordt afgeraffeld? Of beter gezegd: hoe bescherm je je zo goed als mogelijk is tegen het gevaar dat dat gebeurt? Het antwoord is: door nauwkeurig te onderzoeken wat er eigenlijk staat, door de revolutionaire inhoud van dit gebed te herontdekken Vanmiddag ga ik daarmee een begin maken, met de bespreking van de inhoud van het Onze Vader, om daarmee te bereiken dat het ons als het ware eerst vreemd wordt, zodat we het vervolgens weer als een stimulans ervaren om te leren bidden.

1. De dag des Heren

Daartoe zet ik in bij de tweede bede: Uw Koninkrijk kome. De vertaling is niet optimaal. Immers, van een koninkrijk zeg je niet zo gauw dat het komt. Het Koninkrijk der Nederlanden bijvoorbeeld: daarvan kun je ingezetene zijn; dat kun je binnengaan, je kunt eruit emigreren, maar het is raar om te zeggen dat het ´gekomen is´. Zo is het ook met het Koninkrijk van God. Jezus heeft het er geregeld over dat mensen het ´binnengaan´, er in ´aanliggen´, Mattheüs 7: 21; 8: 11; 21: 31. Dan is het Koninkrijk ruimtelijk opgevat. Maar als het gaat om het komen ervan moet je veeleer denken aan Gods koningschap, aan de gebeurtenis dat Hij zijn heerschappij metterdaad uitoefent. Vertaal deze bede dus met:

Vader, wilt U alstublieft koning worden, de macht overnemen, uw
regime op aarde vestigen, de touwtjes in handen nemen.

Daarbij denkt Jezus onmiskenbaar aan de eindtijd, vgl. gezang 294: 6:

Wij bidden, Heer, sta op,
En kom in heerlijkheid.

Hier komen alle beden samen waarin aan God gevraagd wordt om in te grijpen in deze wereld. Bijbels gesproken is de wereld te verglijken met een land dat bezet is door een grimmige vijand, zoals Nederland gedurende de Tweede Wereldoorlog. Het land wordt geregeerd met ijzeren knoet; er gebeuren vreselijke dingen; de vrijheid is zoek. Dát is de toestand van deze wereld. De duivel geldt als de baas, die al de koninkrijken der wereld in zijn macht heeft, Mattheüs 4: 8, 9. En dat betekent: oorlog, haat, onrecht. De wereld is ten prooi aan de zonde en zo aan de dood. Het is een vreselijke wereld. En God? Die heeft niks te vertellen. Want als het aan God ligt, wordt er niet langer gemoord en oneerlijk verdeeld, houden de oorlogen op en heerst de liefde. Bijbels gesproken kan het dan ook alleen beter worden als God de touwtjes in handen neemt. Welnu, dat is de inhoud van dit gebed. Het neemt zijn uitgangspunt in de grenssituaties van onze leven (zie mijn eerste preek over het bidden) en vraagt van daaruit om het einde van de heerschappij van de duivel, om het uitdrijven van de boze geesten, van de haat, van de dood. En daarom is het ook de eerste en de derde bede:

Vader, wilt U alstublieft uw naam heiligen, zo optreden dat er
weer respect komt voor uw naam, "die niets wordt geacht", gezang 294: 7
Vader, wilt U alstublieft uw wil wet laten zijn, uw wil van liefde en
verzoening, van genade en recht... "Op U staat onze hoop, die
onze herder zijt!" (gezang 294:6)

Die eerste drie beden, met andere woorden, vragen om de grote gebeurtenis van de dag des HEREN, de dag waarop God de macht teruggrijpt en de vijanden eruit gooit, de "koninklijke dag, waarop Hij zijn majesteit toont, het gezag van de Messias," gezang 294: 1.

2. Een vreemd gebed

Het ongewone van het Onze Vader is nu, dat dit de opening is. Wij kennen Joodse gebeden uit de tijd van Jezus waarin ook om de dag des Heren gevraagd werd, maar er zijn verschillen. Het meest opvallende verschil is, dat die gebeden daar niet mee beginnen; het is meer de tweede helft van het gebed. Jezus daarentegen zegt: dit is het allereerste dat te bidden is. Daarmee zet Hij ons bidden onder een bijzondere spanning. Hij zegt hiermee in de eerste plaats, dat wij de problematiek van ons leven en deze wereld niet goed begrijpen als wij over het hoofd zien dat de wortel van het kwaad gelegen is in het opzijzetten van God, in het niets achten van zijn naam. Hij zegt in de tweede plaats dat wij niet met minder genoegen moeten nemen dan met de radicaalst mogelijke omwenteling die er is: die van de dag des Heren. Hij zegt in de derde plaats dat dit een reële optie is: dat Gods wil weer geschiedt, dat zijn naam weer in tel is, dat Hij de macht heeft!

3. Een gebed voor discipelen.

Ziedaar nu de vreemdheid van dit gebed. Want een reële optie - is het dat voor ons ook? Natuurlijk, we geloven erin. Het hoort bij de set dogma´s die wij erop na houden. Maar is dit nu wat wij verwachten, met heel ons hart, meer dan iets anders? En dat toppunt van radicaliteit - is dat nu werkelijk wat wij willen? En het inzicht dat de eigenlijke problematiek pas wordt aangepakt als God het voor het zeggen krijgt, helemaal, óók over onszelf - hebben we ons dat inzicht eigen gemaakt? Eigenlijk is het ergste wat gebeuren kon met het Onze vader: dat het tot een ritueel geworden is, gewoontegetrouw gemurmeld, zó dat niemand meer vermoedt wat een vulkaan hier brandt. Het zou heel veel meer recht doen aan het Onze vader als wij onze kaken stijf op elkaar zouden houden en vast beraden zouden zeggen: "Dát gebed is niet het mijne." Dat zou meer te vertrouwen zijn. Want dat zou erop wijzen dat wij nog vermoeden hoe vreemd, hoe radicaal, hoe boordevol spanning dit gebed is. Dit gebed is totaal niet geschikt voor burgerlijke mensen, die van geleidelijke veranderingen houden, en toch wel erg gehecht zijn aan het bestaande. Dit gebed is ook totaal niet geschikt voor mensen die wel ´dromen´ van een nieuwe wereld maar er niet echt mee rekenen. Dit gebed is alleen geschikt voor mensen die - discipel van Jezus worden.

4. Het Onze Vader niet los verkrijgbaar.

Want hoe kan het gebeuren, dat het een reële optie voor je wordt, dat de dag van de Heer aanbreekt en Hij de touwtjes in handen neemt? Hoe kan het gebeuren, dat je je openstelt voor deze radicaliteit? Hoe kan het gebeuren dat je gaat inzien dat het allereerste waar wij op zitten te wachten is, dat het met Gods naam, zijn koningschap, zijn wil in orde komt? Dat kan alleen gebeuren waar wij door Jezus worden aangesproken. Dit gebed is ons niet toevallig geleerd door de Heer zelf. Het kon pas zinvol worden toen Hij gekomen was met de daadwerkelijke aankondiging van Gods koningschap. Het zou overspannen verwachting zijn, wanneer dit er niet aan was voorafgegaan, dat Jezus het voor ogen stelde: de heiliging van de naam, het aanbreken van Gods heerschappij, het realiseren van Gods wil. Dit gebed is alleen mogelijk als antwoord op de overweldigende openbaring van God in Christus. En zo kan alleen diegene, die echt gegrepen is door Jezus, ertoe komen zo te gaan bidden als Hij het ons leert. Dit gebed is niet los verkrijgbaar, los van het discipelschap van Jezus. Het wordt onherroepelijk ritueel als we het losmaken van dat discipelschap. Dit gebed functioneert pas zoals het bedoeld is, als het is ingebed in onze navolging van Christus, als wij ons geloof steeds weer laten ontvlammen aan het vuur dat Hij op deze aarde heeft geworpen (Lucas 12: 49).

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.