Preek over Rechters 15

2002-09-22 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Gestoord worden

Liturgie:

♪ Psalm 146: 1, 2, 3
♪ Gezang 427:1
♪ Gezang 96
♪ Psalm 103:9

Inleiding

Niet storen! Hoe waar het ook is dat het christelijke geloof als uitwerking wil hebben dat je als mens je bij God geborgen weet en troost vindt bij Hem, even waar is het dat dat je leven ook in zekere zin danig verstoort. Uit het dagelijkse leven weten we allen wat het is om gestoord te worden als je lekker bezig bent. Daar gaat de telefoon voor de zoveelste keer... Weer die bel... Weer je dochter die komt vragen om... je vader die komt vragen of... Welnu, ook God kan ons zo beletten om onze gang te gaan. Dat is de boodschap van deze preek over Simson: God komt u/jou storen.

1. Een ongewenste verlosser.

Mijn insteek is Richteren 15: 11, 12. De mannen van Juda
verwijten Simson dat hij de Filistijnen tegen hen ophitst en leveren
hem aan de vijand over. Frappant is dat. Simson is zoiets als een
vrijheidsstrijder die het opneemt tegen de bezettende macht! Maar
de Judeeërs zijn er niet van gediend. Ze hebben liever rust.
Simson is een ongewenste verlosser. Het doet denken aan het
verhaal van Jezus die boze geesten uitdrijft zodat ze in een kudde
zwijnen varen en die te gronde richten, Marcus 5:17. De mensen
komen Jezus dan dringend verzoeken weg te gaan: ze zijn van zijn
strijd tegen de boze niet gediend. Misschien moeten we nog een
stap verder gaan en denken aan het feit dat de Joodse
autoriteiten Jezus hebben overgeleverd aan de Romeinen. Daar zat
van alles achter, maar ook dit: zijn acties wekten een hoop
onrust.
Zo´n verlosser die de boel op stelten zet is een storend element.
Laten we nu niet naïef zijn en denken dat wij voor zulke ergernis
immuun zijn. Ik geef een voorbeeld om duidelijk te maken dat ook
in ons leven Gods verlossend handelen gauwer als ´stoorzender´
door ons ervaren wordt dan we wellicht onder ogen willen zien.
Vanmorgen is in de kerk de doop bediend.
Daarin wordt gesymboliseerd, zo heb ik naar aanleiding van I
Korinthiërs 10:1,2 toegelicht, het op weg gaan naar een nieuwe
wereld. Fijn! Maar tegelijk: niet fijn. Want je moet veel
achterlaten en afleren. Er zal bijvoorbeeld afstand groeien tot de
wereld van ´halen, hebben en houwen´. In die wereld kun je niet
meer thuis zijn. Het anders doen dan je vrienden en familie. Je
moet ook veel aanleren, vertrouwen bijvoorbeeld (denk aan de
lezing van het eerste gebod, vanmorgen!). Daartoe word je
onderweg op de proef gesteld. En dus: is het wel zo fijn om als
gedoopt mens door het leven te gaan? Zoveel moeten afleren en
zoveel moeten aanleren; willen we dat? Het doel is mooi, maar zijn
we echt blij als God concreet in ons leven komt en ons gaat
vormen naar zijn beeld? Echt: het is heel storend om gedoopt te
zijn!

2. Van Filistijn naar Israëliet.

Dat Gods reddende aanwezigheid in ons leven storing met zich
meebrengt, zie je ook aan Simson. Ik wijs op twee dingen. In de
eerste plaats moet ook Simson eraan wennen dat de Filistijnen de
vijanden zijn. De lijn van hoofdstuk 14 wordt in 15:1a
doorgetrokken: Simson heeft eigenlijk alleen maar zin om bij zijn
liefje te zijn. Dat het een Filistijnse is: wat kan het hem schelen!
En wat gebeurt er nu? Dat liefdesspel wordt wreed door God
verstoord, vs. 2. Hij slaat met een zeker geweld een breuk tussen
Simson en de Filistijnen. Simson wordt niet uit zichzelf een
bestrijder van de bezettende macht! Heel opvallend is dat in de
geschiedenis van deze bevrijder: dat hij zelf zo´n dubbele relatie
heeft tot de Filistijnen. Enerzijds zijn het zijn doodsvijanden maar
anderzijds wordt hij voortdurend aangetrokken door de Filistijnse
vrouwen. Als zodanig is Simson werkelijk zeer weerbarstig
materiaal voor God! Dat blijkt ook uit 15:16-18. Hij behaalt een
geweldige overwinning op de Filistijnen, vs. 15, vgl. vs. 18: "deze
grote verlossing". Maar even later dreigt hij te sterven van dorst.
De geweldige held ligt halfdood langs de kant van de weg, vs. 19.
Wat de Filistijnen niet voor elkaar krijgen, hem uitschakelen,
dreigt nu alsnog te gebeuren. En zo bidt Simson tot God, vs. 18:
de eerste religieuze actie die van hem verhaald wordt! Dat staat in
scherp contrast met het woeste rijmpje dat in vs. 16 uit zijn
mond komt. In het Hebreeuws klinkt het zo:

Bilchí hachamóór - chamóór chamoratájim.
Bilchí hachamóór - hikkéti èlèf isj.

Prachtig is wat de Startbijbel ervan maakt:

Met de kaak van een ezel kraakte ik hun koppen,
Met de kaak van een ezel sloeg ik er duizend neer.

Heel Filistijns is dit. Vgl. vs. 6b. In hun wreedheid zijn Simson en
de Filistijnen eigenlijk twee handen op één buik. Ook daarin moet
de HEER Simson storen. Je ziet hier hoe Hij Simson omvormt van
een Filistijn tot een Israëliet. Al weer: met een zeker geweld slaat
de HEER hem zijn machogedrag uit handen en doet Hij hem ietsje
meer op onze Heer Jezus lijken - in zijn dorst! (Johannes 19:28)
Dat het ´wedergeboorte´ is, en denk er niet te gering van hoe
ingrijpend dat proces is. Om ons om te vormen tot mensen die
wezenlijk op Jezus lijken moet God ons werkelijk danig storen!

3. Een begin van verlossing.

In de eerste preek heb ik er de nadruk op gelegd, dat God met
Simson nog maar een begin van verlossing bewerkstelligt, 13:5. Dat
zie je ook hieraan, dat Simson nog maar zo weinig op Jezus lijkt,
en nog zo schrikwekkend heidens is. Want het is toch puur
barbaars, de manier waarop hij de Filistijnen te lijf gaat? In
wezen is het een afschuwelijk verhaal, dat van die vossen, vs. 4,5.
Een woeste wraakactie, die bovendien met dierenmishandeling
en met verwoesting van de natuur gepaard gaat: is dat zoals God
het bedoelt? Wij zeggen, het Nieuwe Testament kennende: "Nee,
zo bedoelt God het niet." Daar zie je aan, dat het ´omvormen´
van de mensen een proces is dat zich niet alleen uitstrekt over de
loop van een mensenleven, maar over heel de geschiedenis.
Langzaam, in de loop der eeuwen, drukt God zijn stempel op de
geschiedenis. Kijk er dus niet gek van op dat het in het Oude
Testament af en toe nog zo beestachtig toegaat: het is nog maar
een begin van verlossing; de verandering van Filistijn naar volgeling
van Jezus is er niet van het ene moment op het andere. Trouwens,
nog steeds, tot op de dag van vandaag komt er ontzaglijk
beestachtig en barbaars gedrag los in oorlogen, ondanks alle
´beschaving´ en ´christelijkheid´ die we in de loop van de eeuwen
dankzij Gods genade ontwikkeld hebben. Dat beseffende hebben
we reden tot diepe ootmoed.
Wat is het nodig dat God ons stoort. Ik neem me voor, om mijn
´niet storen!´- badge als het om God gaat nooit meer op te
spelden.


Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.