Preek over Leviticus 25:35-55

2002-05-12 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Bezieling

Liturgie:

♪ Psalm 5: 1, 2, 3
♪ Psalm 18: 1, 9
♪ Psalm 141: 3
♪ Gezang 62

Inleiding

Vanmorgen preek ik over het slot van het lange hoofdstuk over het jubeljaar. Met het oog op de parlementsverkiezingen van a.s. woensdag (15 mei 2002) leek het mij goed nader in te gaan op de sociale strekking van deze wetgeving. Nu we zijn opgeschrikt door de moord op Pim Fortuyn (dd 6 mei 2002) zoeken we in de kerk uiteraard naar bijbelwoorden die licht kunnen werpen op de verwarde situatie in Nederland. Ook met het oog daarop heeft Leviticus 25 ons iets te bieden. Ik volg de hoofdlijn van dit gedeelte: de strijd tegen de verpaupering. Daarbij wil ik u laten zien dat er onderscheid is tussen de wet die hier wordt uitgevaardigd en de bezieling erachter. De wet is: voorkom verpaupering. De motivatie is: God beschermt de menselijke waardigheid. Maar eerst vat ik kort samen wat in de vorige preek naar voren kwam: de betekenis van de wet op het jubeljaar.

1. De betekenis van de wet op het jubeljaar.

Eens in de vijftig jaar gaat de bezem door de samenleving. De bevrijding wordt ververst: verarmden krijgen hun land en bezit terug; slaven hun vrijheid. De startsituatie van pal na de bevrijding uit Egypte wordt hersteld. Dat is een uitwerking van Grote Verzoendag: God geeft ook in sociaal economisch opzicht kwijtschelding. Ieder mag met een schone lei beginnen! A. De wet tegen de verpaupering. In vs 35 vinden we de hoofdlijn: de verarmden moeten beschermd worden tegen totale verpaupering. Twee maatregelen: 1. Geen rente vragen, vs 36: het betreft hier niet een lening om handel te drijven en zaken te doen, maar een om het hoofd boven water te houden; 2. Verzachting van de slavernij in het opzicht van zowel duur als kwaliteit: de slaven komen in het jubeljaar vrij, vs 40v, en zij krijgen een menswaardig bestaan, vs 43, 53.B. De bezieling: God beschermt de menselijke waardigheid. De wet heeft een religieuze achtergrond, is bezield door het evangelie van Gods bevrijding. Ik wijs op twee motieven. 1. God komt op voor de zwakke. Zie vs 36: Gij zult voor uw God vrezen, opdat uw broeder bij u in het leven blijve. Vgl. vs 43. Zie ook 19:14: Een dove zult gij niet vloeken en voor een blinde zult gij geen struikelblok leggen, maar gij zult voor uw God vrezen.Vgl. voorts 19: 32:Voor het grijze haar zult gij opstaan en aan de oude zult gij eer bewijzen en voor uw God zult gij vrezen.Steeds hetzelfde patroon: ontzie de kwetsbare en de zwakke, want zo wil Gód het! Opvallend is dat deze wet ook voor de vreemdelingen geldt, vs 47-54. Als zij tot welstand komen en Israëlieten tot hun slaven maken, hebben ook zij bij het jubeljaar die mensen vrij te laten, vs 54. En als eerder familieleden voor deze verarmden in de bres springen, moeten die welgestelde vreemdelingen aan die ´lossing´ meewerken, vs 48 - 52. De slavernij mag bovendien niet wreed zijn, vs 53. De HERE komt echt voor de zwakken op, ook als het ´onverwachte´ zwakken zijn: normaal gelden de vreemdelingen als kwetsbaar! 2. God staat niet toe dat ménsen heersen over zijn kinderen: Híj is de enige Heer, zie vs 42, 55. De Israëlieten behoren Hem toe, zijn zíjn slaven, en dus mogen niet ménsen hen als hun eigendom beschouwen. Prachtig is dat: een mens wordt vrij als God zijn Heer is! Opvallend is dat nu voor de vreemdelingen wél een uitzondering wordt gemaakt, vs 44-46. De Israëlieten mogen wel mensen die afkomstig zijn uit andere volkeren als slaven houden, en deze komen ook niet met het jubeljaar vrij. Daar zit achter dat zij geen deel hebben aan Israëls bevrijding en dus niet aan God de Heer toebehoren.

2. De actualiteit.

1. Maak het evangelie niet eenzijdig geestelijk. Gods bevrijding raakt ook het sociale en economische leven. Denk aan het motto van het Leger des Heils: Soup, Soap and Salvation. Wat goed dat op het zendingsveld projecten zijn gestart ter bestrijding van de ellende ten gevolge van AIDS. Ga als christen dus ook niet voorbij aan maatschappelijke problemen. Ken ook daarin bezieling. 2. God dienen houdt in: aandacht voor de zwakke. Armen overeind houden, vs 35! In een kerk als de onze, met zoveel leden uit de bovenste laag van de maatschappelijke middenklasse, dreigt kortzichtigheid. Wat weten de meesten van ons metterdaad van de verpaupering in Nederland? Veel discussies gaan over vakanties, verbouwingen, auto´s, enzovoorts. Eigenlijk griezelig, want dat is in zekere zin niet de echte wereld. Die kom je veeleer tegen in de volkswijken. Dat was deze week het voor mij onthutsende: die mensen wisten zich op de een of andere manier wel begrepen door Pim Fortuyn. Een populist, inderdaad. Dat wil zeggen: een man van het volk. In de volksbuurten liep men met hem weg. Kennen wij nog de gerichtheid van het evangelie op de mensen in de verpaupering? Wat zegt het ons dat Jezus zich zo intensief met ´de scharen´ bezig hield? 3. De wet redt het niet zonder religieuze bezieling. Dat blijkt wel uit dit gedeelte: mensen moeten de HERE metterdaad vrezen, wil het komen tot gehoorzaamheid aan de wet. Dat werpt licht op de crisis waaraan de politiek zich bevindt. Met enkel geld erin pompen en met enkel wetten redden we het niet. Er is bezieling nodig. Het is niet te geloven, zoveel bezieling als Pim Fortuyn heeft losgemaakt. Een bijna religieuze verering viel hem postuum ten deel. Dááraan ontbreekt het in onze samenleving. Dat is de armoe van paars. Paars kíest ervoor om de religie uit het maatchappelijk leven te weren: men waarschuwt voor het gevaar van religie. Men denkt daarbij aan het extremisme van de Islam. Maar wat gebeurt er als zo de religie verdreven wordt? Dat hebben we deze week gezien: zij duikt in een andere gedaante weer op. Het houdt in dat er een ernstige vraag aan het christendom en aan ons als kerk gesteld wordt: hoe bezielend zijn wíj aanwezig in de samenleving?? We kunnen niet ontkennen dat ´religie´ soms inderdaad kwaad doet in de samenleving. Zijn wij gemotiveerd om als christenen góed te doen in de samenleving? 4. De positie van de vreemdeling in Leviticus 25 is opmerkelijk: hij deelt wel in de plichten, niet in de rechten. Pijnlijk! Dat is overigens anders in Lev.19: 33,34. Er zit spanning tussen Lev. 19 en 25. Die spanning zit ook in het NT. Jezus zegt tegen de Kananese vrouw: "Ik ben slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis Israëls." (Matt.15:24) Weer dat pijnlijke... Maar zij haalt Hem ertoe over haar tóch te helpen. Inderdaad gaan in het NT de deuren naar het heidendom definitief open. Zo beschermt de HERE nu ook de waardigheid van niet-Israëlieten: ook zij worden geroepen om te delen in zijn bevrijding. In die zin is deze wet achterhaald. Laat het nieuwe testament onze kijk op de vreemdeling bepalen. Racisme is en blijft uit den boze. Vreemdelingenhaat mág niet. Dat betekent niet dat de problematiek rond de vreemdelingen met kreten is op te lossen. De problemen van de multiculturele samenleving zijn zwaar onderschat. De politiek moet zich heroriënteren. Een sterker gezag is nodig. Maar christelijk gesproken gaat het perspectief verder: dat van vrijheid voor ieder mens, in het toebehoren aan Christus de Heer. Laat daar onze bezieling liggen.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.