Preek over Geloofsbelijdenis 10

2002-05-05 n.m.

Ds. M. de Jong

Vergeving van de zonden

Liturgie:

♪ Psalm 93
♪ Gezang 322: 4, 5, 6
♪ Psalm 85
♪ Gezang 365
♪ Psalm 34: 1, 9

Geliefden in Onze Here Jezus Christus,Leuren of verlangen? Heel weinig mensen lijken nog maar op vergeving van God te zitten wachten. Wel wordt er veel en vaak sorry gezegd en links en rechts worden excuses gemaakt. Er worden zelfs televisieprogramma´s mee gevuld. De vergeving die God geeft, raakt echter steeds meer uit beeld. Afgelopen week werd dat in het journaal nog eens bevestigd. Daarin werd gemeld dat de Rooms-katholieke Kerk de biecht nieuw leven wilde inblazen. Parochianen werden weer opgeroepen om te biechten. Die oproep was nodig want biechten was niet meer gewoon. Jaren terug ging men nog eenmaal per week ter biecht. In onze tijd is dat veel minder gebruikelijk geworden. Men komt nog wel eens, maar zeker niet meer wekelijks. De kerk moet leuren met de vergeving. Hoe anders is dat in Psalm 130. Daarin is iemand aan het woord die God zoekt. Hij kan bijna niet wachten op het verlossende woord. Meer dan wachters op de morgen ziet hij er naar uit. De psalm spreekt van een intens verlangen. Wat een verschil! Hoe kan dat, zo vraag je je af. Hoe is het mogelijk dat de mens achter Psalm 130 intens naar vergeving verlangt, terwijl de kerk van vandaag de (boodschap van) vergeving aan de straatstenen nog niet kwijt raakt? Goed, de tijden zijn anders, maar hebben mensen minder vergeving nodig? Ligt het misschien aan een afnemend zondebesef? De zonde is er nog wel, maar men beseft dat niet meer. Hoe het ook zij, de kerk houdt vast aan het belang van vergeving van God. Elke zondag spreekt zij ervan wanneer ze haar geloof belijdt. Aan het slot van de apostolische geloofsbelijdenis heeft de vergeving van zonden een vaste plaats. Maar zegt die plaats aan het einde niet iets over het beperkte belang van vergeving? Staan we bij het slot van onze belijdenis niet bij de restjes van ons geloof. Het belangrijkste is al lang gezegd en iets als vergeving wordt nog even toegevoegd. Dat moest ook nog even gezegd, dat van de kerk, de gemeenschap der heiligen, de vergeving, de opstanding en het leven. Onze geloofsbelijdenis lijkt een rommeltje aan het eind. Het is alsof het Apostolicum als een nachtkaars uitgaat. Maar vergis u niet, deze belijdenis zit stevig in elkaar. Het begint met een eerste deel over God de Vader en de schepping. Dan volgt een tweede deel, het grootste over God, de Zoon en de verlossing. Het derde en laatste deel spreekt van de Geest en zijn werk, de heiliging. Van die Geest belijden wij om te beginnen dat Hij werkt in en door de gemeente. Verder laat de Geest ons delen in wat we in Jezus Christus al hebben (Joh.16: 15). En één van de schatten waarin de Geest ons laat delen is de vergeving van zonden. Vraag is nu wat we krijgen van de Geest in de vergeving van de zonden. En als we (opnieuw) ontdekt hebben wat de Geest ons in de vergeving geeft, neemt dan ons verlangen ernaar toe? Hoe kostbaar blijkt voor ons de vergeving (te worden)? Vergeving van zonden. Achter het woord zonde blijkt een hele wereld schuil te gaan. De bijbel kent voor zonde verschillende woorden. Ik noem de vier meest gebruikte. Ze laten elk op hun eigen manier zien wat zonde is.o Zonde is je doel missen. Bij doel gaat het dan om het doel dat God met je leven heeft. Dit woord voor zonde benadrukt dus voor al het resultaat van zonde. (Num.14: 39 - 45, Rom.6: 20 - 23). o Zonde is ook opstand tegen God. Zonde heeft altijd iets te maken met verzet tegen God. Een mens wil eigen baas zijn en zich door niemand de wet voor laten schrijven. Autonomie is dan het toverwoord: letterlijk betekent het dat we zelf onze eigen wetten maken. We zijn niets en niemand verantwoording schuldig dan alleen onszelf. "Wij willen niet dat deze, dat wil zeggen God, koning over ons is."(Gen. 3: 1 - 6, Lucas 19: 11 - 27). o Zonde is verder doelbewust afbuigen van de goede weg. Men kiest voor de verkeerde weg, tegen beter weten in. Men weet dat men verkeerd zit, maar keert niet op zijn schreden terug. Men komt niet per ongeluk, maar met voorbedachten rade tot zonde (zie o.a. Num.15: 22 - 36). o Tenslotte blijkt zonde soms een vergissing. Hier gaat het over onopzettelijke zonden. Soms zondigen mensen namelijk zonder dat ze het zich bewust zijn. Deze zonde is uiteraard minder ernstig dan de vorige. Daarom is hier ook alle ruimte voor vergeving. Maar het blijft zonde (zie ook Leviticus 4 en

5)

Een ander onderscheid dat de bijbel bij zonde maakt is die tussen overtreding en tekortkoming. Overtreding. Wie zondigt in de vorm van een overtreding, die gaat te ver. Een overtreding is een overtreden van grenzen. Je gaat over grenzen die God gesteld heeft heen (hiervoor is het zondoffer; Leviticus 4 en 5). Tekortkoming. Het zou wel eens kunnen zijn, dat deze vorm van zonde het meest voorkomt in de christelijke gemeente. Daar gaat men in de regel niet te ver, maar men schiet wel vaak te kort. Men geeft en doet niet wat verwacht zou mogen worden. Men neemt niet de ruimte die God door zijn Geest ons gunt en geeft (hiervoor is het schuldoffer; Leviticus 4 en 5). Ook is er verschil tussen opzettelijke zonde en onbewuste zonde. Ik heb dat even eerder al aangestipt. Beide, opzettelijk én onbewust, blijven voor God wel zonde. Voor beide vormen is vergeving nodig (zie o.a. Lev. 4 en 5). Tenslotte moeten we onderscheid maken tussen in zonde leven en in zonde vallen. Voor wie in zonde leeft, wie welbewust blijft zondigen, is geen vergeving. Wie wel eens in zonde valt, maar daartegen strijdt, die mag op vergeving rekenen.We hebben tot nu toe over tal van zonden gesproken. Vraag is nu wat de zonde met ons doet? Ik wil daarbij duidelijk onderscheid maken tussen zondebesef en schuldgevoel. Zondebesef is gezond, schuldgevoel verziekt. Zondebesef begint bij de "wet" (het woord van God). De wet doet zonde kennen. Zondebesef is iets wat God je aandoet. Schuldgevoel is wat mensen je (kunnen) aandoen. Schuldgevoel sluit niet aan op de wet, maar op ons geweten. En het geweten is een mengsel van cultuur en opvoeding, menselijke gewoonten en regels vermengd met persoonlijke interpretaties van de "wet"). Heel veel christenen speelt schuldgevoel parten, maar ten onrechte. Alleen de wet, de bijbel, doet zonde kennen!!! (zie Rom.7: 7 - 12). Zie maar eens hoe bij David enig zondebesef ontstond. Pas toen het woord van God, via de profeet Nathan tot David kwam, ontstond zondebesef (zie 2 Sam.12). Ja aan Jezus Christus wordt duidelijk waarop zonde (uiteindelijk) uitloopt, hoever zonde kan gaan: kruisig Hem.Vergeving van zonden. Ooit schreef iemand:Vergeven is Gods vak (Pardonner c´est son metier).En daar zit heel veel in. God is liever genadig dan boos. Zijn voorkeur gaat uit naar genade. "Zijn gramschap duurt een kleine tijd, een leven zijn goedgunstigheid" (psalm 30: 2 berijmd). "De Heer is vastbesloten tot goedertierenheid" (Psalm 130: 4 berijmd). God wil dat alle mensen behouden worden (1 Tim.2: 4).Bij God heeft vergeven iets van vergeten. Niet dat God van alles door de vingers ziet. Ook is vergeving geen doekje voor het bloeden. Wat kwaad is moet kwaad genoemd worden. Er moet recht geschieden. Er wordt betaald. Het offer getuigt daarvan. Verzoening door voldoening. Dat zijn de woorden die de kerk daarvoor gebruikt.Pas als het kwaad is aangewezen kan het worden weggedragen. Wat misgegaan is wordt zo opgeruimd en weggedaan.Vergeving is voorwaarde voor schuldbelijdenis. Ja, u hoort het goed. (Het aanbod van) Vergeving schept ruimte voor belijdenis van schuld. En niet omgekeerd. Schuldbelijdenis is geen voorwaarde voor vergeving. Juist omdat er vergeving is komt een mens tot schuldbelijdenis. God wacht niet tot wij de last van onze zonden afleggen. Hij zelf neemt die last van ons af.Zijn er grenzen aan de genade? Houdt het wat God betreft met vergeving ook een keer op? Ja, het houdt een keer op. Maar dan is God een eindeloos lange weg met mensen gegaan. Alles, maar dan ook echt alles heeft God dan gedaan en nog willen mensen dan niet. We horen in de bijbel van verblinding en verharding. Die verblinding en verharding eindigt met de zonde tot de dood. Het is de zonde waarvoor geen vergeving bestaat (Matth.12, Hebr.6 en 1 Joh.5). Ook wel de lastering van de Heilige Geest genoemd. Een mens wijst, nadat God alles wat Hij te geven heeft en dat ook daadwerkelijk gegeven heeft, Gods genade totaal, radicaal en consequent af. Pas dan en niet eerder houdt het aanbod van vergeving op. Je proeft in heel de bijbel echter de tegenzin daartegen bij God.Vergeven is en blijft zijn vak, ja het is Gods aard. Hij wil van nature vergeven. En daarom belijdt de kerk de vergeving van zonden. Want er is vergeving, nog steeds.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. de Jong een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.