Preek over Geloofsbelijdenis 4:c

2002-01-13 n.m.

Ds. M. de Jong

Jezus en die neergedaald naar de hel.

Liturgie:

♪ Psalm 65: 1
♪ Psalm 142: 1, 4, 6
♪ Gezang 203: 1, 2, 3, 6
♪ Gezang 217
♪ Psalm 146:1, 2, 3

Geliefden in Onze Here Jezus Christus,
Was Jezus niet te vroeg, toen Hij zei: "Het is volbracht!"?
Hij zegt dat immers voor dat Hij gestorven en begraven is?! Horen
zijn sterven, zijn begrafenis en zijn nederdaling ter helle niet bij
zijn verlossingswerk? Wat is dan de toegevoegde waarde van zijn
sterven, begrafenis en nederdaling? Waarom wil de kerk dat nog
beleden hebben als het eigenlijke werk al gedaan is? Ook de
opstellers van de Heidelbergse Catechismus lijken er wat verlegen
mee.
Van de betekenis van Jezus´ begrafenis weten ze niet veel te
zeggen. Alleen dat daardoor bewezen wordt, dat Jezus echt
gestorven is. De begrafenis is met andere woorden niet meer dan
een bevestiging van Jezus´ dood. Het voegt nauwelijks iets toe aan
wat al gezegd is. Ook in de verkondiging blijken begrafenis en
nederdaling een vergeten hoofdstuk. We gaan in de leesroosters
van Goede Vrijdag direct door naar Pasen. De Gekruisigde wordt
op de voet gevolgd door de Opgestane. Stille zaterdag blijft echt
stil, er valt blijkbaar niet veel te zeggen. Toch spreken alle vier
de evangelisten over die begrafenis. Ook wil de kerk in haar
belijdenis zijn sterven genoemd hebben. Dat brengt ons bij de
vraag van het begin van deze preek. Welk heil ligt er voor ons in
Jezus dood en néderdaling verborgen? Waarom willen wij, aan het
avondmaal, zijn dood verkondigen?
Thema: Jezus en die neergedaald naar de hel.
Een vraag naar de betekenis van Jezus´ dood.
Driemaal dood.
De apostolische geloofsbelijdenis belijdt in één adem Jezus´
sterven, begrafenis en nederdaling.
Alle drie de woorden verwijzen naar de dood van de Here Jezus.
Hier wordt met andere woorden driemaal hetzelfde beleden. Dat
zou je zo op het eerste gehoor misschien niet denken. Maar de
ontstaansgeschiedenis van de Apostolische Geloofsbelijdenis laat
dat zien.
Het blijkt namelijk dat deze oude belijdenis 1800 jaar geleden
korter was dan nu het geval is. Verschillende delen van de
belijdenis zijn later toegevoegd. Zo ontbrak in het begin de
belijdenis van God als Schepper van hemel en aarde. Verder werd
het lijden van Jezus niet beleden in de eerste versies. Ook het
eeuwige leven werd in de eerste vorm van deze belijdenis niet
genoemd. En pas heel laat kregen de woorden "nedergedaald ter
helle" een plaats. Terwijl je deze woorden in andere belijdenissen
uit die tijd wel vindt. We gaan niet op al die veranderingen in, we
beperken ons tot Jezus´ nederdaling ter helle.
Opmerkelijk is nu dat waar deze woorden in een belijdenis staan,
daar het woord "begraven" ontbreekt. En omgekeerd is dat ook
het geval.
Waar het "begraven worden" van Jezus wel beleden wordt, daar
wordt niet meer gesproken over zijn nederdaling ter helle. Daaruit
leidt men af dat met de nederdaling ter helle niets anders bedoeld
werd dan Jezus´ verblijf in het graf. In de belijdenis, zoals wij
die nu kennen, staat dus feitelijk tweemaal hetzelfde.
Twee maal wordt gezegd dat Jezus dood is geweest. Hij was
begraven en Hij was nedergedaald ter helle. Ja zelfs tot driemaal
toe, wordt dat gezegd.
Want het begon al met de belijdenis dat Hij gestorven is.
Driemaal is scheepsrecht.
Driemaal dood en gestorven.
Jezus was bij de doden.
Zo wordt in de kerk beleden.
Eenmaal volbracht.
Jezus is echt gestorven. Daarover bestaat geen twijfel. Niemand
kan en mag denken dat zijn sterven een schijnvertoning was. Zoals
in kerkgeschiedenis (gnostische stromingen) wel steeds weer
gebeurd is. Wel moet gezegd dat het sterven van Jezus geen
toegevoegde waarde heeft. Het is niet zo dat Jezus door zijn
dood, begrafenis en nederdaling meer heil verworven heeft.
Zijn sterven is de afsluiting van een heilzaam leven. Hij is tot het
uiterste gegaan. Hij heeft het leven van een rechtvaardige
geleefd.
Zijn dood vertelt dat zijn leven voldoende was.
Dat zie je aan de manier waarop Jezus gestorven is. Voor velen
rond het kruis kwam zijn dood onverwacht vroeg. Meestal was een
kruisdood een lange martelgang. Door het breken van de benen
werd de marteling soms ingekort. Dat moest bij degenen die met
Jezus gekruisigd waren ook gebeuren. Hun dood moest versneld
worden want tijdens de viering van Pasen mochten er geen
gekruisigden meer hangen. Nu werden de benen van degenen, die
met Jezus gekruisigd waren, gebroken. Bij Jezus was dat niet het
geval, want het was niet meer nodig. Jezus was al gestorven, iets
wat het executiepeloton niet wilde geloven. Een steek met een
speer in zijn zijde moest hen overtuigen. De omstanders is het
sterven van Jezus onverwachts overkomen. Jezus zelf werd echter
niet verrast door zijn dood. Hij heeft zijn leven vrijwillig afgelegd.
"Vader in uw handen beveel ik mijn geest."
Voor zover ik weet, woorden die de kinderen in Israël al jong
geleerd hebben. Net zoiets als ons kindergebedje "Ik ga slapen, ik
ben moe, sluit mijn beide oogjes toe..." Bij volle bewustzijn heeft
Jezus zijn leven aan zijn Vader teruggegeven. Maar niet dan nadat
hij eerst heeft uitgeroepen:
"Het is volbracht!"
Wat Hij bij zijn leven heeft gedaan is genoeg gedaan. Zijn sterven
voegt daaraan niets meer toe.
Ontelbaar leven (Hebreeën 2: 14 - 16).
Niet Jezus´ sterven, maar zijn leven is en blijft van betekenis. Hij
is ons in alles gelijk geworden. In zijn leven, maar niet minder in
zijn sterven (zie vers 14). Hij schaamt zich niet ons broeders en
zusters te noemen en ons leven te delen.
Zijn dood en zijn sterven zijn in dat licht veelzeggend. Geen
angst, maar rust en vertrouwen:
"Vader in uw handen beveel ik mijn Geest.".
"Ik kan gaan slapen zonder zorgen, want slapend kom
ik bij u thuis".(Psalm 4)
Die rust mag ook ons deel zijn.
"Nu jaagt de dood geen angst meer aan, want alles,
alles is voldaan."
Jezus heeft de duivel door zijn volbrachte werk onttroond.
Daardoor is de duivel zijn greep op mensen kwijt geraakt. Zo
heeft Jezus door zijn leven en sterven mensen bevrijd van
doodsangst. Het is dan ook triest om te zien hoeveel mensen nog
steeds door die angst worden beheerst. Ze werken, werken en
werken nog eens om te kunnen vergeten, dat hun leven eindig is.
Of ze vluchten in een roes van alcohol en drugs om de eigen
sterfelijkheid te vergeten. Ook veel gezondheidsidealen en
fitnessoefeningen moeten helpen de dood uit te stellen. Verder
maken mensen zichzelf onsterfelijk door grootse prestaties, in de
sport, op het wetenschappelijk erf enz. En om niet meer te
noemen: men laat zich verstrooien door allerlei vormen van
vermaak. Mensen doen het allemaal om de dood op afstand te
houden dan wel te vergeten. Jezus ontkent de dood niet, loopt er
ook niet voor weg, maar gaat de dood te lijf. En daarin bevrijdt
hij ons van de angst voor de dood.
We hoeven niet langer als de dood voor de dood te zijn.
Daarmee schept hij ruimte voor leven zoals God het bedoeld
heeft. Zijn dood betekent ontelbaar veel leven en vreugde voor
ieder die gelooft.
Van God verlaten.
Met de belijdenis van Jezus nederdaling heeft de kerk nog meer te
zeggen. Daarmee wordt meer beleden dan alleen dat Jezus bij de
doden is geweest. Die opvatting vind je bijvoorbeeld terug in de
Heidelbergse Catechismus. Daar wordt, in de lijn van Calvijn,
gesproken van een helse kwelling. De nederdaling verwijst naar
helse kwelling, helse benauwdheid en pijn in heel zijn lijden, maar
in het bijzonder aan het kruis.
Daarmee wordt gedoeld op het feit dat Jezus van God én mensen
verlaten is geweest. Hangend tussen hemel en aarde aan het kruis
werd Hij door beiden afgewezen. Deze diepe verlatenheid van God
en mensen wordt verwoord in de nederdaling.
Dieper kan een mens niet zakken. Meer verlaten kan een mens niet
zijn.
Dit, wat wij als het ergste ervaren, van God (en mens) verlaten
zijn, heeft Jezus aan de lijve ervaren. De nederdaling zou logisch
dus voor het sterven en begraven genoemd moeten zijn. Maar in de
beleving is de nederdaling het dieptepunt van Jezus verblijf bij
ons, mensen. Zelfs in de grootste benauwdheid, als alle uitgangen
afgesloten zijn, zijn we niet alleen. Jezus is van God verlaten
geweest, opdat wij nooit meer van Hem verlaten zouden worden.
In de diepste duisternis (1 Petrus 3: 18 - 20).
In de beleving gaat het met Jezus van kwaad tot erger. Zijn
nederdaling begon met de menswording en eindigt in de hel. Hij
daalt af tot in de diepste duisternis. Met dat laatste krijgt Jezus
nederdaling ook iets triomfantelijks. Jezus gaat de machten van
het kwaad niet uit de weg. Tijdens zijn leven niet, en in zijn dood
al helemaal niet. Jezus komt, als het ware, in het hol van de
leeuw. Hij daagt de machten van het kwaad min of meer uit. Kom
maar op als je durft...
Jezus komt in de "hel" niet meer om te strijden. Op Golgotha is
de strijd volbracht. Daar, aan het kruis, is de duivel verslagen.
Hij komt ze dat zelf even vertellen, in hun hoofdkwartier. Jezus
daalt tot hen af om de overwinning mee te delen. Dat is wat de
meeste uitleggers lezen in 1 Petrus 3: 18 - 20. Het is geen
gemakkelijk bijbelgedeelte en daarom moet je er ook niet teveel uit
willen halen. Maar indrukwekkend is dat Jezus in de diepste
duisternis is geweest. Hij heeft de aartsvijand van mens en wereld
opgezocht. En de boodschap, die Hij daar bracht, is evangelie
voor ons. Het is met de macht van satan, zonde en dood voor
eens en voor altijd gedaan.
Ja, overal is God.
We hebben nu twee (eigenlijk drie) uitleggingen van de nederdaling
gegeven. Ze leunen tegen elkaar aan, zeker de laatste twee. Er wil
maar mee gezegd zijn dat God overal is. Zoals Psalm 139 dat al
verwoordt.
"Ging ik naar het uiterste der aarde, U bent daar.
Steeg ik naar de hemel, U bent er.
Zelfs de duisternis verbergt mij niet voor U."
Geen plaats of plek in deze wereld is voor Jezus gesloten. Zelfs de
diepste duisternis en de laagste gewesten moeten eraan geloven.
Jezus heeft daar rond gelopen en niemand kon Hem tegenhouden.
En als iemand tegenwoordig wil laten weten dat hij ergens geweest
is, dan stuurt hij een kaartje. Soms ook krast iemand zijn naam
ergens in een deur, in een muur of in een boom: ... was here.
Dat laatste heeft Jezus bij wijze van spreken ook gedaan. Zelfs in
de diepste duisternis komen we zijn naam tegen. Jesus was here!!!
In die nederdaling zit dus al iets van overwinning. Daarom kunnen
we bij deze belijdenis paasliederen zingen.

In zijn leven heeft Hij alles volbracht.
In zijn nederdaling wordt dat bevestigd.
Jesus was here...!
Ja, overal is God!



Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. de Jong een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.