Preek over Psalmen 143:6

2001-12-09 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Verlangen naar God

Liturgie:

Inleiding

Voor vandaag en de komende zondagen heb ik als thema "verlangen" gekozen, en wel naar aanleiding van de tekst van enkele adventsliederen. Zo heet de Here Jezus in gezang 117:1 "der wereld hoogst verlangen", en in gezang 118:2 wordt gebeden: "Vervul, o Heiland, het verlangen waarmee mijn hart uw komst verbeidt." De komst van de Here Jezus wordt dus gezien als de vervulling van een verlangen. Dat verklaart ook de blijdschap met zijn komst. Als die niet aan een verlangen beantwoordt is ze al gauw minder welkom, of zelfs onwelkom. Daarom een drietal preken over "verlangen", met in ons achterhoofd de vervulling daarvan met de komst van Christus. Vandaag: verlangen naar God, waarvoor we te rade gaan bij psalm 143:6.

1. De mens: een verlangend wezen

Het praatje met de kinderen wees al uit: het is niet erg gebruikelijk om naar God te verlangen. Zoals het in psalm 143 staat lijkt het zelfs overdreven. Wie verlangt er nu zo hartstochtelijk naar God als droog land hunkert naar water? Dan moet je wel heel erg religieus zijn, en - zo lijkt het - ook wat wereldvreemd. Nu is dat in psalm 143 niet het geval. Hier is niet iemand aan het woord die met de rug naar het volle leven toestaat. Het is een man die vijanden heeft die hem zo op de hielen zitten dat hij voor zijn leven vreest. Eigenlijk heeft hij maar één verlangen: redding. Zie vers 11: "Behoud mij in het leven." Laat dat even op je inwerken. In wezen is er geen dieper verlangen dan dit: de hunkering om te leven. Het is zelfs een van de belangrijkste kenmerken van "leven": dat je een drang hebt om te blijven leven. Allerlei verlangens zijn daartoe te herleiden: het verlangen naar eten en drinken bijvoorbeeld, maar voor een deel ook het verlangen naar seks. Wie leeft, verlangt. Zo gezien is het niet toevallig dat het woord "ziel", vers 6, in het OT soms alleen maar vertaald kan worden als "verlangen, begeren". Een "ziel" hebben is een "hunkering" hebben. Daarmee valt ook die beeldspraak op zijn plaats: een dorstig land dat naar water smacht: dat beeldt levensdrang uit. Het typische is nu, dat de drang om te leven die uit deze psalm zo sterk spreekt, samenvalt met "verlangen naar God." Kijk behalve naar vers 11 ook maar naar vers 9, waar hij uitspreekt dat hij van de HERE redding van de vijanden verwacht. Dat deze man zijn ziel hunkert naar God heeft alles te maken met zijn drang om te blijven leven. Met andere woorden: naar God verlangen is in psalm 143 hetzelfde als: hunkeren naar het leven. Hoe zit dat? Het is de grondovertuiging van de Bijbel dat God de bron van het leven is. Hij is de Schepper die ons het leven geeft. Hij alleen is het die ons het leven kan blijven geven, of teruggeven. Vandaar dat de drang om te leven zich in de Bijbel vertaalt als "verlangen naar God". Daarover wil ik nu drie dingen zeggen.

2. Verlangen naar God: van levensbelang.

In de eerste plaats: naar God verlangen is niet iets van wereldvreemde, overreligieuze mensen. Het is, bijbels gesproken, noodzakelijk voor ieder levend mens. Zonder de Schepper ontgaat het leven je. Dat is de diepe zin van de verdrijving uit het paradijs: toen de mens koos tegen de Schepper, werd hem de toegang ontzegd tot de hof waar het leven goed is. Als je werkelijk wilt leven, moet je bij de Schepper zijn, en ben je op zijn genade aangewezen, vgl. vs 1,2. Zo gezien is het geloof dus van levensbelang. Dat besef zijn wij in onze tijd aan het kwijtraken. "Geloven" lijkt eerder een kwestie van religieuze franje aan het leven te zijn. Het geeft meer diepte aan het leven, meer rust, meer veiligheid, enzovoorts. Maar wie durft nog zeggen dat je God nodig hebt, net zo urgent als een dorstig land absoluut niet zonder water kan?? Durven wij die boodschap nog aan de wereld te brengen? Geloven wij het zelf nog? Laten we ons op die vragen bezinnen in onze verantwoordelijkheid voor evangelisatie. Want laat het duidelijk zijn: de Here Jezus is met geen andere pretentie gekomen dan dat Hij leven geeft, Johannes 11:25,26; 14:6. Dat heeft te maken met de verzoening met God die Hij brengt (vgl. ps 143:2) en met de opstanding. Ik wil u dan ook oproepen om uw geloof meer in contact te brengen met uw drang om te leven. Alleen dan worden God en de Here Jezus naar waarde geschat.

3. Verlangen naar God: de Levensbron

In de tweede plaats: naar God verlangen is de enig goede gerichtheid van de hunkering naar leven. Die hunkering kan zich namelijk ook ergens anders op richten. Op geld, bijvoorbeeld. Waarom zijn sommige mensen zo bezeten van geld? Omdat ze daar leven in de volle zin van het woord van verwachten. Zonder geld leef je niet, schijnen zij te denken. Nu is dat natuurlijk ook in die zin waar, dat "geld" staat voor onze eerste levensbehoeften. Hunkeren naar geld en hunkeren naar brood: dat staat dichtbij elkaar. Het zou onzinnig zijn om te zeggen: als je God hebt, heb je geen brood of geld nodig. Waar het om gaat is dat brood en geld levens-middelen zijn, en dat God de Oorsprong van het leven is. Vgl. het met een bron en met water. Omdat je water nodig hebt, ga je zoeken naar een bron. Zoeken wij nog naar de bron? Ik ben bang dat in onze tijd een geweldige kortzichtigheid heerst, die eindeloos veel mensen genoegen doet nemen met flesjes water zonder naar de bron, de kraan te vragen. Vgl. Jeremia 2:13.Veel verlangen wordt dan ook niet vervuld. Wij zoeken de vervulling zo gauw op de verkeerde plaats! Ik zeg dat nadrukkelijk ook tegen jullie, jongeren. Jullie kunnen bijna alles kopen wat je wilt, reizen naar landen die je wilt zien. Elk verlangen lijkt vervuld te kunnen worden. Heb goed door dat dat bedrieglijk is. Ten diepste blijf je onverzadigd als je genoegen neemt met de flesjes water. In psalm 143 is het anders. Ik roep u en jullie op om in overeenstemming daarmee verder te kijken dan uw neus lang is en op zoek te gaan naar de Bron van uw leven: God. Alleen dan word je diepste verlangen vervuld.

4. Verlangen naar God: we zijn er nog niet...

In de derde plaats: naar God verlangen is iets anders dan de totale vervulling ervaren. Dat zeggen lijkt op het intrappen van een open deur, maar is in werkelijkheid een broodnodige correctie op een "in-de-gloria-geloof". Die term ontleen ik aan Luther, die er op heeft gehamerd: "Denk erom, we zijn nog niet in de heerlijkheid. Dan is alles vervuld, maar nu leven wij nog onder de schaduw van het kruis." Reken hier niet op Godservaringen die in het paradijs thuishoorden. Het leven hier op aarde, ook het godsdienstig leven, is wezenlijk "verlangend leven". Het is zeker waar, dat je verlangen soms wonderlijk vervuld kan worden. Je kunt momenten beleven dat je heel dicht bij God bent. Maar dat is niet standaard. Het is niet meer dan een klein voorproefje van wat nog komen moet. Standaard is: "Ik strek mijn handen tot U uit." Niet: "Ik pak U met mijn handen vast." Paulus zegt van het heil (in Filippenzen 3:12): "Niet dat ik het reeds verkregen zou hebben..., maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht." Leven met God is niet: Hem bezitten, maar: naar Hem verlangen. Daarom zijn de psalmen zo onmisbaar voor onze eredienst. Veel meer dan sommige opwekkingsliederen drukken zij dat uit: de hunkering, het onaf-zijn, het onvervuld-zijn van ons leven, ook van ons godsdienstig leven. Dat geldt ook na de komst van Christus en de Geest. Zij wekken eerder nog het verlangen op dan dat zij het afvlakken. Juist het voorproefje van de Geest maakt het diepe zuchten los van Romeinen 8: de verwachting van het zoonschap. Ik roep u op om dat toe te laten: dat God door zijn Geest een diep verlangen bij u losmaakt. Wees niet gearriveerd. Wees eerlijk tegenover jezelf. Wees, juist als christen, een naar God verlangend mens. Dan zal de boodschap van Christus bij u diepe snaren raken.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.