Preek over Geloofsbelijdenis 1 en Geloofsbelijdenis 2 en Geloofsbelijdenis 3

2001-11-04 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Jezus: mens én God

Liturgie:

1.

Nog eens wil ik uw aandacht vragen voor het sfeerverschil tussen de verhalen over de historische Jezus en de bijbelse en kerkelijke uiteenzettingen over Gods eniggeboren Zoon. Het verhaal van Jezus en de Romeinse hoofdman lijkt veel toegankelijker dan de hymne van Kolossenzen 1 – zie de preek van vorige week zondag. Kritische gelovigen vragen zich af, of het wel over dezelfde Jezus gaat! Vanmiddag wil ik die vraag verder aanscherpen door de ontwikkeling verder te volgen. Op grond van zo'n hymne als die van Kolossenzen 1 heeft de kerk in de vierde eeuw na Christus het dogma van de drie-eenheid geformuleerd. Vgl. de leeruitspraken van het concilie van Nicea (325), die verwerkt zijn in de geloofsbelijdenis van Nicea en Constantinopel. Daarin wordt van Jezus, Gods eniggeboren Zoon het volgende beleden: "God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God, geboren, niet geschapen, een van wezen met de Vader, en door Wie alles is geworden."Is hier de afstand tot de historische Jezus niet nóg groter geworden? Zijn die mooie verhalen over Hem hier niet volkomen overwoekerd door abstracte filosofische theorieën?

2.

Ook nu weer bepleit ik een tweeledige reactie. Aan de ene kant: de leer van de drie-eenheid heeft inderdaad zijn beperkingen. Het is een poging het geheimenis van de persoon van Jezus recht te doen. Daarvoor is inderdaad gebruik gemaakt van filosofische termen. Het kan niet anders of dat blijft behelpen. Als je over zo'n geheim praat is het onvermijdelijk dat je gaat stamelen en stotteren, en dat is precies wat er in deze leer gebeurt! Zitten wij aan de terminologie van de kerk vast? In die zin niet, dat als wij voor deze tijd iets beters weten, het welkom is. Als wij woorden kunnen vinden die in deze tijd duidelijk maken dat Jezus de sleutelfiguur is voor Gods Koninkrijk, en dat niemand die het Koninkrijk wil binnengaan om Hem heen kan; als die woorden bovendien geschikt zijn om dat besef op het niveau van het intellectuele en filosofische denken tot uitdrukking te brengen, dan is er niks op tegen met die woorden het geheim van Jezus aan te duiden. Om Hém gaat het. Laten we beseffen, dat we niet gered worden door een leerstuk te belijden, maar alleen door ons belijden van de levende Heer! Heel wat christenen snappen niets van de leer van de drie-eenheid maar stellen wel hun vertrouwen op de Here Jezus, en om dat laatste gaat het! Daarom zou het mooi zijn als het zou lukken om de leer van Gods drie-eenheid zo te formuleren dat ze 'dichterbij' komt. In de praktijk blijkt echter dat het niet gemakkelijk is om betere woorden te vinden. Het is niet toevallig dat die oude woorden van de belijdenis nog niet vervangen zijn. Weet dan ook wat je doet als je ze terzijde schuift. Want dat is de andere kant: de leer van de drie-eenheid bewaakt als het ware de ruimte om je vertrouwen op de Here Jezus te stellen. Waar die leer vervalt, is het maar al te gauw gedaan met het vertrouwen op de Here Jezus. Wees daarom waakzaam als mensen laatdunkend doen over de leer van de drie-eenheid. Tien tegen één kijken zij ook anders tegen de persoon van Jezus aan.

3.

Dat wil ik in deze preek toelichten aan de hand van de Islam. De Islam heeft zeker respect voor Jezus. Men erkent Hem als profeet, ja, zelfs als messias. In de Koran staat: "Hij is der achting waardig in deze wereld en in het hiernamaals en een dergenen die God nabij zijn." (Zie A. van de Beek, Jezus Kyrios, 271)Wat de Islam echter niet gelooft, is dat Hij de Zoon van God is op de manier zoals ik die in de vorige preek aanduidde. Nu kun je zeggen: "Wat dan nog!" Maar vergis u niet. Dat heeft verstrekkende gevolgen voor het beeld van God. Ik heb u wel eens verteld dat God, Allah, in de Islam vele namen heeft, maar dat er één ontbreekt: een moslim zal God nooit 'Vader' noemen. Naar zijn besef is God daarvoor te hoog. En dat is nu juist de naam voor God die ons dankzij Jezus zo vertrouwd is geworden. Dankzij Jezus ziet ons bidden tot God er dan ook anders uit dan dat van de moslim. Luther heeft wel eens gezegd: "Neem een voorbeeld aan de moslims: die zijn tenminste eerbiedig!" Of dat waar is! Maar daar staat dus tegenover dat zij veel meer afstand tot God ervaren en het een godslastering vinden om 'Vader' tegen God te zeggen. En dat is nu precies wat Jezus ons leert doen: omgaan met God als met onze hemelse Vader. In Johannes 20 lezen wij hoe Hij zijn discipelen op zijn eigen niveau brengt: "Ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader!"Opvallend is dat Jezus niet zegt: "Ik vaar op naar onze gezamenlijke Vader." Nee, Hij neemt zichzelf apart. "Mijn Vader." Nooit zal Jezus, sprekend namens ons, zeggen: "Onze Vader." Zíjn Vader wordt ónze Vader. Het verschil is, dat Hij van alle eeuwigheid af aan Gods Zoon is. En dat betekent, dat God van alle eeuwigheid af aan Vader is geweest. Dat is een van de dingen die de leer van de drie-eenheid veilig wil stellen. Er is niet een tijd geweest dat de Zoon er nog niet was, zo, dat God nog niet Vader was. Nee, de Zoon is net zo eeuwig als de Vader. Dat wil zeggen: God is niet op een goed moment Vader geworden. Dat is wel zo bij ons mensen. Een man kan vader worden. Hij wordt niet als vader geboren. Een man die geen vader wordt, is niet minder man dan een man die het wel wordt. Bij God is het dus anders. Zijn Vaderschap behoort tot zijn allereigenlijkste wezen. Hij is alleen God als Vader. Hij is Vader in hart en nieren. Het behoort tot het diepste en wezenlijkste wat je over God kunt zeggen. Ziet u hoe groot het verschil op dit punt tussen christendom en de Islam is? Er wordt wel eens gezegd dat islam, jodendom en christendom uiteindelijk op hetzelfde neerkomen, in zoverre zij alle teruggaan op de verering van de God van Abraham, Isaäk en Jakob. Dat is waar, maar hoe anders kijkt de moslim tegen God aan dan de christen, en hoe anders bidt hij tot God. Dat heeft te maken met het geloof dat Jezus niemand minder dan de Zoon is!

4.

Nog een tweede motief wil ik in dit verband noemen. Jezus zegt in Johannes 17:4 tegen zijn Vader: "Ik heb U verheerlijkt op de aarde door het werk te voleindigen dat Gij Mij te doen hebt gegeven." Hij doelt daarbij op de kruisiging, vgl. 19:28,30. Dat wil dus zeggen, dat Gods heerlijkheid om zo te zeggen door Jézus is waargemaakt, en wel doordat Hij zijn leven gegeven heeft. Dat is iets dat moslims onmogelijk kunnen erkennen. Alweer geldt, dat God daar in hun ogen veel te hoog voor is. Gods heerlijkheid is voor hen iets hemels, niet iets van de aarde, en zeker niet iets zo schrikwekkend aards als het sterven van een mens. De Islam heeft de allergrootste moeite met de gedachte, dat het sterven van Jezus iets over God zegt. En dat is nu precies de boodschap van het evangelie. Wil je God op zijn machtigst, zijn heerlijkst, zijn goddelijkst zien? Dan moet je naar Golgotha komen. Want de mens die daar sterft, is meer dan een mens: het is de eeuwige Zoon die bij God heerlijkheid had eer de wereld was, vs. 5. Daar, in dat sterven, wordt God in zijn God-zijn waargemaakt. In de liefde. In de vernedering. De kerkvader Augustinus heeft gezegd: "God is nederig. Nu wij nog." Wat een uitspraak: God is nederig… Een moslim zal het niet over zijn lippen krijgen. Voor hem is God de Verhevene, die geen vuile handen maakt. De leer van de drie-eenheid echter wil ruimte maken voor het ongehoorde, dat het de eeuwige Zoon van God zélf is die daar hangt aan een kruis. Dát is God – God op zijn heerlijkst. Zo leert het christendom ons om omlaag te kijken, de diepte in, de diepte van het lijden van Jezus. Daarin, in die zelfovergave, betoont God wie Hij is: onze Vader. Dit is geen Vader die trots op zijn stoel blijft zitten en zich laat zetten. Dit is de Vader van de gelijkenis van de verloren zoon, die op zijn zoon toesnelt en hem omhelst. Wat een God is dat!

5.

Dit alles roer ik niet aan om de polarisatie tussen christenen en moslims aan te wakkeren. Juist in deze spannende tijd zijn wij erbij gebaat om bruggen te slaan en met elkaar in gesprek te komen. Het is broodnodig dat we elkaar beter leren kennen, en om elkaar met vriendelijkheid en respect tegemoet te treden. Naarmate je dichterbij elkaar komt, wordt het ook gemakkelijker om dat respect te tonen. Zo vertelde een oudere dame mij, dat het haar was opgevallen dat in de Rotterdamse tram de Nederlandse jongeren niet voor haar opstanden, maar islamitische wel! Het gaat niet aan alle moslims te beschouwen als gevaarlijke extremisten, net zomin als het aangaat alle christenen op één hoop te gooien met de Noord-Ierse ruziezoeker Paisly. Maar bij elkaar beter leren kennen en respecteren hoort ook: zien waarin je verschilt. Eigenlijk beledig je een moslim als je het verschil miskent tussen zijn verering van Allah en de christelijke verering van de Vader van Jezus Christus. Echt respecteren doe je hem pas wanneer je onderkent, hoezeer die twee religies verschillende wegen gaan in hun beoordeling van de persoon van Christus. Ziedaar de actuele functie van de leer van de drie-eenheid. Zij bewaakt dat diepe geheimenis, dat God in Christus de eeuwige Vader is, die niet wacht tot wij naar hem toekomen, maar die afdaalt tot in de diepte van de zonde en de dood om naar ons toe te komen. De leer van de drie-eenheid is als het ware het hek dat heen staat om de gelijkenis van de verloren zoon. Want dat is de allerheiligste boodschap die ons laat zien wie God is en wie wij zijn. Is dat geen boodschap om voor te staan als christenen?

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.