Preek over Geloofsbelijdenis 2:a

2001-10-21 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Het geheim van Jezus: zijn volmacht

Liturgie:

1.

Velen ervaren deze belijdenis als een leerstuk dat op grote afstand staat van de historische Jezus. Gods eniggeboren Zoon, onze Heer: dat klinkt bovenaards. Het feit als zodanig al dat de geloofsbelijdenis Hem naast de Vader zet als iemand om in te geloven lijkt weinig gemeen te hebben met hoe Jezus zichzelf zag. Heeft Hij zichzelf werkelijk beschouwd als de tweede persoon van de drie-eenheid? Is dat er later niet bijgekomen? Was Jezus oorspronkelijk niet een heel bijzonder mens, juist in zijn menselijkheid heel dichtbij? Heeft de leer van de kerk Hem niet van ons afgenomen? Sterker nog: begint dit proces niet reeds in het Nieuwe Testament zelf? Is Paulus er niet mee begonnen, met dat optuigen van de historische persoon van Jezus? Ik bepleit een tweeledige reactie op gedachten als deze. Aan de ene kant: ze zijn veel te suggestief. Ik stel mij ten doel bij de behandeling van dit deel van het Apostolicum te laten zien dat wat Paulus heeft geschreven, en wat in aansluiting daaraan de kerkelijke belijdenis zegt, alleen maar recht doet aan de historische Jezus. Geen optuiging, maar uitwerking. Aan de andere kant: maak je niet van dit soort gedachten af. Want hebben mensen die zulk heimwee uitspreken naar de menselijke eenvoud van de evangeliën in zoverre geen gelijk, dat die belijdenis van de tweede persoon van de drie-eenheid gemakkelijk een enorme abstractie wordt? Brengen die woorden ons niet in een heel andere sfeer dan de evangeliën? Doen al die prachtige verhalen van genezingen en gesprekken ons niet meer dan die ingewikkelde hoofdstukken uit de brieven van Paulus? En daar gaat het per slot van rekening om: dat wij gegrepen worden door de persoon van Jezus. Ik stel een experiment voor. Laten we inderdaad eens de geloofsbelijdenis tussen haakjes zetten. Laten we ook Paulus tussen haakjes zetten. Laten we nu eens gewoon teruggaan naar die man, die Jezus heette. En laten we eens proberen precies in beeld te brengen wie Hij was. Zo heb ik voor vanmiddag een tekst uit de evangeliën gekozen: Mattheüs 8:5-13. Gewoon: een mooi verhaal. Het is aantrekkelijk, omdat het een man aan het woord laat komen die geen 'kerkelijk vooroordeel' heeft: een hoofdman, dat wil zeggen: een buitenstaander (vs. 10). Die man sjouwt geen Joodse ballast mee. Hij kijkt fris tegen Jezus aan. Laten we nagaan wat we hieruit kunnen leren over Jezus.

2.

De man kijkt als militair tegen Jezus aan, vs. 9. Hij benadert Jezus vanuit zijn eigen leefwereld. Hij ziet Jezus als commandant, zoals hij zelf commandeert en zoals hij op zijn beurt een commandant boven zich heeft. Maar terwijl hijzelf soldaten commandeert, gelooft hij dat Jezus door zijn commando's een zieke kan genezen. "Spreek slechts een woord en mijn knecht zal herstellen." (vers 8) Zo ziet hij Jezus dus als een heel bijzondere commandant. Let in dit verband op het woord 'volmacht' dat hij in vs. 9 gebruikt. Letterlijk staat daar: "Ik ben een mens onder de macht!" (Statenvertaling) Dat woord is in het evangelie van Mattheüs belangrijk: het wordt regelmatig benut om het bijzondere van Jezus aan te duiden. Zie in de eerste plaats 9:6, waar Jezus zegt dat de Zoon des mensen macht heeft op aarde zonden te vergeven. Hetzelfde woord, opnieuw ter aanduiding van het unieke optreden van Jezus. Hij vergeeft zonden, niet in die zin dat Hij zonden vergeeft die iemand hem aangedaan heeft, maar zonden die iemand Gód aangedaan heeft. Vandaar dat de mensen diep onder de indruk zijn: "zij vrezen en verheerlijken God, die zulk een macht aan de mensen gegeven had." (9:8) Ziet u: wat de hoofdman aan Jezus zag is veel meer mensen opgevallen. Hij treedt op met een wonderlijke macht. Geen krachtpatserij, maar gezag. Zie in de tweede plaats 7:28,29: "De scharen stonden versteld over zijn leer, want Hij leerde hen als gezaghebbende en niet als Schriftgeleerde." Dat slaat op de Bergrede. Jezus heeft dus ook met zijn onderricht een overweldigende indruk gemaakt. Hij was ánders dan de Schriftgeleerden. Hoe anders? Hij sprak met volmacht! Dat blijkt uit de Bergrede zelf. Karakteristiek is dat Hij tegenover de woorden van Mozes zijn eigen woorden stelt: "Tot de ouden is gezegd… Maar Ik zeg u…" (5:21,28,31,34,39) Dit is ongehoord. De uitdrukking "Maar Ik zeg" was bekend uit de debatten die rabbi's met elkaar voerden. "Rabbi Johannes zegt…, maar Ik zeg u." Maar hier stelt Jezus zijn woord niet tegenover dat van een rabbi, maar tegenover de openbaring aan Mozes!! Vandaar dat de mensen versteld stonden: deze rabbi sprak met zo'n volmacht dat zijn onderwijs niet te vergelijken was met de Schriftgeleerden, die zich beriepen op Mozes, omdat die de laatste autoriteit had. Autoriteit. Dat is dus het woord. Jezus was niet autoritair, maar had een verbluffende autoriteit. o Hij hoefde maar een woord te spreken en een zieke was genezen! o Hij hoefde maar een woord te spreken en een mens zijn zonden waren hem vergeven! o Hij trotseerde Mozes!

3.

Die hoofdman heeft dus iets heel centraals opgemerkt, iets, waar wij ons bijna geen voorstelling van kunnen maken. Maar hier gaat het wél om. Vergeet even alle woorden uit de apostolische geloofsbelijdenis en laat dit tot u doordringen. Dan gaat u een vermoeden krijgen van wie Jezus was. En daarmee vangt nog een ander stukje uit de geschiedenis van Mattheüs 8 onze aandacht, vers 11 en 12. Hier brengt Jezus het koninkrijk van God ter sprake op alweer zeer gezaghebbende wijze. Hij durft hier wat zeggen! In de eerste plaats is het gedurfd omdat Hij durft te oordelen: "Zij wel…, maar zij niet…." In de tweede plaats is het gedurfd omdat Jezus heel concreet de Romeinse hoofdman een plaats in het koninkrijk toewijst in tegenstelling tot de Joden. Zie namelijk goed dat vs. 10 hier doorwerkt: "Bij niemand in Israël heb Ik een zo groot geloof gevonden." Wat een autoriteit matigt Hij zich met deze woorden aan! Hij verandert eigenhandig de maatstaven! De maatstaf was: leven naar de wet. Dat deden alleen de Joden, dus was de conclusie: alleen de Joden gaan het koninkrijk van God binnen. Jezus zegt: de maatstaf is het geloof. En aangezien de hoofdman een zeer radicaal geloof ten toon spreidt is híj welkom in het koninkrijk. Waar haalt Jezus de moed vandaan om dit te zeggen?! Denk je eens in dat Hij zó tegenover jou stond. Merkt u, hoe beslagleggend Jezus' optreden is geweest?

4.

Er moet nog iets bij. Jezus brengt ´het Koninkrijk der hemelen´ ter sprake. Lees dat niet als: de hemel. Jezus heeft het er hier niet over wie in de hemel komt. Het is veel spannender: het ´Koninkrijk der hemelen´ is de aanduiding van de gebeurtenissen die voor de deur staan, namelijk dat God zeer binnenkort de wereld gaat veranderen. Jezus kondigt Gods koninklijke heerschappij aan, en ziet zichzelf daarin de hoofdrol spelen. Zie Lucas 11:20:

Indien Ik door de vinger Gods de boze geesten
uitdrijf, dan is het Koninkrijk Gods over u gekomen.

In de wonderen die Jezus doet gebeurt het, dat Gods Koninkrijk aanbreekt! Zo krijgt het optreden van Jezus een enorme geladenheid. Daar is Hij zich van bewust geweest, ook in zijn ontmoeting met de hoofdman. Als Jezus over diens geloof spreekt, heeft Hij het immers over het geloof dat Híj, Jezus, autoriteit bezit. Hij verleent de hoofdman toegang tot het Koninkrijk van God, niet omdat de man in God geloofde, maar omdat hij van Hemzelf, Jezus, verwachtingen had. Zo maakt Jezus zichzelf tot een sleutelfiguur. Hij zegt eigenlijk dat je om Hem niet heen kunt als je in het Koninkrijk van God wilt komen. Vergelijk Lucas 12:8: "Ik zeg u: een ieder die Mij belijden zal voor de mensen, hem zal ook de Zoon des mensen belijden voor de engelen Gods; maar wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal verloochend worden voor de engelen Gods." Jezus gaat hier ver uit boven welke profeet dan ook. Een profeet zei: "Zo zegt de HERE." Daarmee wees Hij van zichzelf af. Jezus zegt: "Let op Mij." Wees Hij daarmee van Gód af? Geen sprake van. Jezus was zonder meer in alles op God gericht. Er is maar één conclusie mogelijk: Jezus wees op God door op zichzelf te wijzen.

5.

Wat heeft de hoofdman er allemaal van begrepen? We weten het niet. Eén ding weten we wél: hij was diep onder de indruk van de macht, de autoriteit van Jezus. Daarnaar handelde hij, door Jezus ongekend veel vertrouwen te geven. Op zijn beurt ontving hij toen nog oneindig veel meer dan hij verwacht had: niet alleen zijn knecht werd genezen, maar Jezus verleende hem ook een plaats in het aanstaande koninkrijk van God, hém, een Romein! Zo maakt deze geschiedenis duidelijk wie Jezus is. Overweldigend in optreden. Een man om wie je niet heen kunt als je in het Koninkrijk van God wilt komen. Een man die met groot gezag de wet aan de kant schuift en het laat aankomen op het geloof. U mag de hele geloofsbelijdenis vergeten als u dit maar onthoudt. Of beter gezegd: u hebt de hele geloofsbelijdenis begrépen als u dit onthoudt!

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.