Preek over 2 Koningen 2:1-18

2001-09-30 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Sterker dan wapens

Liturgie:

1.

Vanmorgen een bemoedigende boodschap: er is een macht die het wint van de wapens. Dat is de macht van de woorden die mensen namens God spreken. Het lijkt erop dat wapens het te vertellen hebben in deze wereld: geweren, tanks, bommenwerpers, raketten enzovoorts. Maar II Koningen 2 nodigt ons uit er anders tegenaan te kijken, en te geloven dat de macht van het woord groter is. Niet de macht van het geklets, of de macht van de reclame, of de macht van de indoctrinatie. Nee, volgens II Koningen 2 is de macht van het woord dat mensen namens God spreken doorslaggevend. Want een profeet wordt hier betiteld als "wagens en ruiters van Israël". Ofwel: Elia als tank! Dat is echt een nieuw gezichtspunt! Óók voor het Oude Testament!

2.

Het opvallende is dat Elisa Elia zo typeert op het allerlaatste moment dat hij hem ziet. Sterker nog: hij zegt dit nadat hij de vurige wagen en de vurige paarden gezien had die Elia van hem wegvoerden, de hemel tegemoet. Het kan niet missen: wat Elisa ziet brengt hem ineens op de gedachte. "Vurige wagen, vurige paarden" - "wagens en ruiters van Israël". Zo is dat allerlaatste wat met Elia gebeurde voor Elisa de eye-opener. "Onze tank!!"

3.

Dat woord eye-opener gebruik ik niet voor niets. In dit hoofdstuk wordt er alle nadruk op gelegd dat Elisa het zag gebeuren, dat Elia met vurige paarden en wagens werd opgenomen. Het is zelfs het hoogtepunt van het verhaal. Immers, Elia had duidelijk gemaakt dat het niet zeker zou zijn - vers 10: "Indien gij mij zult zien, terwijl ik van u word weggenomen... Maar indien niet..." Trouwens, Elia had het erop aangelegd dat Elisa er niet eens bij zou zijn. Het was duidelijk zijn bedoeling om helemaal in zijn eentje dit wonderbaarlijke levenseinde te ondergaan. Ongezien zou hij verdwijnen, zo was zijn gedachte. Zie vers 2: "Blijf toch hier, want de HERE heeft mij naar Betel gezonden." Elia probeert Elisa van zich af te schudden. En nog eens, vs 4. En nog eens, vs 6. Zo wordt de spanning in het verhaal opgebouwd. Het is van meet af aan uiterst onwaarschijnlijk dat Elisa die vurige paarden en wagens zou zien. Elia doet er alles aan om het te verhinderen. Door middel van een vreemde zigzagbeweging maakt hij duidelijk dat hij Elisa liever kwijt is: hij gaat van Gilgal naar Betel, in het Westen, en dan weer naar het Oosten, naar Jericho, en dan richting de woestijn, aan de andere zijde van de Jordaan... Alleen door de enorme vasthoudendheid van Elisa loopt het erop uit dat zij samen verder gingen, vs 6.

4.

Wat betekent dit, dat Elia alles op alles heeft gezet om ongezien te verdwijnen? Mij dunkt: daarmee wordt aangeduid dat dit een wonder is dat zich niet fotograferen laat. Slechts één keer eerder wordt in de bijbel van iemand gezegd dat hij niet stierf maar rechtstreeks door God werd opgenomen: van Henoch (Genesis 5:24). Dit is de tweede en laatste keer. Zoiets uitzonderlijks - daar kan een mens geen beschrijving van geven. Daar past geen televisiecamera bij, geen fototoestel, zelfs geen blocnote. Dit valt te ver buiten de gewone orde dan dat iemand er bij zou kunnen zijn. De Bijbel is zich daar scherp van bewust geweest. De hemelvaart van Elia wordt niet verteld als een enorm spektakelstuk, waar je een machtige film van kunt maken. De Bijbel weet: dit is zo bijzonder - dit onttrekt zich aan onze waarneming. Vandaar ook, dat er niet wordt aangegeven wanneer het precies gebeurde, gedurende wiens regering. In hoofdstuk 2 wordt voor het eerst helemaal geen koning genoemd. Het is alsof de verteller ook daarmee wil zeggen: dit valt buiten de gewone orde. Zo gezien staat deze gebeurtenis op één lijn met de opstanding van Jezus: daar is ook niemand bij geweest; dat was ook te bijzonder dan dat er een verslaggever bij kon zijn. Wij denken nog zo vaak dat alleen datgene werkelijkheid is wat wij kunnen pakken, en vastleggen. Maar de diepste werkelijkheid kúnnen wij helemaal niet pakken en vastleggen. Dat geldt van God Zelf, van Wie wij geen beeld kunnen maken. Het geldt ook van de bijzondere daden die Hij verricht. Zeg dus niet: we hebben er geen foto van, dus kan het niet werkelijk zijn. De diepste geheimen laten zich niet fotograferen. Onze waarneming is gewoon veel te beperkt.

5.

En zo is het dus werkelijk het hoogtepunt van het verhaal als Elisa het wél ziet. Prachtig wordt het verteld. Als Elia eindelijk accepteert dat Elisa met hem meegaat - niet de andere profeten: die blijven achter, vs 7! - betrekt hij hem bij wat komen gaat. Tot nu toe had de verteller het al laten doorschemeren (vs 1), en de profeten (vs 3,5), alsmede Elisa zelf (vs 3,5), maar had Elia erover gezwegen. Pas als ze de Jordaan overgestoken zijn deelt Elia het geheim met Elisa, vs 9. En dan treedt er een zekere ontspanning in: "Al wandelende en sprekende gingen ze voort." (vs 11). Ja, zo gaat dat: als je met elkaar doorgenomen hebt wat er aan groots gaat gebeuren, dan kun je weer even 'gewoon' doen. En dan ineens is het zover. "Zie, een vurige wagen en vurige paarden! En die maakten scheiding tussen hen beiden. Alzo voer Elia in een storm ten hemel." EN ELISA ZAG HET. Hij zag het!!! Wat geen mens kan zien, ziet Elisa. Hij is een ziener! Hij ziet wat een gewoon mens níet ziet en niet kán zien. En wát ziet hij dus? De hemelvaart van Elia? Ja, maar hij ziet veel meer: hij ziet wie Elia geweest is. In een plotseling gezicht ziet hij het: Elia - Israëls wagens en ruiters.

6.

Dat had nog nooit iemand gezegd en gezien. Elia: wie was hij? Een kanjer, zeker. Een geweldenaar. Achab had in hem een vijand gezien, I Koningen 21:20, iemand die Israël in het ongeluk stortte, I Koningen 18:17. Zijn zoon Achazja had in Elia die wonderlijke profeet in een harige mantel gezien, II Koningen 1:8. Maar Elisa ziet pas werkelijk wie Elia was: een man die evenveel waard was als wagens en ruiters, als tanks en bommenwerpers. Elia woog tegen de oorlogsmachine van de buitenlandse koningen op. Elia was Israëls beschermheer - hij, de man die Gods woorden sprak!! Op het moment dat God dat unieke gebaar maakt dat Hij Elia rechtstreeks naar zichzelf toehaalt, gaan Elisa's ogen open: dit was niet zomaar iemand. Dit was Gods eigen bode. Híj hield ons op koers. Híj was onze veiligheid.

7.

Ja, de macht van het woord gaat die van de wapens te boven. Niet de macht van al die loze mensenwoorden, de macht van het geklets, van de deskundigen die op de TV hun woordje mogen doen. Ook niet de macht van het gepreek, en het gezalf. Nee, de macht van het woord, zoals Elia dat had: het donderend woord over regen en dauw, het gezaghebbende woord dat Achazja zou sterven, het felle woord dat Achab aanklaagde: "Je hebt gemoord!" - het woord van God zélf, het woord dat hij namens God sprak als zijn bode, dat woord heeft een macht die de macht van wapens te boven gaat. Heel af en toe verschijnt er een mens met die macht. Mozes. Elia. Augustinus. Luther. Dat zijn geweldige profeten. Hun woord heeft het aanzien van de wereld veranderd. En de grootste van allen, de in de ware zin unieke, is Jezus. Zie het toch, mensen! Of liever: geloof wat de zieners zeggen. Verkijk je niet op wat de macht in deze wereld lijkt te hebben. Houd je vast aan die bijzondere gestalten, de Here Jezus boven al, en weet dat zíj macht hebben om de wereld te veranderen en de wereld te behouden - de macht van het woord.

8.

Elia is ten hemel gevaren, maar de macht van het woord is overgedragen aan Elisa. Die heeft zich als diens opvolger gepresenteerd: als Elia's eerstgeboren zoon vraagt hij een dubbel deel van zijn geest, vs 9, vgl. Deuteronomium 21:17. Zo gaat Elia's vurigheid op hem over, en wordt hij de nieuwe man van het woord. Dit is Pinksteren: wij leven van Jezus' woord, en mogen geloven dat de Geest van Jezus op ons is uitgestort om die woorden levend te laten blijven. O, wat hebben we daaraan in deze tijd behoefte. Aan woorden die wat voorstellen, aan woorden die vormen, richting geven, machtig zijn. Jongeren snakken naar vorming, naar krachtige woorden, die overtuigingskracht hebben. Zelf hebben we zulke woorden niet. Maar net als Elisa mogen we ze verwachten. Gelóóf erin, dat God met de macht van het woord deze wereld gaat vernieuwen. Geloof, dat de Geest met ons meegaat. Hij is de macht van Jezus' woord. In de woorden van Paulus: het zwaard van de Geest (Efeziërs 6:17).

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.