Preek over Geloofsbelijdenis 1:b

2001-09-16 n.m.

Ds. M. de Jong

De almachtige Vader

Liturgie:

Inleiding

Geliefden in onze Here Jezus Christus. Ik geloof in God, de Vader, de Almachtige…. Een belijdenis die steeds weer weerstand oproept. Vooral met het laatste deel kan men niet uit de voeten. In de Middeleeuwen kon je dat misschien nog zeggen. Toen werden daarbij nog geen vragen gesteld; in ieder geval niet hardop. In onze moderne samenleving neemt men geen blad meer voor de mond. Als God almachtig is, waarom doet Hij dan niets aan de ellende? Waarom steekt God er geen stokje voor, als iemand een oorlog wil beginnen? Waarom voorkomt God niet dat iemand ziek wordt of een ongeluk krijgt. Hij kan het toch? Op al die vragen zijn antwoorden bedacht. God kan (het) wel, maar wil niet. God blijft dan wel machtig, maar wordt willekeurig. Je weet nooit waar je bij God aan toe bent. Zou een gezond mens zich aan zo'n God toevertrouwen? Een ander antwoord is: God wil wel, maar kan (het) niet. Hij zit net als wij ook met de handen in het haar. Hij kan er ook niets aan doen. Net als wij is God een machteloze toeschouwer. Ook deze God lijkt ons vertrouwen niet waard. Maar valt er nog iets anders te zeggen? We doen een poging, om niet helemaal te zwijgen. We zeggen iets. We belijden. We grijpen boven onszelf uit. Ik geloof in God, de Vader, de Almachtige…

De almachtige Vader

Gods Vaderschap: toeval noch noodlot.
We geloven niet in een of andere Almacht. Zo'n machthebber is al gauw onredelijk, willekeurig en ongrijpbaar. We geloven in God de Almachtige. Of nog beter: we belijden God de Vader de Almachtige. Dat is geen willekeurige volgorde. In het geloof mogen we alleen zo spreken. Het eerste wat we over God gezegd willen hebben, is dat Hij Vader is. En voor alles is Hij Vader van onze Here Jezus Christus. We hebben het dus niet over een almachtig despoot. Maar over een Vader, die alles kan als het gaat om zijn kinderen. Almachtig is een bijvoeglijk naamwoord. Het wordt bijgevoegd, aan het Vaderschap van God toegevoegd. Volgens Zondag 10 mogen we blij zijn met dat vaderschap. Want Gods Vaderschap, zijn vaderhand staat tegenover het toeval en het noodlot En alleen Gods Vaderschap heeft weet van genade. Het toeval en het noodlot zijn voor een mens onbarmhartig. Hoe onbarmhartig ze zijn, wil ik nu verduidelijken. We beginnen bij het noodlot. Bij het noodlot ligt alles vast. Daaraan valt niet te ontkomen. Wat je ook doet, je verandert er niets aan. Een houding van berusting is het gevolg. En dat is feitelijk de enig mogelijke menselijke reactie. Nu wordt van Gods leiding ook wel eens iets noodlottigs gemaakt. Gods leiding is dan niets anders dan de uitvoering van zijn raadsplan of raadsbesluit. Dat plan of besluit ligt al van eeuwigheid vast. Net als aan het noodlot valt daaraan niet te ontkomen. Wij mensen hebben op dat plan geen enkele invloed. Daarmee wordt Gods vaderlijke zorg feitelijk niets anders dan een noodlot. Een fatum, dat de bron is voor menselijk fatalisme en stille berusting. En soms lijkt het erop dat de bijbel zo spreekt. Staat immers niet in de bijbel dat God alles al van tevoren weet? Plaatsen die daarop lijken te wijzen vind je o.a. in de psalmen. Ps. 139: 16: in uw boek stonden ze alle opgeschreven, de dagen die geformeerd zouden worden toen nog geen daarvan bestond. Ps. 31: 16: Mijn tijden zijn in uw hand. Daartegenover vind je schriftplaatsen die eerder het tegendeel lijken te zeggen. Daar lijkt alles juist weer niet zo vast te liggen. Pred. 7: 17: Waarom zoudt ge sterven voor uw tijd. Spr. 3: Het bewaren van Gods geboden geeft lengte van jaren. De eerste schriftgedeelten bevestigen hoezeer God als vader met ons vertrouwd is. Hij kent ons door en door en weet hoe het ons zal vergaan. De ander schriftgedeelten benadrukken juist onze persoonlijke verantwoordelijkheid. We kunnen door eigen toedoen ons leven "verlengen" en "verkorten". Gods Vaderzorg heeft met andere woorden niets van doen met het noodlot. Niet alles ligt vast, er blijft ruimte voor onze eigen verantwoordelijkheid en inbreng. En dan nu de onbarmhartigheid van het toeval. Lag bij het noodlot alles vast, bij het toeval juist niets. Bij het toeval kan alles. Het toeval heeft iets willekeurigs. Het kan naar links gaan, maar even goed ook naar rechts. Als mens weet je dan nooit waaraan je toe bent. Je weet nooit wat je boven het hoofd hangt. Elk houvast ontbreekt. Angst en onzekerheid zijn het gevolg. Sommige christenen stellen God, de Vader en het toeval op één lijn. Volgens hen, weet je ook met God nooit waar je aan toen bent. Ten onrechte, want Gods regering wordt niet beheerst door willekeur. Zijn leiding volgt een duidelijk, geopenbaard plan. De Heer is vastbesloten tot goedertierenheid (Psalm 130). Zijn Vaderlijke zorg is geen blind toeval, maar liefdevolle aandacht. Of zoals een oud gezegde luidt: "Het wordt ons door geen vreemde aangedaan.". De God die regeert is de Vader van de Here Jezus. Hij heeft er alles voor over gehad om mens en wereld te behouden. We worden als mens en wereld niet aan ons lot overgelaten. Ook heeft God zijn handen niet van u en van deze wereld teruggetrokken. Dat betekent in de eerste plaats ruimte voor gebed (tegenover noodlotsgedachte). Juist het geloof dat God een almachtig Vader is, nodigt uit om te bidden en te strijden. Je hoeft je als christen niet bij de feiten neer te leggen. Juist Gods Vaderschap nodigt uit tot verzet in de vorm van gebed. Juist omdat de Heer regeert, kunnen we Hem vragen om andere tijden. Hij kan de stroom van de gebeurtenissen verleggen. Gods machtige vaderhand houdt onze wereld en geschiedenis open voor verandering. Tegenover het toeval geeft Gods vaderschap vertrouwen. We weten wat ons boven het hoofd hangt (een nieuw Jeruzalem!). God heeft de wereld niet uit handen gegeven. Hij heeft een plan met deze wereld. Zo leert Gods vaderschap: God wil iets aan de nood en moeite van mens en wereld doen!

Gods Verbondenheid: Niet in alles de hand
Betekent Gods machtige vaderschap nu dat Hij in alles de hand heeft? Komt bijvoorbeeld elke ziekte en iedere oorlog uit Gods hand naar ons toe? En hoe zit dat met gezondheid, vrede en welvaart? Komen die van God of heb je dan gewoon geluk gehad? De vragen stellen is gemakkelijker dan ze beantwoorden. We willen echter met de bijbel in de hand toch een poging wagen. Met Genesis 50: 20 kunnen we niet zeggen dat God in alles de hand heeft. Niet alles wat ons overkomt mogen we op Gods rekening zetten. In vers 20 wordt de verantwoordelijkheid van de broers van Jozef duidelijk genoemd. Zij, en niemand anders, hebben ten kwade gedacht. God heeft niet in alles wat er gebeurt de hand. Aan de andere kant mogen we ook niet zeggen dat God nooit achter moeite en ellende kan zitten. Dat kunnen we bijvoorbeeld opmaken uit Hebreeën12. Daar lezen we dat wat de Hebreeën overkomt, hen van Godswege worden aangedaan. De vervolging, het martelaarschap en de gevangenschap komen van God de Vader. Niet alles komt van boven. Ook niet alleen het goede. Gods verbond komt van boven. Dat verbond mag u zien als een regeerakkoord. Het zijn afspraken over Gods regering, zijn verbondenheid met ons mensen. Dat betreft niet een of andere vage overeenkomst of geheimzinnig raadsbesluit. Dat regeerakkoord van God, zijn verbond, is in de bijbel bekend gemaakt. En daaruit blijkt dat het akkoord een heilsplan is. God regeert en voorziet in de weg van zijn verbond. Daaraan heeft de Here zich gebonden. Daaraan ook mogen wij Hem houden. Bij de uitvoering van dat plan kan de Here door mensen, zelfs door zijn eigen volk, opgehouden worden. De Here heeft met Jozef en Israël daarom vele omwegen moeten maken. Maar wat blijft staan is dat niets en niemand de realisatie van zijn plan kan tegenhouden. Mensen niet, ook satan, de grote tegenstander niet. Of anders gezegd: God zal het kwade van ons weren of voor ons doen meewerken ten goede. Niet meer en niet minder heeft Hij ons beloofd. Dat mag ons geduldig maken bij tegenspoed. Het mag ons dankbaar stemmen bij voorspoed. Zo leert Gods verbondenheid: God zal iets aan de nood en ellende van mens en wereld doen!

Gods Vermogen: alles in de hand

Het geloof in God, de almachtige stelt veel christenen voor problemen. Als God werkelijk alles kan dan is Hij op een of andere manier bij alles betrokken. Als is het maar, omdat Hij niet tegen het kwaad optreedt. En dat roept een beeld op van God, dat we uit de bijbel niet kennen. Woorden als wreed en willekeurig duiken dan op, hard en onbegrijpelijk ook. Aan de basis van deze beelden ligt een verkeerde kijk op Gods almacht. Men heeft het dan over God de Almachtige zonder meer. Het beeld van een alleskunner doemt op. God kan meer dan alle machthebbers van de aarde bij elkaar. In de bijbel blijkt echter dat Gods almacht niet los verkrijgbaar is. Daarin wordt alleen over Gods almacht in verband met zijn heil gesproken. God kan alles als het om de vervulling van zijn beloften gaat. Of anders gezegd: Hij kan alles als het erom gaat zijn heilsplan uit te voeren. Niemand houdt God tegen bij het behoud van mens en wereld. Heel duidelijk wordt dat in Gen. 50. Want mensen ten kwade hebben gedacht, heeft God ten goede gedacht. En dat alles om een groot volk in het leven te behouden. Het beeld voor Gods almacht is in de bijbel zijn "uitgestrekte rechterhand". De Here stroopt de mouwen op, om zijn volk bij te staan. We horen daarvan in verband met uittocht, woestijntocht, en intocht. We zien de Here strijden voor zijn volk. Niets en niemand houdt Hem tegen als Hij de mouwen opstroopt. Zo zet Hij zich met al zijn krachten in voor het heil van mens en wereld. We moeten dus meer zeggen dan alleen: God kan alles. De verlossing moet erbij in ons belijden. God kan alles als het gaat om verlossen. In Jezus Christus heeft Hij laten zien, dat Hij mens en wereld wil en kan behouden. In de hof van Gethsemane en op Golgotha werd de macht van het kwade zichtbaar. In de tuin van Jozef van Arimathea werd Gods almacht zichtbaar. Zijn uitgestrekte rechterhand werd zichtbaar in de opstanding van de Here Niet alleen daar werd Gods vermogen duidelijk. De kracht van het nieuwe leven kan ook hier en nu zichtbaar worden. Een betere wereld begint niet bij onszelf, maar bij God. Maar we zijn er wel persoonlijk bij betrokken. God gaat met uw en mijn leven aan de slag. Het leven van Jezus wordt ons deel. U, eens dood in de zonde nu levend voor God Hij beïnvloedt ons door zijn Geest zo dat wij heil zoeken Zo werpt Hij een dam op tegen het kwade. De Here ruimt niet onze rommel op. Wel stelt Hij door zijn Geest ons in staat dat zelf te doen. Zo doet God wel degelijk iets aan de ellende in deze wereld. Hij zorgt er voor dat niet alles uit de hand loopt. Sterker nog: God heeft en houdt alles in de hand! Wat zijn liefde wil bewerken, ontzegt Hem zijn vermogen niet. Dat geeft hoop, vertrouwen in de toekomst. Gods vermogen leert ons: God kan iets aan de nood en ellende van mens en wereld doen! Of zoals een oude psalmregel (Psalm 68 oude berijming) het zegt: Hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij het naad'ren van de dood volkomen uitkomst geven.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. de Jong een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.